Serviërs hebben binnenkort weer gekozen president
De Serviërs gaan zondag weer naar de stembus om een president te kiezen. Voor de vijfde keer binnen anderhalf jaar. Eerdere pogingen faalden; in drie van de vier gevallen omdat te weinig kiezers de moeite namen hun stem uit te brengen. Dat probleem zal zich bij deze verkiezingen niet meer voordoen. Uiterlijk over twee weken heeft Servië weer een wettig gekozen president.
Sinds eind 2002 zit Servië zonder staatshoofd. Toen liep de termijn af van Milan Milutinovic, die nu vastzit in Scheveningen om zich te verantwoorden voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Pogingen in september en oktober (tweede ronde) 2002, december 2002 en november 2003 om een opvolger voor Milutinovic aan te wijzen, liepen allemaal spaak; de eerste keer omdat niemand in de eerste ronde een absolute meerderheid behaalde en de keren daarna vanwege een opkomst die onder het verplichte quorum van 50 procent bleef steken.
De opkomst zal ditmaal geen roet meer in het eten gooien. Het nieuwe Servische parlement, dat eerder dit jaar aantrad, heeft op aandringen van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) de minimumopkomst uit de kieswet geschrapt. Dat houdt in dat na een eventuele tweede stemronde op 27 juni Servië weer een president zal hebben.
In de aanloop naar de verkiezingen meldden zich kandidaten van allerlei pluimage bij de kiescommissie. Wat te denken van Radivoje Milutinovic -bijgenaamd ”Mujo de Dief”-, een kelner uit Belgrado die voor de tweede keer meedoet. Hij wil onder meer de dinar vervangen door de euro en de prostitutie legaliseren „om te komen tot een seksuele revolutie.” Vorig jaar werd hij dankzij de tabloids beroemd, omdat hij aanbood in het huwelijk te treden met de hoofdaanklaagster van het Joegoslavië-tribunaal, Carla Del Ponte - en kort tijd daarna met de Amerikaanse nationaal veiligheidsadviseur Condoleezza Rice.
Niet minder kleurrijk is Marjan Risticevic, leider van de Partij voor de Boeren van het Volk. Bij de verkiezingen in november haalde hij 2,8 procent van de stemmen nadat hij met zijn tractor helemaal naar het Servische parlementsgebouw was gereden. Aandacht trok hij ook met zijn uitspraak alle homoseksuelen te willen doden.
Behalve deze excentriekelingen hebben ook mensen zoals Jelisaveta Karadjordjevic en Jezdimir Vasiljevic belangstelling voor het hoogste ambt. De eerste is een heuse Servische prinses en dochter van een Hollywood-actrice die „Servië mooier wil maken”; de tweede wil een scheiding tussen Servië en Montenegro, waarbij alle Montenegrijnen in Servië naar hun eigen land moeten terugkeren. Let wel: alleen de mannen. Vrouwen mogen gewoon blijven!
Om te voorkomen dat dergelijke lieden zich in de toekomst blijven aanmelden, is er in Servië een discussie gaande om het aantal benodigde handtekeningen voor het kandidaatschap te verhogen naar 50.000. Nu ligt dat aantal nog op 10.000. Radivoje Milutinovic zal daar overigens niet blij mee zijn. Onlangs ging hij al in hongerstaking omdat hij niet genoeg geld had om 10.000 handtekeningen op te halen.
Grootste kanshebber op een overwinning in de eerste ronde is Tomislav Nikolic van de nationalistische Servische Radicale Partij (SRS). Hij is de plaatsvervanger van Vojislav Seselj, die zich in Den Haag vrijwillig meldde voor het Joegoslavië-tribunaal. Bij de laatste verkiezingen in november vorig jaar kwam Nikolic ook al als winnaar uit de bus, maar de te lage opkomst stond een benoeming in de weg. Niettemin verzilverde de SRS de winst een maand later alsnog, door bij de parlementsverkiezingen als grootste partij uit de bus te komen. Met een mengeling van nationalisme en populisme hoopt Nikolic opnieuw munt te slaan uit de grote ontevredenheid onder de Servische bevolking.
Voornaamste concurrenten van Nikolic zijn de minister van Economische Zaken, Dragan Marsicanin, en Boris Tadic. Marsicanin is naar voren geschoven door zijn partijgenoot premier Vojislav Kostunica van de Democratische Partij van Servië (DSS). Marsicanin gaat door voor tamelijk kleurloos en ligt in de peilingen dan ook op de derde plaats, achter Boris Tadic, voorzitter van de oppositionele Democratische Partij (DS). Na diens recente benoeming tot opvolger van de vorig jaar vermoorde premier Zoran Djindjic haalde hij de bezem door de partij en ontdeed zich van een aantal dubieuze figuren. Aan het jasje van Tadic kleeft daarom niet de geur van corruptieaffaires en schandalen, die vorig jaar leidden tot de voortijdige ontbinding van de regering, waarvan de DS deel uitmaakte.
De laatste min of meer serieuze kandidaat voor het presidentschap is outsider Boguljub Karic, een van de rijkste mensen van het land en eigenaar van een communicatienetwerk voor mobiele telefonie. Karic, die zijn rijkdom onder Slobodan Milosevic verwierf en in die tijd zelfs even minister was, moet zich in het huidige Servië politiek nog bewijzen. Een van zijn eerste maatregelen als president zal een importverbod op sla zijn, zodat de Serviërs die kunnen verbouwen „zoals ze dat altijd hebben gedaan” en exporteren. Verder wil hij de ondernemingsgeest van zijn landgenoten stimuleren.
Voor premier Kostunica staat er bij de presidentsverkiezingen komende zondag veel op het spel. Als zijn kandidaat de tweede ronde niet haalt, lijdt hij persoonlijk gezichtsverlies en valt zijn strategie om zowel de DS van Tadic als de SRS van Nikolic van zich af te houden, in duigen. Dan zal Kostunica toch toenadering moeten zoeken tot de DS, wil hij politiek overleven. Een overwinning van Nikolic over twee weken betekent immers het einde van zijn toch al weinig stabiele regering, aangezien coalitiepartner G17 Plus al heeft aangegeven in dat geval te zullen opstappen.
Waarnemers in Belgrado gaan ervan uit dat Kostunica de DS zal aanbieden deel te nemen aan zijn minderheidskabinet, mocht Marsicanin afhaken. Of de DS op dat aanbod zal ingaan, is onzeker. De verhouding tussen de DSS van Kostunica en de DS is nog altijd slecht. Het mogelijke geruzie tussen beide partijen na de eerste ronde zal nog meer kiezers zich doen afwenden van de politiek. En dat is weer koren op de molen van Nikolic.