Unesco-president Michael Omolewa presenteerde burgemeester Ron Huldai van Tel Aviv een certificaat, waarmee de opname op de lijst van het werelderfgoed officieel een feit werd.

Tel Aviv is na de Braziliaanse hoofdstad Brasilia de tweede moderne stad die is geplaatst op de lijst, die nu 174 locaties in ruim 120 landen telt. De stad werd in 1909 gesticht door Europese immigranten die er een modern cultureel en economisch centrum van maakten. In de jaren ’30 arriveerden veel Duitse architecten uit de Bauhaus-school, die hun creativiteit op Tel Aviv konden botvieren.

Zij schiepen een ’tuinstad’ op basis van een raamwerk van wijde boulevards omlijnd met bomen. Binnen de wijken lopen smalle straten naar groene pleintjes, waardoor een combinatie van een levendige, stedelijke buitenkant en een ingetogen, intieme binnenkant is ontstaan.

De appartementen zijn opgetrokken uit witgepleisterd beton, drie tot vier verdiepingen hoog, met krachtige horizontale lijnen, afgewisseld door elegante balkons.

Sinds de jaren ’50 zijn veel appartementen helaas in verval geraakt en is het wit op veel plaatsen veranderd in goor grijs. Schilderachtige balkons zijn afgezet met goedkope golfplaten. Pleisterwerk valt van de muren en airconditioners breken de zuivere lijnen.

De erkenning door de Unesco verplicht het stadsbestuur tot inspanning voor behoud van het erfgoed. Er zijn plannen in de maak om de Witte Stad wettelijk te beschermen en om fondsen voor het herstel te werven. De Israëlische wet verplicht de overheid tot het betalen van compensatie als de rechten van huiseigenaars worden beperkt. Renovatie is mogelijk, maar gaat „astronomische bedragen” kosten, aldus de tweede man van de afdeling planning van het stadsbestuur, Zofia Santo.