De 48–jarige J. van A. uit Eindhoven hoorde maandag drie jaar cel tegen zich eisen waarvan één voorwaardelijk. Hij kreeg eerder van de rechtbank in Roermond anderhalf jaar cel.

De hoofdverdachte, de 47–jarige Duitse geldmakelaar E.K., moet woensdag voor het hof verschijnen, maar de kans dat hij komt opdagen is nihil. Wegens zijn gezondheidstoestand en zijn gewicht van ruim tweehonderd kilo kan hij niet worden vervoerd.

De oplichtingszaak speelde eind jaren negentig. Via enkele tientallen tussenpersonen verkocht K. beleggingscertificaten. De kopers waren hoge rentes in het vooruitzicht gesteld maar zagen nooit iets van hun geld terug, want de certificaten waren waardeloos. K. werkte via een piramideconstructie. In 1999 viel hij door de mand. De rechtbank in Roermond veroordeelde hem in juli vorig jaar tot vier jaar cel.

Van A. raakte bij de zaak betrokken als directeur van Pensioenraadgevers bv. Hij zegt zich alleen bezig te hebben gehouden met pensioenadvies en zou niet hebben geweten van de illegale activiteiten van K. Aanklaagster advocaat–generaal T. Verdegaal noemde die verklaring maandag volstrekt ongeloofwaardig. Van A. was volgens haar volop betrokken bij de beleggingsactiviteiten. Samen met zijn stadgenoot en medeverdachte E. van V. (47) zou hij erop hebben gegokt dat K. volledig aansprakelijk gesteld zou worden als de piramide zou instorten, terwijl zijzelf de dans zouden ontspringen.

Verdegaal vindt dat de drie hoofdverdachten elk moeten opdraaien voor een vierde deel van de schadeclaims die zijn ingediend door 285 gedupeerden. Dat zou neerkomen op 2,5 miljoen euro, een bedrag dat volgens haar ’in een mensenleven niet op te brengen is’. Het hof zal het bedrag om die reden waarschijnlijk matigen. Van Van A. eiste de aanklaagster maandag ook nog ruim 100.000 euro terug in het kader van de pluzke–wetgeving.

Vorige week stonden vijf tussenpersonen terecht die certificaten verkochten. Zij draaien wat het Openbaar Ministerie betreft op voor de resterende 25 procent van de schade.