Eind vorig jaar gaf verantwoordelijk staatssecretaris Van Rijn (VWS) Zorginstituut Nederland opdracht om normen op te stellen voor de personele bezetting in verpleeghuizen. Hij deed dat nadat de beroepsvereniging voor verpleegkundigen, Patiëntenfederatie Nederland en de koepel voor zorgaanbieders Actiz er onderling niet uitkwamen.

De kwaliteitsnormen van het instituut, dat in 2014 ontstond uit het College voor Zorgverzekeringen, zijn dermate bindend dat zorginstellingen en patiënten er rechten aan kunnen ontlenen. Zo zou onderbezetting aanleiding kunnen geven tot rechtszaken; van patiënten tegen zorginstellingen, of van instellingen tegen de staat.

De afgelopen weken meldden Van Rijn en minister Dijsselbloem (Financiën) de Kamer dat het bedrag van 2,1 miljard euro, nodig om de norm te kunnen waarmaken, de komende kabinetsperiode op tafel móét komen. Niet alle bewindspersonen en zorgwoordvoerders van de Tweede Kamer realiseerden zich het verplichtende karakter van die uitgave, aldus de Volkskrant.

Openlijk blijk geven van woede jegens Van Rijn is er overigens niet bij. Veel Kamerleden redeneren volgens de krant dat ze zelf eerder aan de bel hadden kunnen trekken. Bovendien beloofden vrijwel alle partijen tijdens de verkiezingscampagne flink te zullen investeren in de verpleeghuiszorg.