EU-uitspraak arbeidsrecht tegenvaller Ryanair
Stewards en stewardessen van de Ierse luchtvaartmaatschappij Ryanair kunnen naar de rechter stappen in het land waar ze gestationeerd zijn. Dat heeft het Europees Hof van Justitie bepaald in een zaak van zes werknemers van Ryanair. De uitspraak kan bij een arbeidsgeschil in het voordeel van het cabinepersoneel uitpakken.
Volgens het Europees Hof van Justitie is de thuisbasis een belangrijke aanwijzing bij het bepalen welke rechter een zaak moet behandelen. De rechter moet uiteindelijk bepalen of de zaak in het land van de thuisbasis of in Ierland wordt behandeld.
De prijsvechter wilde een arbeidsgeschil uitvechten in Ierland, waar het bedrijf is gevestigd. De zes Belgische, Spaanse en Portugese medewerkers willen dat de zaak in België wordt uitgevochten, waar zij volgens hun arbeidsovereenkomsten gestationeerd zijn. Dat verplicht de zes op maximaal een uur afstand van het vliegveld bij de Belgische stad Charleroi te wonen.
Ryanair zegt de uitspraak te verwelkomen, omdat de rechter de thuisbasis niet als enige criterium ziet. De luchtvaartmaatschappij blijft dan ook zijn internationale werknemers Ierse contracten aanbieden. Volgens topman Michael O’Leary gaat de uitspraak van het hof alleen over jurisdictie en gaan de arbeidskosten van zijn bedrijf niet omhoog.
Volgens FNV is de uitspraak ook goed nieuws voor medewerkers van Ryanair die op vliegveld Eindhoven werken. „We maken ons ernstige zorgen over de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van deze medewerkers. Vanaf nu kunnen we dit soort geschillen gewoon voorleggen aan een Nederlandse rechter”, zegt bestuurder Leen van der List.