„Noors rookverbod geen begin totaalverbod sigaret”
In navolging van Ierland is het sinds dinsdag -1 juni- ook in Noorse cafés en restaurants definitief over met de tabaksdampen. Roken mag niet meer in de horeca. De Ierse minister van Volksgezondheid, Martin, was er als de kippen bij om de Noorse regering te feliciteren met de maatregel.
Of het verbod ook hanteerbaar is in de praktijk zal echter nog moeten blijken. Ook in Noorwegen is het immers zomer geworden en de nicotineverslaafden kunnen zonder een jas aan te schieten snel even naar buiten voor een rokertje. Los daarvan kunnen rokers hun consumptie altijd nog combineren met een sigaret op het terras. Op zijn laatst eind september -in het noorden van Noorwegen veelal nog een stukje eerder- is het met het openluchtvermaak voor wat de horeca betreft wel zo’n beetje afgelopen. Als de eerste sneeuwvlokken vallen, zal het begrip ”doorgewinterde roker” ongetwijfeld geen loze kreet meer zijn.
De steeds schaarser wordende Noorse rokers reageren vooralsnog gelaten op het nieuwe verbod. Volgens een lukraak door een dagblad op internet gehouden enquête zegt zo’n 50 procent van hen voortaan net zo vaak naar een horecagelegenheid te zullen gaan als voorheen. De andere helft kondigt aan thuis te zullen blijven. Meer dan een indicatie is het uiteraard niet.
Iets meer statistische waarde heeft mogelijk een onderzoek van de publieke omroep NRK onder 400 horecazaken. Volgens de uitslag daarvan denkt 80 procent dat het verbod qua handhaving geen moeilijkheden zal opleveren, maar verwacht niettemin 50 procent van de cafés en discotheken wel problemen bij de exploitatie. Anders gezegd: de uitbaters van deze gelegenheden vrezen een fors verlies aan klandizie. Ook zijn de eigenaars van dit soort zaken er bang voor dat bezoekers die even de straat op gaan voor een nicotineshot betrokken raken bij vechtpartijen, uitgelokt door in de stad ronddolende provocerende lieden. Sommige zaken zeggen daarop in te zullen spelen door rookplekken af te bakenen met omheiningen.
Een venijnige bepaling voor de horeca in de wet is dat de uitbaters ervoor moeten zorgen dat het verbod wordt nageleefd. Niet degenen die een sigaret opsteken zijn de pineut, maar de waard, want die krijgt de boete gepresenteerd. Dit is de exploitanten ingepeperd met een informatiepakket, dat hun is toegestuurd door het ministerie van Volksgezondheid. In het pakket zat ook een verbodsbordje dat aan de buitenzijde van de zaak, bij de ingang, moet worden bevestigd. Het bevatte verder stickers en folders voor de klanten.
De komende weken kan de horeca volgens het ministerie rekenen op veelvuldige controles. Op welke manier en hoe vaak dat gaat gebeuren is een kwestie van afwachten. Het is niet zo dat het departement van Volksgezondheid er alleen voor staat; ook de arbeidsinspectie moet een rol gaan spelen,evenals de gemeentelijke overheden. De politie krijgt in ieder geval nog niet expliciet de taak om ’rookbonnen’ uit te delen. Hoe zwaar de sancties bij overtreding worden, is allesbehalve helder. De wettekst rept daar niet over. Dat uiteindelijk de vergunning van de waard op het spel staat, is niettemin wel duidelijk.
De commentator van het landelijke dagblad Aftenposten stelde gisteren op de eerste dag van het rookverbod vast dat er alle reden is om aan te nemen dat er van een repressieve wetshandhaving waarschijnlijk geen sprake zal zijn. Dit mede gezien de ervaringen die met het horecarookverbod zijn opgedaan in enkele staten in de VS, waar het publiek volgens de scribent geen moeite bleek te hebben met de acceptatie.
Daarnaast sleepte de commentator er nog maar eens een enquête van eigen bodem bij, waaruit naar voren kwam dat 72 procent van de Noren vindt dat de rokers het verbod zullen moeten respecteren. „Maar liefst 80 procent gelooft dat de sociale controle voldoende zal zijn om rokers ervan af te houden er eentje op te steken. Degenen die aangesteld zijn om het verbod te bewaken, zullen er zonder meer op kunnen rekenen dat ze van niet-rokende restaurantbezoekers hulp krijgen.”
Het ministerie van Volksgezondheid denk dat zelf ook. Het doet een beroep op het gezonde verstand. De maatregel moet beslist niet worden gezien als een hetze tegen de toch al zo geplaagde rokers. „Het verbod dient alleen ter bescherming van het horecapersoneel en het is geen stap op weg naar een totaalverbod voor de sigaret”, zo klinkt het van de zijde van het departement.