Ook boven de Douro ligt een prachtig stuk Portugal
Op wat lokale boertjes na is er niemand te zien. De natuur in het uiterste noorden van Portugal is overweldigend. Gids Hugo Marques laat in een trip door natuurgebieden vol enthousiasme delen van Portugal zien „waar de gemiddelde toerist niet zo snel komt.”
Na een uur rijden vanaf het vliegveld van Porto verlaten we de snelweg. Het landschap is ruig, de wegen slingeren zich omhoog. Bij een kapelletje zet Hugo zijn auto neer. „Een bergwandeling beginnen bij een kapel is altijd een goed idee.”
We bevinden ons inmiddels in de Serra de Arga, een natuurgebied dat zich uitstrekt tot de rivier de Minho. Deze rivier vormt de grens tussen Spanje en Portugal.
De stranden en historische steden, waar Portugal vooral om bekendstaat, lijken hier ver weg. Volgens Hugo is de Serra de Arga vooral bekend bij de Portugezen zelf. „Voor toeristen stopt Portugal bij de rivier de Douro.”
De Portugezen laten hun gasten in dit gebied flink zoeken naar de rood met gele markering die de route aangeeft. Een gps-systeem meenemen of een gids inhuren is geen overbodige luxe.
Kurkeik
Het noorden van Portugal is groen. Er valt meer regen dan in de rest van het land. Maar ook in dit gebied woeden regelmatig bosbranden. Hele bergkammen zien er doods en zwartgeblakerd uit. Opvallend is dat verbrande kurkeiken een jaar na de brand alweer groen uitlopen. Volgens Hugo verbrandt alleen de bast, en blijft er leven in de boom.
De kurk van de eik wordt gebruikt om wijnkurken van te maken, maar souvenirwinkels op de luchthaven laten zien dat er veel meer mogelijk is met kurk. Van portemonnee tot stoel, van handtas tot lamp.
Vee als kachel
De wandeling van 8 kilometer binnen twee uur afleggen is onmogelijk. Veel losliggende stenen en grote rotsblokken maken het klimmen, maar vooral het dalen, lastig. Zo nu en dan moeten we over een beekje springen.
De temperatuur loopt tegen het eind van de morgen flink op. Temperaturen rond de 30 graden zijn niet ongewoon in mei. Bescherming tegen de zon en minimaal een liter water zijn onmisbaar onderweg.
Als het pad overgaat in klinkers, doemen er wat huizen van leisteen op. De huizen lijken op poten te staan. Dat heeft een reden, legt Hugo uit. „In de winter kan het hier op 600 meter hoogte aardig koud zijn. De koeien staan dan in de stal onder het huis. Op deze manier is het vee de kachel.” Een aantal boeren in het gebied heeft twee huizen. Eén in het dal voor de winterperiode, en één in de bergen voor de warmere periode. In het voorjaar trekken de boeren met hun beesten de bergen in, op zoek naar groene weiden. „De verhuizing met de beesten is een prachtig gezicht.”
In de tuin van de huizen groeien druiven, waar licht sprankelende witte wijn van wordt gemaakt, vinho verde. Ook verbouwen de inwoners vaak mais of graan. Dit wordt opgeslagen in granieten huisjes, de zogenaamde espigueiros. Ook deze huisjes staan op poten, maar dit is om te voorkomen dat knaagdieren het opgeslagen voedsel opeten of er vocht bij komt.
Gevaarlijke honden
Herders met schapen of geiten in het gebied hebben honden bij zich waar Hugo even voor wil waarschuwen. „Veel mensen zijn ze niet gewend, dus maak geen verkeerde bewegingen. Zodra er een hond op je afkomt, sta je stil, kijk je naar beneden en laat je je armen hangen. De honden willen alleen aan je handen ruiken.”
Herders, en hun honden, komen we niet tegen. Net zomin als wolven, die hier schijnen te leven. In vroeger tijden werd er op wolven gejaagd. Op diverse plekken in het landschap zijn nog stenen muurtjes te zien, waar de wolven in de val gedreven werden. Hugo zag er tot zijn grote verdriet nog nooit een. Hij is jaloers op de herders, „die spotten ze regelmatig.”
Zout aanvullen
De restaurants en bars serveren vanaf een uur of twaalf een warme maaltijd. Voor Portugezen is dit de belangrijkste maaltijd van de dag. Ze trekken hier gerust twee uur voor uit.
Een zoute, rijk gevulde groentesoep is een prima voorgerecht. Boeren in de streek eten de soep volgens Hugo als nagerecht van het diner. „Om de gaatjes te vullen.”
Ook het hoofdgerecht is zout. De bacalhau à Brás bestaat uit een ovenschotel van gezouten, uit elkaar getrokken kabeljauw, met aardappels, roerei en ui. Vergezeld van een frisse vinho verde een ideale maaltijd om op krachten te komen na de wandeling.
Ponte de Lima „mooiste stadje”
Het stadje Ponte de Lima is een goede uitvalsbasis voor wandelingen in de omgeving. Niet alleen Serra de Arga, maar ook natuurpark Corno de Bico en nationaal park Peneda-Geres liggen op minder dan 30 kilometer afstand.
Deze oudste stad van Portugal is genoemd naar de brug over de rivier de Lima. De brug werd in 1370 gebouwd, en is nu alleen toegankelijk voor voetgangers. Een wandeling naar de overzijde van de rivier geeft een prachtig uitzicht op het oude centrum. Uit boxen op de brug klinkt blikkerige muziek van Vivaldi.
Pal aan de rivier kan de auto gratis gestald worden. Helaas beneemt het wagenpark op deze manier wel het zicht op het pittoreske stadje.
Aan het eind van de middag lijkt het er haast uitgestorven. Hier en daar zitten wat oude mannen een spelletje te spelen bij een bar. Bij de vele restaurantjes zijn de terrassen leeg. Toch zijn er volgens gids Hugo altijd wel mensen op de been in dit „mooiste stadje van Portugal.” Pelgrims die naar Santiago de Compostella lopen, komen namelijk door de stad.
In het kleine centrum is genoeg te zien. Rijk versierde herenhuizen worden afgewisseld door kerken, standbeelden en fonteinen. Hier en daar zijn nog oude delen van de stadsmuur te zien. De geschiedenis wordt weergegeven op oude tegelplateaus, de azulejos. Souvenirwinkeltjes zoek je hier tevergeefs. Een aardewerken fruitschaal van de plaatselijke huishoudwinkel is minstens zo leuk.
Praktisch
Meer informatie over Noord-Portugal is te vinden op visitportoandnorth.travel
Op visitportugal.com is Nederlandstalige informatie te vinden over Portugal.
TAP Portugal vliegt dagelijks van Amsterdam naar Porto in ongeveer tweeënhalf uur.
Beste tijd voor een bezoek aan de regio is het voorjaar, wanneer het niet te warm is en alles in bloei staat. Ook het najaar is geschikt.