Nood-Korea kleurt beurzen rood
De Europese aandelenbeurzen kleurden vrijdag dieprood in navolging van de forse koersverliezen in Azië en New York. Door de dreigende oorlogstaal tussen Noord-Korea en de VS stevenen de Europese aandelen af op de slechtste beursweek dit jaar.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 1,1 procent in het rood op 518,07 punten. De hoofdindex koerst af op een weekverlies van ruim 2 procent. De MidKap zakte 2 procent tot 777,30 punten. De beurzen in Frankfurt, Londen en Parijs gingen tot 1,2 procent achteruit.
Vooral de grondstofbedrijven en oliegerelateerde aandelen moesten het ontgelden. In de AEX was SBM Offshore de grootste daler. De oliedienstverlener zakte 5 procent, ondanks positief nieuws over de definitieve schikking die het bedrijf sloot in het hoofdpijndossier Yme. Staalproducent ArcerlorMittal volgde met een verlies van meer dan 4 procent.
Ook de financiële bedrijven kregen rake klappen. De verzekeraars Aegon en NN Group verloren rond 2 procent. ING Groep zakte 1,5 procent. Galapagos zette daarentegen de opmars voort en was een van schaarse stijgers met een plus van 3,6 procent. De biotechnoloog won donderdag al meer dan 8 procent na positieve onderzoeksresultaten.
Onder de MidKap-fondsen was het eveneens een slagveld. Roestvrijstaalbedrijf Aperam stond onderaan met een min van 3,8 procent. Kunstmestproducent OCI en luchtvaartcombinatie Air France-KLM volgden met verliezen van 3,7 en 3,4 procent. De chipbedrijven Besi en ASMI daalden 3,1 en 2,8 procent.
Frisdrankbottelaar Refresco, die een dag eerder al ruim 5 procent verloor, zakte bijna 3 procent na een adviesverlaging door KBC Securities. Flow Traders was de enige stijger met een winst van ruim 2 procent. Volgens analisten van ING kunnen de recente koersschommelingen op de beurzen goed uitpakken voor de beursintermediair.
Bij de kleinere bedrijven ging sportschooluitbater Basic-Fit ruim 4 procent onderuit na tegenvallende halfjaarresultaten. In Frankfurt zakte Innogy 1,5 procent. Het moederbedrijf van Essent boekte meer winst, maar bij de Britse tak Npower vielen de resultaten tegen.
De euro bleef vrijwel onveranderd op 1,1750 dollar. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,8 procent minder op 48,20 dollar. Brentolie werd 0,7 procent goedkoper op 51,55 dollar per vat.