Valt doek voor raadgevend referendum?
Mogelijk wordt het raadgevend referendum afgeschaft. Het onderwerp ligt op de formatietafel, zo bleek donderdag. Sinds 1 juli 2015 kunnen burgers in Nederland een raadgevend referendum organiseren over nieuwe wetten of verdragen.
Dat is sindsdien slechts één keer gebeurd: op 6 april vorig jaar gingen Nederlanders naar de stembus om zich uit te spreken over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. En terwijl de opkomstdrempel van 30 procent net werd gehaald (iets meer dan 32 procent van de stemgerechtigden bracht een stem uit) en het verdrag door een meerderheid (61 procent) werd afgewezen, treedt het vrijdag volledig in werking. De Nederlandse Eerste Kamer keurde het verdrag eind mei goed, waarmee Nederland het als laatste EU-land kon ratificeren.
Aan de bezwaren van de nee-stemmers is volgens het kabinet overigens wel tegemoetgekomen, in een verdragsbijlage, waarin staat dat het verdrag geen recht geeft op EU-lidmaatschap en EU-landen niet verplicht tot extra veiligheidsgaranties of financiële bijdragen.
Het referendum was een initiatief van het comité Geenpeil. Hierin werkten het Burgercomité EU, de weblog GeenStijl en het Forum voor Democratie samen. De initiatiefnemers stelden dat de inzet van hun initiatief niet het verdrag was, maar de „redding van de democratie in Europa”.
Een raadgevend referendum is niet zomaar geïnitieerd overigens. In de eerste, inleidende fase moeten de initiatiefnemers tienduizend handtekeningen verzamelen. Als die geldig blijken, volgt er een tweede fase, waarin 300.000 handtekeningen moeten worden verzameld. Alleen vanaf een minimale opkomst van 30 procent is het referendum geldig, maar in geen geval is de uitslag bindend.
Om te mogen stemmen gelden dezelfde voorwaarden als voor Tweede Kamer-verkiezingen: een minimumleeftijd van achttien jaar, de Nederlandse nationaliteit en niet uitgesloten zijn van het kiesrecht.