„Deze vrouwen in klederdracht zijn ambassadrices van Spakenburg”
Corrie en Greetje Koelewijn uit Spakenburg werkten jarenlang als huishoudsters voor de koninklijke familie op Paleis Soestdijk. Vrijdag wandelden de hoogbejaarde vrouwen op hun oude werkplek in traditionele klederdracht trots langs de 25 kunstzinnige foto’s waarop zijzelf te zien zijn. Die dag werd de foto-expositie geopend waarvan zij het onderwerp zijn als ”Spakenburgse diva’s op Paleis Soestdijk”.
„De diva’s zijn in de kunstwereld ware ambassadrices van Bunschoten-Spakenburg”, zei burgemeester Van de Groep van de gemeente Bunschoten-Spakenburg, Ook hij nam een kijkje bij de opening van de tentoonstelling.
„De diva’s treden met de oude klederdrachtcultuur naar buiten op een gedurfde wijze: de verbinding met de moderne kunst. De contrasten zijn groot en daar is moed voor nodig.”
Moed hadden de Spakenburgse schoonmaaksters vroeger ook. Zij waren om hun properheid populair tot ver buiten hun regio.
Greetje Koelewijn werkte bijna veertig jaar in de koninklijke huishouding. „Je kwam nooit op plekken waar je niet werkte, beneden en boven waren gescheiden. Toen werd me gevraagd of ik de afdeling van prins Bernhard wilde doen, de zitkamer met die 468 olifantjes die precies moesten worden teruggezet. Het was er vreselijk vol en heel warm. Daar wilde ik eerst een nachtje over slapen”, vertelde ze in het eerder gepubliceerde boek ”Paleis Soestdijk. Drie eeuwen huis van Oranje”.
Greetje Koelewijn keerde eerder dit jaar terug naar het paleis voor een fotosessie van Theateratelier Het Wilde Oog, dat wordt gerund door het kunstenaarsduo Hans Lemmerman en Inge van Run.
De theatermakers werken sinds 2000 samen met vrouwen die nog steeds traditionele Spakenburgse klederdracht dragen. Duizenden foto’s maakten ze van de vrouwen, die ze de „Spakenburgse diva’s” noemden. Een kleine tachtig exposities waren het resultaat.
De nieuwe expositie heeft een extra dimensie vanwege het arbeidsverleden van de twee vrouwen op het paleis.
Greetje Koelewijn werd neergezet in de werkkamer van koningin Juliana en wandelde de trap op richting de etage waar ze vroeger nooit mocht komen. Ze draagt op de foto een sleep waarop afbeeldingen te zien zijn van prinsen en prinsessen van allerlei koningshuizen. „Toen we haar vroegen op welke locatie ze nog meer gefotografeerd wilde worden, wees ze naar het bordes”, zegt Lemmerman.
Er zijn ook schoonmaakattributen zichtbaar op de foto’s. „Een goudkleurige emmer, in combinatie met een kunstkraplap die diva Hendrikje Kuis (schoonzus van Corrie en Greetje Koelewijns, red.) aanheeft. Op een andere foto staat ze met het overbekende knalgele huishouddoekje in haar hand.”
Paleis Soestdijk krijgt eind dit jaar een herbestemming en in Spakenburg dragen nog maar een kleine 150 vrouwen klederdracht. „Met deze expositie is het bijna voorgoed voorbije tijdperk voelbaar”, meent Lemmerman.
De kunstenaar spreekt vol passie over de diva’s, Corrie, Wijmpje, Mengsje Koelewijn en Hendrikje Kuis, allen (ver) in de 80. De schoonheid van de Spakenburgse klederdracht raakt hem. „Deze vrouwen zijn muzen, stijliconen. Zij laten met hun klederdracht zien dat ze in een traditie staan, maar hebben ook de moed om zich open te stellen voor de kunsten.”
De diva’s genieten van de fotosessies door heel het land. „Het is toch voor de kunst”, zei Hendrikje Kuis ooit. „Staat er alweer iets nieuws op het programma, meneer Hans?” vroeg Mengsje Koelewijn onlangs. Het Wilde Oog heeft inderdaad nog plannen genoeg met de diva’s. Lemmerman: „Het Groninger Museum, op de Afsluitdijk, in de Efteling, in SnowWorld, een klooster in Vaals, het Amersfoortse Mondriaanhuis. Zo kan ik nog wel even doorgaan. We kunnen niet alle plannen uitvoeren. Dan zijn we zeker langer dan tien jaar bezig. Het blijft fragiel, werken met vrouwen in klederdracht op leeftijd.”
De expositie is tot en met 24 september te zien op Paleis Soestdijk.