Muziek

Dorien Schouten: Het orgel oubollig? Welnee!

Als puber vertelde ze liever niet dat ze orgelspeelde, en de psalmen uit Genève vond ze maar saai. Nu droomt de jonge organiste Dorien Schouten van een volledige baan als kerkmusicus. „Niets zo mooi als het tweerichtingsverkeer tussen de zingende gemeente en de organist.”

Geerten Jan van Dijk
20 September 2017 16:02Gewijzigd op 16 November 2020 11:31
Dorien Schouten bij het orgel van de Stevenskerk in Nijmegen. beeld RD, Henk Visscher
Dorien Schouten bij het orgel van de Stevenskerk in Nijmegen. beeld RD, Henk Visscher

Voor de in Edinburgh (Schotland) woonachtige Dorien Schouten (30) gelden de Groninger Stad en Ommelanden als een waar orgelparadijs. „Als je daar bent, wil je nooit meer weg.” Daags na de allereerste editie van de International Martini Organ Competition in Groningen, afgelopen augustus, blikt de jonge organiste terug. Enthousiast, een tikje gedesillusioneerd, maar vooral heel sportief.

Het gesprek vindt plaats na afloop van een concert door Laurens de Man, winnaar van het concours. Schouten viel in de eerste ronde al uit. „Ik vind organisten over het algemeen heel vriendelijk en collegiaal. Het was een competitie, maar niet op een vervelende manier. Voor een concours studeer ik altijd heel erg hard. Als het tegenzit, speel je een halfuur, en als je niet door bent mag je in de regel direct naar huis. In Groningen mocht ik blijven, ook al lag ik er bij de eerste ronde al uit. Ik bezocht workshops en deed mee met excursies. Er was alle ruimte om de andere deelnemers en de juryleden te leren kennen. De juryleden hadden grote namen; ik zag tegen hen op. Maar het blijken ook gewoon heel leuke mensen te zijn.

Of ik als vrouw mij eenzaam moet bewegen in aan akelige mannenwereld? Tijdens mijn studie in Den Haag was ik de enige vrouw. Toen ik in Berlijn studeerde, was de helft vrouw. En van de twaalf deelnemers tijdens het concours in Groningen waren er maar vijf man.”

Jeugdcantorij

Zoals elke pianominnende vader was ook vader Schouten bezig met de vraag wie van zijn kinderen hij eens naar pianoles zou kunnen sturen. Het werd Dorien. Dat de kerkmuziek het uiteindelijk won van de piano, heeft alles te maken met Ko Zwanenburg, de toenmalige cantor van de Utrechtse Marcuskerk. „Al vanaf vrij jonge leeftijd zong ik mee in de jeugdcantorij van de Marcuskerk in Utrecht. Ik vond dat geweldig, ook al ging ik natuurlijk ook omdat mijn ouders dat graag wilden.

Soms mochten we tijdens een kerkdienst meezingen met de grote cantorij. Dat waren voor mij echt bijzondere belevenissen. Na een van de repetities gaf Zwanenburg een demonstratie op het orgel. Toen was ik om en ben ik bij hem orgellessen gaan volgen. Nog steeds is Zwanenburg mijn muzikale coach.

Als puber wilde ik nooit zeggen dat ik orgelspeelde. Met verbazing werd ik aangekeken: „Speel jij orgel?” Waarop met mogelijk nog meer verbazing volgde: „Ga jij dan ook naar de kerk?””

Geneefse psalmen

Een studie kerkmuziek lag voor de hand. Het orgel staat immers in de regel in een kerk. „Er is door de eeuwen heen ontzettend veel mooie en veelkleurige kerkmuziek geschreven. Wat ik zo leuk vind aan de kerk: er zijn zo veel mensen. In de kerk besef ik heel goed dat de samenleving veel groter is dan mijn eigen bubbel. Niets zo mooi als het tweerichtingsverkeer tussen de zingende gemeente en de organist.”

Na haar studie aan het conservatorium in Den Haag vertrok Schouten naar Berlijn, om les te nemen bij Leo van Doeselaar, Erwin Wiersinga en Paolo Crivellaro. Momenteel woont ze in Edinburgh, samen met haar man, die als wiskundige werkzaam is in de Schotse hoofdstad. „Wat ik in het buitenland mis, zijn de Geneefse psalmen. Als kind vond ik ze maar saai, te veel op elkaar lijken. Alleen maar halve en kwartnoten. Nergens klinken deze wonderschone melodieën vaker dan in Nederland. Zingen blijft een grote passie. Voor studie en werk zijn mijn man en ik vaak verhuisd. Het eerste wat wij doen als we ons ergens vestigen, is een goed koor opzoeken.”

Grootste instrument

Ondanks de grote vraag naar organisten in Nederland, lopen steeds minder mensen warm voor het orgel. Is het orgel een oubollig instrument? „Welnee! Laten we wel wezen: het orgel is het grootste muziekinstrument dat er bestaat. Het is zo overweldigend, zo karaktervol. Geen twee orgels zijn hetzelfde. Sommige orgels zijn honderden jaren oud. Daar hebben dus al eeuwenlang mensen op zitten spelen!

Voor de promotie van het orgel is de eerste indruk die mensen krijgen bepalend. Niet zelden is die eerste indruk negatief door slecht orgelspel. Of mensen komen sowieso niet met het orgel in aanraking, omdat ze nooit meer in de kerk komen.

Al die prachtige instrumenten die we in Nederland hebben moeten natuurlijk wel onderhouden worden. Ik ben bang dat, als het orgel alleen maar binnen de kerk wordt gehouden, er op een gegeven moment niet meer voldoende mensen zijn die ervoor zorgen dat de instrumenten bewaard worden voor de toekomst.”

Droombaan

Nog maar net afgestudeerd, kreeg Schouten in 2015 een uitnodiging van de Nederlandse Bachvereniging om voor het onlineproject ”All of Bach” orgelwerken van Bach op te nemen. „Via Leo van Doeselaar kreeg ik een lijstje onder ogen met orgelwerken die nog over waren. Ik koos acht kleine stukjes. Geen monumentale werken, maar wel verschrikkelijk mooie. Het stond vast dat ik in de Bovenkerk in Kampen zou spelen. Wel mocht ik kiezen tussen het hoofdorgel en het koororgel. Ik koos voor het koororgel. Dat instrument staat in een oude stemming en dat maakt het allemaal nog interessanter. Het leverde me veel reacties op en verschillende concertaanvragen. Geregeld herkennen mensen mij van ”All of Bach”. Dat is een vreemde ervaring.”

Ooit hoopt ze fulltime aan de slag te kunnen als kerkmusicus. In Duitsland bijvoorbeeld. „Ik zie het al voor me: twee kerkkoren, een jeugdkoor en een koperensemble onder mijn hoede en een monumentale kerk als werkplek. Het nadeel is dan wel dat ik geen tijd meer heb om concerten te geven. Soms denk ik ook weleens aan het muziekonderwijs. Bijna niets is zo mooi en belangrijk als lesgeven. Samen kijken hoe dingen beter kunnen.”


Dorien Schouten

Dorien Schouten (1987) kreeg op tienjarige leeftijd haar eerste orgellessen van Ko Zwanenburg. Aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag behaalde ze haar bachelordiploma’s voor zowel orgel (2010) als kerkmuziek (2011). Haar orgeldocent was Jos van der Kooy. Daarna vervolgde Schouten haar opleiding aan de Universität der Künste te Berlijn.

Schouten werkte mee aan verschillende modernemuziekprojecten, onder andere bij het Internationaal Orgelfestival Haarlem (2008, 2010) en het Orgelfestival Leipzig (2011). Ze voert ook graag barokmuziek uit, bij voorkeur op historische instrumenten of als continuospeler.

Als (cantor-)organist was Schouten actief in kerken van verschillende denominaties, onder andere in Berlijn en Oxford. Momenteel vervult ze die functie in Edinburgh.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer