„Samenleving moet klinkend erfgoed behouden”
De samenleving moet zich met steun van lokale overheden inzetten voor het klinkend erfgoed in Nederland. Als een gemeenschap het draagvlak vormt, is dit de beste garantie op duurzaam beheer en onderhoud van klokken, orgels en beiaards.
Dat was zaterdag de boodschap die de deelnemers aan het 2e symposium van Stichting Klinkend Erfgoed Nederland (SKEN) in de Leeuwenbergkerk te Utrecht meekregen.
Klinkend erfgoed is sterk verweven met de verspreiding van het christendom, aldus Herman Sietsma, voorzitter van SKEN. Zo heeft Utrecht een schat aan orgels, beiaards, torenuurwerken, luidklokken. De stad heeft zelfs een klokkenluidersgilde. Het oudste orgel van Nederland, het Peter Gerritszorgel, heeft tot 1886 in de Nicolaikerk gehangen. Het pijpwerk is opgeslagen en de kas hangt in de Koorkerk in Middelburg. „Het streven is om het orgel weer op zijn oorspronkelijke plaats te krijgen”, aldus Sietsma.
Voor de SKEN-voorzitter moet er een toekomst blijven voor het klinkend erfgoed. Nederland telt 3000 luidklokken,1600 monumentale orgels, 1000 torenuurwerken en 40 beiaards. Volgens hem komen door ontkerkelijking en kerksluitingen de orgels, klokken en uurwerken in gevaar. Daarom zijn er burgerinitiatieven nodig, zowel landelijk als plaatselijk, die de zorg voor dit klinkend erfgoed en de daarvoor bedoelde muziek veilig stellen.
„Kerken, die steeds minder leden en minder inkomsten hebben, kunnen dat niet alleen. Daarom roepen we overheden en maatschappelijke organisaties op zich bewust te zijn van deze cultuurschatten. Er is een nationale inspanning nodig. Ook nieuwe generaties moeten de vreugde van het klinkend erfgoed ervaren”, aldus Sietsma.
Daarom luidt de SKEN de noodklok. Gemeentebesturen en plaatselijke organisaties moeten zich bekommeren om het lot van hun instrumenten. Ook moet er een hernieuwde belangstelling komen voor de functie en de muziek van deze instrumenten, door te investeren in de jeugd, in kwalitatieve muziek en in compositieopdrachten.
SKEN werkt aan een database om inzicht te krijgen in plaatselijke organisaties en overheden die informatie geven over wie verantwoordelijkheid wil nemen voor welke instrumenten. Ook komt er een database met voorbeeldprojecten, gericht op het vergroten van de interesse voor klinkend erfgoed.
Dick van Dijk, coördinator van het Utrechts Kerkenplatform, prijst zich gelukkig dat alle kerken in Utrecht nog in particuliere handen zijn. „Hoewel veel kerken gesloten zijn, willen we ze het gebouw behouden. Als cultuurtempel kunnen ze ook een functie hebben”, zegt hij.
De Utrechtse cultuurwethouder Kees Diepeveen wil niet elke bestemming voor een gesloten kerkgebouw toestaan of het in de uitverkoop doen. Voor hem is Utrecht een kerkenstad, muziekstad en een festivalstad. Een cultuurpodium voor iedereen in Utrecht.
Willibrord van Beek, Commissaris van de Koning in Utrecht en fervent orgelliefhebber, toonde zich pleitbezorger voor klinkend erfgoed en de instandhouding ervan. Of de overheid dat moet doen, valt volgens hem te bediscussiëren.
Bij wijze van muzikale intermezzo’s kwam het Flentroporgel (1954) in de Leeuwenberghkerk, dat met de sluiting van de kerk sinds 2006 niet meer gebruikt is, weer tot klinken door bijdragen van Pim Schipper en Sander Booij.
In de eerste week van september 2018 wordt in Maastricht Euregionaal de week van het klinkend erfgoed gehouden. 2020 zal het jaar van het klinkend erfgoed zijn.