Inkomsten Duitse kerken dalen sterk
Een sterke daling van de lidmaatschapscontributie brengt grote Duitse kerken in de problemen. In de eerste vier maanden van dit jaar heeft de landelijke Evangelisch-Lutherse Kerk van haar 3,1 miljoen leden ongeveer 9,5 procent minder inkomsten uit contributie ontvangen dan vorig jaar.
Volgens Rolf Krämer, vice-president en financieel directeur van het landelijk bureau, lopen de financiën van de kerk gevaar, aangezien in de lopende begroting slechts rekening is gehouden met een teruggang van 2 procent.
De vooruitzichten voor de lidmaatschapscontributie, die in Duitsland als een soort belasting wordt geheven en daarom ook wel kerkbelasting wordt genoemd, zijn volgens Krämer somber. Deze bedragen namelijk een vast deel, ongeveer een tiende, van de loon- of inkomstenbelasting. Daardoor is de hoogte van deze contributie mede afhankelijk van het economisch klimaat. Een verwachte groei van de Duitse economie met 1,4 procent zal volgens Krämer nauwelijks leiden tot een opleving van de arbeidsmarkt.
Hij wijst erop dat de kerk van werklozen niet of nauwelijks lidmaatschapscontributie ontvangt. Daar komt bij dat voor veel Duitsers een inkomstenstijging vanwege kerst- of vakantietoelagen steeds vaker achterwege blijft. Ook dat heeft nadelige consequenties.
Krämer wijst er verder op dat ook de belastinghervormingen in Duitsland, die sinds 1 januari van kracht zijn, funest zijn voor de kerk. De bij deze hervormingen behorende uitbreiding van het aantal ontheffingen heeft er volgens Krämer toe geleid dat de lidmaatschapscontributie van een modaal gezin met eenderde is afgenomen. Op de begroting van de Evangelisch-Lutherse Kerk ontstaat daardoor een gat van ruim 20 miljoen euro. Voor het komende jaar voorziet Krämer een tekort van 67,5 miljoen euro. Het tekort dient gedicht te worden door in te teren op de eigen reserves.
In de voormalige DDR wordt geen lidmaatschapscontributie via de inkomstenbelasting geheven. Kerkleden betalen daar vrijwillige bijdragen. In de praktijk blijkt echter dat de inkomsten van de kerk in Oost-Duitsland per kerklid drie keer zo laag zijn als van kerken in West-Duitsland.