„Situatie Rohingya-vluchtelingen dramatisch”
De omstandigheden waaronder honderdduizenden Rohingya-vluchtelingen momenteel verkeren in Bangladesh zijn met geen pen te beschrijven. „Ik zag naakte kinderen zonder ouders en getraumatiseerde moeders waarvan de mannen zijn gemarteld en vermoord.”
Tineke Ceelen, directeur van Stichting Vluchteling, struikelt haast over haar woorden als ze donderdagmiddag via de telefoon vanuit haar hotelkamer in Dacca verslag doet van de situatie in de twee opvangkampen voor de Rohingya’s in Bangladesh. Ze staat op het punt om terug te vliegen naar Nederland.
Prachtige stranden
De kampen liggen in de plaats Cox’s Bazar, dichtbij de grens van Myanmar, zo’n 40 kilometer ten noorden van prachtige stranden met luxe hotels. Een toeristische trekpleister van betekenis.
Hoe anders is de situatie in de tjokvolle kampen die Ceelen de afgelopen vier dagen bezocht. Er huisden tot vorig jaar 233.000 mensen, sinds eind augustus weken zijn er volgens Ceelen zo’n 500.000 bijgekomen, maar „pin me niet op een getal vast.” En nog steeds stromen er vluchtelingen binnen.
De directeur van Stichting Vluchteling bezocht de kampen om de situatie ter plekke zelf in ogenschouw te nemen. De ontreddering die ze waarnam, tart elke beschrijving. „Veel vluchtelingen zijn van het ene op het andere moment uit hun dorpen verdreven. Militairen in Myanmar drongen hun huizen binnen en scheidden vrouwen en kinderen van de mannen. Vrouwen werden verkracht. De mannen werden vaak gemarteld alvorens ze werden vermoord, soms werden hun kelen doorgesneden. Hun vrouwen en kinderen moesten daarbij toekijken. Ik heb gruwelijke verhalen gehoord. Vervolgens werden de dorpen platgebrand.”
Slopende voettocht
Dan volgde een slopende voettocht, soms barrevoets, naar de grens met Bangladesh, op de vlucht voor het brute geweld. Ceelen: „Iets meenemen konden de mensen niet meer. Velen hebben alleen de kleren die ze droegen op het moment dat ze op de vlucht sloegen, soms zelfs dat niet. Ik zag deze week veel naakte kinderen.”
Onderweg verstopten de vluchtelingen zich ’s nachts in de bossen. Zonder bedekking sliepen ze op de koude aarde. „Ik heb een vrouw gesproken met een baby van twee dagen. Ze was tijdens haar vlucht bevallen in de bossen. Haar man was vermoord.”
Ceelen ontmoette deze week getraumatiseerde mensen. „Je ziet verstrakte gezichten, moeders die de kluts kwijt zijn. Het lijkt alsof ze niet begrijpen wat er is gebeurd. Ondertussen moeten ze wel voor hun kinderen zorgen.”
Hyena’s
Maar het blijft het niet bij deze ellende. Cox’s Bazar kende al voordat de Rohingya’s kwamen georganiseerde criminaliteit, professionele drugsbendes die hun waar over de grens smokkelden naar Bangladesh voor export naar de rest van de wereld. Ze hebben volgens Ceelen nu een nieuw „verdienmodel” ontdekt. „Deze maffiosi zijn als hyena’s op zoek naar jonge Rohingya-meisjes die ze kunnen verkopen aan de seksindustrie in Cox’s Bazar. Ze hebben het vooral gemunt op de ontzagwekkende aantallen kinderen waarvan de ouders zijn vermoord of die hun ouders onderweg zijn kwijtgeraakt. Van de meeste meisjes wordt nooit meer wat gehoord. Soms wordt er een dood teruggevonden.”
De kampen zijn niet berekend op de massa’s mensen die er nu verblijven. De infrastructuur is beroerd. Door de regens is de bodem drassig. Onderkomens zijn er veel te weinig. Ceelen: „De mensen maken zelf hutten van bamboe en dekken die af met zeilen. Gezien de tekortschietende capaciteit bouwen ze hun hutjes ook op de berghellingen buiten de kampen. Maar bij een flinke regenbui of windvlaag spoelen die naar beneden.”
Sanitaire voorzieningen zijn er binnen en buiten de kampen nauwelijks, zag Ceelen. „Mensen doen overal hun behoefte. In de kampen stinkt het naar ontlasting.”
De drinkwatervoorzieningen zijn primitief en de kwaliteit van het water is slecht. „Bovendien: je kunt wel ergens een waterkraan installeren, maar als de mensen geen jerrycans of pannen hebben, kun je daar niet veel mee.”
De hygiëne schiet ernstig tekort. Het gaat bovendien ook om mensen die zowel fysiek als psychisch in een slechte conditie verkeren. Heel veel kinderen zijn schrikbarend ondervoed. In zo’n situatie liggen allerlei ziektes op de loer, zoals longontstekingen of een uitbraak van cholera, vreest Ceelen.
In en rond de kampen zijn diverse hulporganisaties actief, signaleert de directeur van Stichting Vluchteling. Daaronder zijn de VN, het Rode Kruis, Artsen zonder Grenzen en ook lokale hulpverleningsorganisaties. „Die lokale organisaties uit Bangladesh zelf zijn sterk, maar ze hebben zich altijd gericht op ontwikkelingswerk, niet op acute hulpverlening. Ze weten niet hoe je dat moeten aanpakken. Het ontbreekt niet aan goede wil, wel aan kennis en capaciteit. Daardoor is het hier nog steeds een totale chaos.”
De laatste dagen worden er volgens Ceelen veel militairen naar het grensgebied gestuurd. „Dat is goed voor het op orde brengen van de logistiek, maar militairen die in kampen de hulpverlening op zich nemen, dat is niet wat je moet hebben. Het leger heeft de Rohingya’s in Myanmar jarenlang onderdrukt en de gruwelen van de laatste tijd zijn daar nog bijgekomen. De vluchtelingen zijn doodsbang voor militairen.”
Stichting Vluchteling was aan de andere kant van de grens al jaren actief onder de Rohingya’s, vertelt Ceelen. „We waren de grootste zorgaanbieder. Onze stafleden zijn echter zelf ook op de vlucht geslagen. We proberen weer contact met hen te krijgen zodat ze weer voor ons aan het werk kunnen. We zijn nu met een team van tien internationale noodhulpexperts.”
Klinieken
Samen met andere organisaties wil de stichting hulp gaan bieden op het gebied van gezondheidszorg, zorg voor verkrachte vrouwen en traumacounseling. „We beginnen met het opzetten van twee klinieken –gebouwtjes met bamboemuren en daken– voor ernstig ondervoede kinderen met complicaties. Voor die kinderen zijn nu maar vier bedden voorhanden. We willen veertig bedden extra realiseren. Daarnaast gaan we zes gewone en zes mobiele klinieken opzetten voor algemene gezondheidszorg en opvang van mensen met ernstige trauma’s. Ook willen we een aantal vrouwencentra van de grond krijgen.”
Wat doet de ellende waarmee Ceelen werd geconfronteerd met haarzelf? „Die vier dagen waren zeer intensief. Wat je hoort en ziet is niet goed voor je nachtrust. Je wordt indringend geconfronteerd met de minder fraaie kant van de mensheid.”