Muziek

Violiste Simone Lamsma heeft het podium als favoriete plek

Als topvioliste Simone Lamsma de concertzaal betreedt, voelt ze de energie van het publiek al. Studeren en repeteren vindt ze fijn, maar haar favoriete plek is het podium. „Tijdens een concert werk ik samen met het orkest en de dirigent, maar zeker ook met het publiek.”

Geerten Jan van Dijk
5 October 2017 10:39Gewijzigd op 16 November 2020 11:38
Simone Lamsma. beeld Sjaak Verboom
Simone Lamsma. beeld Sjaak Verboom

Het was voor Simone Lamsma (31) altijd vanzelfsprekend dat ze violiste wilde worden. Sterker nog: als stip op de horizon stond van jongs af aan een solocarrière.

Na zeven jaar basisschool ging de 11-jarige Simone in Londen wonen, om lessen te volgen aan de Yehudi Menuhin School bij Hu Kun. Haar ouders bleven achter in Friesland. „Voor een buitenstaander lijkt het waarschijnlijk alsof ik een abnormale jeugd heb gehad. Maar zo heb ik het zelf nooit ervaren. Het voelde voor mij heel natuurlijk. Mijn ouders zochten destijds iets wat bij mij zou passen: een plek waar ik op hoog niveau muziek kon maken en studeren, het voorgezet onderwijs kon volgen én een sociaal leven zou kunnen leiden. Die mogelijkheid was er in Londen.”

1. Ik ben al een tijdje wonderkind af, en dat bevalt me prima.

„Een wonderkind heb ik mij nooit gevoeld. Daar was ik ook niet mee bezig. Het is voor mij goed geweest dat mijn carrière zich heel geleidelijk ontwikkelde. Met name mijn ouders hebben mij daarin heel goed begeleid. Ik stond als jong meisje niet buitensporig veel op het podium. Natuurlijk, ik heb wel veel ervaring opgedaan, maar aanvankelijk vooral op kleinere podia. Studie en ontwikkeling hadden op dat moment prioriteit. Ik vind het gevaarlijk om kinderen al op heel jonge leeftijd in de schijnwerpers te zetten. De menselijke ontwikkeling is het belangrijkst, pas daarna een carrière. Het gaat er uiteindelijk niet om hoe goed je kunt vioolspelen als je 15 bent, het gaat erom hoe je je ontwikkelt als mens.”

2. Het leven van een muzikant is een competitie.

„Muziek is nooit een competitie. Bij muziek gaat het om samenwerking en communicatie. Anderzijds is het natuurlijk zo dat er wordt gevochten om een paar plekken. Dat is bij elk vak zo. Ik heb vooral geleerd dat je een plek aan de top niet kunt afdwingen. Het enige wat je kunt doen, is hard werken. De rest komt dan wel. Of niet. Of ik mensen om me heen heb zien sneuvelen? Ik weet niet wat dat is, sneuvelen. Uiteindelijk denk ik dat iedereen zijn eigen weg vindt. Wat onmisbaar is: een groot incasseringsvermogen, ijzersterke discipline en een enorm grote liefde voor de muziek. Anders is het niet vol te houden. En niet iedereen zal dat willen of kunnen.”

3. Ik heb veel te danken aan dirigent Jaap van Zweden.

„Tien jaar geleden werkte ik voor het eerst samen met Jaap van Zweden. Meteen bij de eerste repetitie was er een enorme muzikale klik. We hebben weinig woorden nodig. Dat is heel speciaal. Ik kom dat niet vaak tegen. We delen dezelfde gedrevenheid, hebben beiden een kritisch oor voor details en eenzelfde benadering van de muziek. De klik was wederzijds. Na die eerste concerten zei Jaap: „Waar ik kan, neem ik je mee naartoe.” Inmiddels ben ik met hem op ontzettend veel plekken geweest; ik ben hem daar zo enorm dankbaar voor. Maar het meest dierbaar zijn mij onze gezamenlijke muzikale ervaringen.”

4. Het podium is mijn favoriete plek.

„Op het podium kan ik mijn passie kwijt en ervaar ik een enorme vrijheid. Dat voel ik nergens anders op die manier. Er komen natuurlijk ook wel spanning en druk bij; dat is niet altijd een fijn gevoel. Het is wel voornamelijk druk die ik mezelf opleg. Ik wil de muziek zo goed mogelijk dienen, leg de lat enorm hoog. Een concert is altijd spannend: precies op dat moment moet en wil ik het laten gebeuren. Ik weet dat de wereld niet vergaat als ik dat niet voor elkaar krijg. Alleen voor mijzelf is het zo enorm belangrijk. Muzikaal gezien is het podium mijn favoriete plek, maar ik ben ook graag bij mijn familie. Dat is mijn andere favoriete plek.”

5. Liever kamermuziek dan een solo-concert.

„Ik kan niet kiezen, en dat hoef ik gelukkig ook niet! Of ik nu met z’n tweeën werk, in een kleine groep of met een symfonieorkest: ik heb altijd dezelfde benadering. Alles draait om de communicatie met medemusici. Bij een klein groepje zijn de lijntjes wel heel kort, heel direct. Maar dat zoek ik ook als ik met een orkest speel. Ik houd van die afwisseling. Momenteel is de balans doorgeslagen naar het geven van soloconcerten en speel ik minder kamermuziek. Dat heeft te maken met de aanvragen die binnenkomen. Maar er is ook een praktische reden: het blijkt steeds weer erg lastig om de agenda’s op elkaar af te stemmen.”

6. Zonder publiek is er niet zo veel aan om muziek te maken.

„Repeteren vind ik fijn, maar tijdens een concert is er altijd die extra energie. Ik kan dat lastig benoemen. Het is magie. Ik houd van de interactie met het publiek. Gevoelig als ik ben voor sfeer voel ik al vanaf het moment dat ik het podium op loop de energie van het publiek. Heel apart. Bij een concert draait het om samenwerking. Het gaat niet alleen om wat de musici op het podium doen. Ik vind echt dat het publiek daar ook een rol in heeft. Soms voel ik dat het me lukt om het publiek helemaal de muziek in te trekken. Tijdens een concert werk ik samen met het orkest en met de dirigent, maar zeker ook met het publiek.”

7. Ik heb weleens overwogen om te stoppen met vioolspelen.

„Ik weet niet anders dan dat ik viool wilde spelen. Volgens mijn ouders was ik nog maar een meisje van 2 toen ik op tv een jongetje viool zag spelen. Daarna wilde ik niets anders meer. Het werd voor mij zo vanzelfsprekend dat ik er eigenlijk niet meer over nadacht. Dat veranderde naarmate ik ouder werd en me veel bewuster met mijn vioolcarrière bezighield. Natuurlijk, ik heb mijn moeilijke momenten meegemaakt, dat is normaal. Mijn carrière verliep weliswaar al snel tamelijk flitsend, maar ik heb teleurstellingen op moeten vangen. Grote teleurstellingen. Je bent musicus, maar tegelijkertijd helemaal jezelf. Ook op het podium. Dan geef ik mij helemaal, leg ik mijn ziel bloot. Dat is zo ontzettend persoonlijk en heeft niet eens zozeer te maken met vioolspelen, maar vooral met wie je bent als persoon. Je moet sterk zijn om dat vol te kunnen houden.”

8. Het liefst speel ik muziek waarvan de inkt nog maar net droog is.

„Er gaat voor mij niets boven Beethovens Vioolconcert, en dat is al best oud. Het maakt mij niet uit wanneer of door wie de muziek geschreven is, als het maar goed is. Het is wel heel inspirerend om nieuwe muziek te spelen van componisten die nog leven. Ik had niets liever gewild dan Beethoven even aan zijn jasje te trekken om te vragen wat hij met een bepaalde passage bedoeld heeft. Zoiets had ik laatst wel toen ik het vioolconcert ”In tempus praesens” uit 2007 van de Russische Sofia Goebaidoelina (1931) speelde. De componiste zelf was daarbij aanwezig. Wat is er mooier dan input van de maker van de muziek zelf? Het enige waar ik mee bezig ben, is proberen over te brengen wat ik denk dat componisten hebben bedoeld met hun muziek.”

9. De toenemende vergrijzing belooft weinig goeds voor de klassieke muziek.

„Muziek spreekt voor zichzelf en dat zal altijd zo blijven. Klassieke muziek zal nooit verdwijnen, daar is ze te sterk voor. Wel hoor ik regelmatig dat mensen denken dat klassieke muziek niets voor hen is. Dat is zo jammer om te horen. Ik vind het daarom belangrijk dat kinderen al vanaf de basisschool kennismaken met klassieke muziek, zodat het een deel wordt van hun opvoeding. Als kinderen dit meekrijgen, kunnen ze later zelf de keus maken of klassieke muziek wel of niet iets toevoegt in hun leven. En dan denk ik echt dat we een veel groter publiek zullen bereiken. Klassieke muziek is van zichzelf al fantastisch. Daar moet je niet aankomen of iets aan willen veranderen of toevoegen. Dat heeft de muziek niet nodig! Belangrijker is het om open te leren staan en te leren luisteren. Dat kan soms wat moeite kosten. Hoewel, ik heb wel voor kinderen gespeeld die er meteen helemaal in opgingen. Dat kan heel gemakkelijk gaan.”

10. Het liefst woon ik in Friesland.

„Ik ben een echte Friezin met een erg sterk wortelgevoel. Lang heb ik in Friesland gewoond, maar dat werd onpraktisch vanwege het vele reizen. Nu woon ik in Haarlem, vlak bij Schiphol. Mensen zeggen altijd dat Friezen nuchter zijn. Ik denk dat dat voor een deel ook wel waar is. Friezen zijn ook heel emotionele mensen. Niet sentimenteel, maar emotioneel. Friezen zijn ook trotse mensen. Ik voel mij een trotse Fries. Regelmatig reis ik af naar Friesland. Om mijn oma te bezoeken, bijvoorbeeld.”

Levensloop Simone Lamsma

Simone Lamsma (1985) begon met vioolspelen toen ze 5 jaar was. Als 11-jarig meisje verhuisde ze naar Londen om les te krijgen aan de Yehudi Menuhin School en later aan de Royal Academy of Music. Als jongste studente ooit werd ze daar toegelaten tot het bachelor of music-programma.

Lamsma studeerde op haar 19e „first-class honours” af en kreeg daarbij verschillende prijzen toegekend: de HRH Princess Alice’s Prize voor „voorbeeldig studentschap”, de Louise Child Prize voor de hoogste prestatie van bachelor of music-afgestudeerden, en de Roth Prize voor de beste uitslag van een vioolexamen.

De violiste won verschillende vermaarde concoursen, waaronder het Nationaal Vioolconcours Oskar Back, het internationaal Benjamin Brittenvioolconcours en een internationaal vioolconcours in China.

Sindsdien speelt Lamsma als soliste bij orkesten over de hele wereld en werkte ze samen met dirigenten als Andrew Davis, Neville Marriner en Jaap van Zweden.

In 2006 verscheen haar debuut-cd, die zij samen met de Japanse pianiste Yurie Miura volspeelde met muziek van Elgar. Begin dit jaar kwam haar meest recente cd uit, met het eerste vioolconcert van Dmitri Sjostakovitsj en het vioolconcert ”In tempus praesens” van Sofia Goebaidoelina.

Meer informatie: www.simonelamsma.com


In Staccato reageren musici op tien stellingen. Volgende aflevering: zaterdag 28 oktober.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer