Economie

Van Spartamet tot e-bike: hulpmotor rode draad in geschiedenis Sparta

De fiets met hulpmotor vormt de rode draad in de geschiedenis van rijwielfabriek Sparta. Neem de Spartamet uit de jaren tachtig: nog altijd legendarisch. Maar de eerste rijwielen met een motortje reden al in 1931 het in Apeldoorn gevestigde bedrijf uit. „Neemt bergen zonder bij-trappen.”

Geertje Bikker-Otten
1 September 2017 18:02Gewijzigd op 16 November 2020 11:22
Al in 1931 leverde Sparta een fiets met hulpmotor. beeld Sparta
Al in 1931 leverde Sparta een fiets met hulpmotor. beeld Sparta

Vrijdag bestaat het oer-Nederlandse fietsenmerk Sparta honderd jaar. Dat jubileum valt midden in de glorietijd voor de fiets met ondersteuning. Een op de drie verkochte fietsen is tegenwoordig voorzien van een elektrische hulpmotor. Voor de vakhandel is de omzet in e-bikes inmiddels groter dan in gewone fietsen.

Sparta was in de jaren negentig het eerste bedrijf dat Nederland liet kennismaken met een elektrisch aangedreven fiets. Maar het bedrijf is allang niet meer de enige aanbieder van fietsen met een accu. Marco Kalden, brandmanager van Sparta en Batavus, schat dat er in Nederland inmiddels rond de tachtig bedrijven e-bikes op de markt brengen. Het van origine Apeldoornse bedrijf, dat sinds 2001 bij de Accell Group (onder andere Batavus en Sparta) hoort, verkoopt er jaarlijks zo’n 50.000 tot 60.000.

Onvoldoende kracht

Die hulpmotor, dat is eigenlijk de rode draad door de geschiedenis van Sparta, zegt Kalden. Al sloegen eerdere versies –waarbij de motor duidelijk zichtbaar was– nooit zo breed aan als de hedendaagse e-bike. Dergelijke fietsen werden vooral bereden door mensen die hem nodig hadden omdat ze zelf onvoldoende kracht hadden, zoals ouderen.

Dat ligt bij de hedendaagse e-bikes totaal anders. Jong en oud omarmen deze tweewielers de laatste jaren massaal. „De grootste groep kopers is jonger dan vijftig”, weet Kalden. „Scholieren vinden het, als ze een grote afstand moeten overbruggen, vaak fijner om op een e-bike te gaan dan met de bus.”

Fietsen en e-bikes in het bijzonder hebben sowieso de komende jaren het tij mee, aldus Kalden. Onder andere als oplossing voor het dichtslibbende autoverkeer in en rond steden. „De capaci- teit van het openbaar vervoer groeit wel, maar niet hard ge- noeg.” Bovendien zien steeds meer mensen in dat het belangrijk is om meer te bewegen. „Bijvoorbeeld door een paar keer per week op de fiets naar het werk te gaan, eventueel met hulpmotor.”

Bakfiets

Sparta begon in 1917 als een groothandel in fietsen en fietsonderdelen. Een van de oprichters, Leendert Schakel, besloot een paar jaar later dat hij beter zelf fietsen kon gaan maken. In de jaren twintig van de vorige eeuw ging het de Nederlandse fietsenverkoop voor de wind. Een tweewieler was voor veel mensen de snelste manier om zich te verplaatsen. „Het waren economisch moeilijke jaren. De opmars van de auto ging hier veel langzamer dan bijvoorbeeld in Amerika. Bakkers, kruideniers en slagers gebruikten een bakfiets om hun koopwaar uit te venten.”

Om het fietsers gemakkelijker te maken, bracht Sparta in 1931 een fiets met een hulpmotor op de markt. Na de Tweede Wereldoorlog maakten de motorfiets en later in de jaren zestig de bromfiets zo’n opmars door dat het Apeldoornse bedrijf zich alleen daarop toelegde en een tijdlang zelfs stopte met het maken van fietsen.

Helm

Dat veranderde toen het wette- lijk verplicht werd om op dergelijke voertuigen een helm te dragen. Veel mensen zagen dat niet zitten. Waardoor de fiets weer populairder werd. Sparta reageerde daarop door zelf weer met de productie van rijwielen te beginnen.

Halverwege de jaren tachtig kwam Sparta opnieuw met een fiets met een hulpmotor: de Spartamet, die in essentie niet veel verschilde van de eerste versie uit de jaren dertig. In de jaren negentig liet het Apeldoornse bedrijf Nederlanders voor het eerst kennismaken met een –in vergelijking met een rijwiel met een benzinemotor veel schonere en stillere– elektrisch aangedreven fiets: de Pharos. „Maar het probleem van de Spartamet en ook de Pharos was dat je de motor duidelijk kon zien zitten”, zegt Kalden.

De leiding van Sparta dacht dat de markt voor deze rijwielen daardoor beperkt zou zijn en blijven. De volgende stap was de ION, die gelanceerd werd in de jaren negentig en waarvoor Sparta zelf alle technologie –zoals de motor, accu en display voor op het stuur– ontwikkelde. „Die fiets is eigenlijk de oerversie van alle e-bikes die er nu rondrijden”, stelt Kalden niet zonder trots.

Dit jaar lanceerde Sparta de zogenaamde ”smart e-bike”, een fiets met een ingebouwde gps-zender. Een belangrijk voordeel van deze fiets is dat het minder aantrekkelijk en gemakkelijk is om zo’n e-bike te stelen.

Kalden: „Als je de bijbehorende app op je telefoon installeert, kun je hem altijd terugvinden. En je kunt van alles instellen. Bijvoorbeeld dat je een seintje krijgt als iemand aan de fiets zit. Of als je e-bike zich buiten een ingesteld gebied bevindt of harder dan 50 kilometer per uur beweegt, bijvoorbeeld omdat iemand hem op een karretje heeft geladen.” Verzekeraars zien wel brood in de preventieve werking van de ingebouwde gps-zender. De premie voor smart e-bikes is lager dan voor gewone elektrische fietsen.

Stang

Kalden ziet op korte termijn geen glansrijke toekomst voor de uniseksfiets –zonder stang– weggelegd. Hij nuanceert de risico’s van de traditionele herenfiets waar Veilig Verkeer Nederland onlangs de aandacht op vestigde. „Dat geldt niet voor alle mannelijke fietsers. Met name voor vaders met jonge kinderen achter op de fiets en oudere mannen kan het met een achterwaartse beenzwaai opstappen gevaren opleveren.”

Sparta heeft wel een e-bike met uitneembare stang in het assortiment. „Oudere heren staan bij de aanschaf van een e-bike vaak voor een dilemma. Gaan ze voor een dames- of een herenversie. Het blijkt vaak moeilijk om afscheid te nemen van de stang.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer