„Vinden wij 15 verdrinkingsdoden acceptabel?”
Hoeveel verdronken zwemmers accepteren wij jaarlijks in Nederland? Op basis daarvan kunnen we bepalen of we in ons land genoeg geld besteden aan surveillances langs het water, zegt de nieuwe directeur van Reddingsbrigade Nederland Koen Breedveld. „Er verdrinken nu veel minder mensen dan honderd jaar geleden, maar de laatste 25 jaar stagneert het. We accepteren blijkbaar een risico op verdrinkingen op plaatsen waar we geen toezicht houden. Want het aantal kan nog verder omlaag.”
De Reddingsbrigade Nederland viert zaterdag haar eeuwfeest. Eerder maakte de organisatie bekend dat dit jaar 15 zwemmers verdronken, van wie een deel op plaatsen waar de Reddingsbrigade graag had willen surveilleren. Breedveld: „Meer controle vraagt om meer investering, maar hebben we dat ervoor over? Of vinden we dit aantal slachtoffers acceptabel? Het ontbreekt vooralsnog aan een goede norm waaraan wij ons kunnen meten. Onze lifeguards kunnen niet op elk tijdstip overal zijn. Soms lukt het om betaalde krachten in te huren om ons te assisteren, soms ook niet.”
Het afgelopen seizoen redde de Reddingsbrigade 176 mensen direct van de verdrinkingsdood. Dit aantal is exclusief de acties waarbij iemand het zonder de aangereikte hulp van de brigade waarschijnlijk ook had gered. De meeste mensen die in nood komen, zijn zich onvoldoende bewust van de gevaren op het open water, zegt Breedveld. „Ze beseffen niet dat de zee of een recreatieplas anders is dan een zwembad en worden verrast door de stroming of plotselinge diepte. Of overvallen door de kou. Het is van invloed dat mensen tegenwoordig minder goed zwemmen dan vroeger. Toen ik kind was, zwommen we veel vaker dan de jeugd van nu doet.”
Zoals veel organisaties, is het ook voor de Reddingsbrigade Nederland lastig om vrijwilligers te vinden. Een groot verschil is dat ze de organisatie wel vaak trouw blijven als ze er eenmaal voor werken. „Ze ervaren veel genoegdoening”, zegt Breedveld. „Ik was deze week bij een seniorenterugkomdag in een zaal vol mensen die zich een leven lang aan ons hebben verbonden. Veel vrijwilligers melden zich spontaan bij ons aan, vanwege het maatschappelijk belang.”
Daarnaast richt de organisatie zich op de jeugd. „Na het behalen van hun zwemdiploma gaan veel kinderen bij ons verder met zwemmend redden. Tijdens de middelbare schooltijd haken de meesten af, maar daarna komt een deel weer terug. Onder de lifeguards hebben we veel jongeren. Dat is fijn, want ook voor de toekomst hebben we iedereen keihard nodig.”