Nederlandse studente op Sint-Maarten: Ons appartement is verwoest
Een bizarre week heeft de Nederlandse studente Amber Corman (20) achter de rug. De orkaan Irma verwoestte haar appartement op Sint-Maarten.
„Wat wij hier op Sint-Maarten meegemaakt hebben, is echt heel heftig. Er zijn geen woorden voor. Ik ben blij dat ik de orkaan heb overleefd”, vertelt Corman zaterdagavond rond zes uur Nederlandse tijd per telefoon vanaf het deels verwoeste eiland.
De rechtenstudente van Hanzehogeschool Groningen vindt even tijd voor een gesprek, tussen de bedrijven door. Ze helpt zaterdag in de keuken van een shelter, een schuilplek, waar zo’n honderd mensen bivakkeren.
De tweede orkaan, José, moet dan nog Sint-Maarten aandoen. Op de achtergrond is een sirene te horen. „Er komt weer nieuw eten aan. Ik moet weer helpen”, zegt Corman, na een gesprek van amper een kwartier.
Onduidelijk
Vorige week dinsdag arriveerde de uit Hoogeveen afkomstige studente op Sint-Maarten. Het plan was om stage te gaan lopen bij een advocatenkantoor. Maar deze week kreeg een onverwachte wending. „Lokale bewoners begonnen zich voor te bereiden op de komst van orkaan Irma. Het was lang onduidelijk wat de impact van de orkaan zou zijn.”
In haar appartement in Philipsburg, de grootste stad van het Nederlandse deel van Sint-Maarten, voelde Corman zich niet veilig. „We kregen schildersplakband om de ramen af te plakken. Ramen werden dichtgetimmerd. Maar mijn huisgenoot en ik zijn afgelopen dinsdagmiddag weggevlucht. We konden terecht bij vrienden van mijn huisgenoot, elders op Sint-Maarten. Dat huis ligt op een berg. Ook daar werden de ramen getapet en dichtgetimmerd.”
Aanvankelijk was de sfeer in dat huis „gezellig en fijn”, blikt Corman terug. Maar gaandeweg merkten ze de verwoestende kracht van de superorkaan. „Het begon steeds harder te waaien en steeds harder te regenen. Palmbomen vielen om. We hoorden gekke geluiden. Fluitende wind. Bliksemflitsen. Klopgeluiden. Deuren trilden en gingen bol staan, we waren bang dat die er uit zouden vliegen.”
Koelkast
Toen de Nederlandse studente daags na de orkaan naar buiten ging, stond ze perplex van de schade. „Van ons eigen appartement zijn de muren en deuren eruit geslagen. De koelkast lag op de trap, de bank lag in de tuin. Het was zo heftig. Van tal van huizen is het dak afgeblazen. Muren zijn gevallen. Aan de tegels kun je nog zien waar de keuken en de badkamer zat. Ik heb zó te doen met de lokale bewoners.”
De afgelopen dagen hielp Corman met opruimwerkzaamheden op het zwaargetroffen eiland. „Overal liggen bomen en delen van daken op straat.”
Echt bang voor de nieuwe naderende orkaan José is de Nederlandse studente niet, zegt ze zaterdagavond. Ze maakt zich wel zorgen over plunderaars. „Al zijn er gelukkig ook veel vrijwilligers op de been.”
Blij is ze dat ze zaterdag in het shelter in de keuken kan helpen. „Dan hoef ik niet de hele tijd te denken aan de gebeurtenissen van de afgelopen dagen.”
Hoe ze de komende tijd gaat doorbrengen? „Dat weet ik nog niet.”