Luiers zitten straks in compost en bloempotten
Gebruikte luiers worden in Nederland verbrand, terwijl er allerlei nuttige producten van gemaakt kunnen worden: biogas, compost, papier en plastic. Afvalverwerkingsbedrijf ARN gaat weer luiers recyclen, nadat de luierrecycling in Nederland tien jaar vrijwel heeft stilgelegen.
Gebruikte luiers bestaan eigenlijk voor 75 procent uit water –voornamelijk afkomstig uit de urine– en voor 25 procent uit droge stof, vertelt milieuondernemer Willem Elsinga, de uitvinder van een machine waarmee je luiers kunt recyclen. „Er zit ongeveer 10 procent plastic in. De rest is slurry: urine, ontlasting en papier. Eigenlijk precies hetzelfde als wat je door de wc spoelt.”
In samenwerking met afvalverwerkingsbedrijf ARN gaat hij de luierrecycling nieuw leven inblazen. Rond de jaarwisseling opent ARN de eerste reactor voor luierrecycling bij de eigen afvalenergiecentrale in Weurt (bij Nijmegen). Daarna komen er nog twee reactoren bij. Het bedrijf heeft al een jaar proefgedraaid met een kleinere reactor. ARN verwacht met de drie reactoren 20.000 tot 30.000 ton luiers per jaar te kunnen verwerken, ongeveer 10 procent van het totale aanbod.
Verbrandingsoven
Luiers gaan in Nederland nu nog de verbrandingsoven in. Het enige wat eruit wordt teruggehaald, is energie. Ruim 5 procent van het huishoudelijk restafval in Nederland bestaat uit wegwerpluiers, volgens het ministerie van Infrastructuur en Milieu. Daarnaast komt in het bedrijfsafval nog een onbekende hoeveelheid luiers van kinderdagverblijven, ziekenhuizen en zorginstellingen terecht.
Van 1999 tot 2007 draaide in Arnhem een luierrecyclingfabriek van het Canadese bedrijf Knowaste. Jaarlijks werd er 35.000 ton aan luiers van gezinnen, crèches, ziekenhuizen en verpleeghuizen verwerkt tot papierpulp, kunststofkorrels en compost. De fabriek ging echter failliet.
ARN kiest voor een totaal andere methode. Er wordt geen complete fabriek neergezet, maar er komen alleen drie reactoren. De techniek erachter houdt in dat de luiers tien minuten in een vat worden gestopt, onder druk (40 bar) en bij een temperatuur van 250 graden Celsius. „Zo zijn we er zeker van dat alle medicijnresten afbreken en net als bacteriën en ziekteverwekkers zijn verwijderd”, zegt Elsinga. De luiers veranderen door de hoge druk en temperatuur in een dunne, donkere soep. Het kunststof gaat door de toevoeging van wat slib (afkomstig van Waterschap Rivierenland) samenklonteren en kan eenvoudig worden afgevangen.
Biogas
ARN zal de slurry van urine, ontlasting en papier niet zelf verwerken. „Daarvoor bestaan de rioolwaterzuiveringsinstallaties, die hebben al vergisters staan waar de slurry rechtstreeks in kan”, verklaart Elsinga. „Die kunnen er biogas van maken. De organische stoffen die na het vergisten nog overblijven, kunnen worden verwerkt tot compost.”
ARN werkt samen met Waterschap Rivierenland. Het waterschap en ARN waren al buren, dus een leiding aanleggen, is voldoende om de slurry bij de vergister van het waterschap te krijgen. „De nieuwe slurry bestond nog niet in de Nederlandse wetgeving en dat is een probleem, want dan kun je ook geen vergunning krijgen voor de verwerking ervan”, zegt Elsinga. Na intensief overleg met verschillende overheden is onlangs geregeld dat de slurry voortaan onder dezelfde code als rioolslib verwerkt kan worden. „Daardoor kan het nu overal.”
ARN haalt behalve slurry voor het waterschap ook plastic uit de luiers. De groen-witte brokjes plastic die in het reactorvat komen bovendrijven, worden door Hazacom in Tholen verwerkt tot zwarte kunststof korreltjes, waarmee allerlei nieuwe plastic producten gemaakt kunnen worden, zoals bloempotten. De kracht van het concept is dat er geen complete fabriek wordt neergezet, stelt Elsinga. „We sluiten aan bij de bestaande infrastructuren voor recycling. De investering is daardoor beperkt.” Dit zorgt bovendien voor flexibiliteit: verandert de luier van samenstelling, dan kunnen de recyclers waarmee wordt samengewerkt daar gemakkelijk op inspringen.
Octrooi
Het bedrijf waaraan Elsinga leidinggeeft –Elsinga Beleidsplanning en Innovatie– heeft de octrooirechten op het systeem voor heel Europa. Hij verwacht dat andere afvalverwerkingsbedrijven in Nederland die iets met luierrecycling willen doen, ook voor deze Nederlandse technologie kiezen. „We kijken ook naar de Engelse markt. Daar is veel belangstelling voor deze technologie, omdat ze er de fase van afvalverbranding willen overslaan. Het grootste deel van het Engelse afval wordt in Nederland verwerkt. Ze willen nu in één keer naar een circulaire economie.”
Het reactorvat is interessant voor waterschappen om zelf aan te schaffen, zegt hij. Door het slib dat overblijft bij de rioolwaterzuivering na de vergisting in zo’n vat te verwarmen tot 250 graden –met restwarmte van de afvalcentrale– komt er opnieuw biogas uit, en nu zelfs nog veel meer. „De vraag naar biogas is groot, nu we van fossiele brandstoffen af willen. Op deze manier halen we veel meer gas uit dezelfde hoeveelheid slib.”
Ouders doen mee
De helft van de jonge ouders is bereid om luiers apart in te zamelen en bijvoorbeeld af te geven bij een kinderdagverblijf, stelt Arend-Jan Majoor van de Luierrecycling Nederland. Deze stichting gaat mogelijk luiers aanleveren bij ARN, net als een aantal gemeenten. De stichting is al containers aan het plaatsen bij kinderdagverblijven. „Eind dit jaar willen we 2 miljoen kilo luiers inzamelen”, zegt Majoor. „Dat is nog maar 1 procent van de hoeveelheid luiers die jaarlijks in Nederland wordt gebruikt, dus het potentieel is nog veel groter.”