Kerk & religie

Altar call bij baptisten VS op z’n retour

Binnen Amerikaanse baptistenkerken is de zogenoemde ”altar call”, waarbij mensen tijdens kerkdiensten worden uitgenodigd naar voren te komen en hun keus voor Jezus te belijden, op zijn retour. Dit mede onder invloed van het ”new calvinism”.

W. B. Kranendonk
3 August 2017 19:35Gewijzigd op 16 November 2020 11:10
Kansas city. beeld Pixabay
Kansas city. beeld Pixabay

„De ”altar call” is on-Bijbels, een product van de valse, pelagiaanse theologie waarin wordt geleerd dat de mens nog iets te kiezen heeft en iets kiezen kan”, zegt Laurence A. Justice, emeritus predikant van de Victory Baptist Church in Kansas City. „Wie mensen uitnodigt om publiek voor Jezus te kiezen, ontkent de totale verdorvenheid van de mens en loochent dat alleen Gods genade een zondaar kan redden.”

Justice zelf groeide op in een gemeente waar de altar call gebruik was. En in de eerste jaren van zijn ambtsbediening was hij ook gewend om na de preek mensen uit te nodigen naar voren te komen om hun zonden te belijden en publiek te maken dat zij Jezus aangenomen hebben. „Door studie van de Bijbel en van het theologisch werk van Calvijn ben ik tot het inzicht gekomen dat deze praktijk totaal on-Schriftuurlijk is. Het is gebaseerd op emotie. Zo’n bekering is als een morgenwolk die zo weer voorbijgaat.”

Helemaal laakbaar vindt Jusitice de methoden die worden gebruikt om mensen tot de keus te bewegen. „Vaak worden eerst tranentrekkende verhalen verteld, daarna wordt er vaak zachte muziek gespeeld en zingt de gemeente liederen waardoor mensen geroerd raken. Ik heb wel meegemaakt en er ook wel de hand in gehad dat de gemeente bijna een halfuur zachtjes zong om de stemming er goed in te krijgen, zodat er uiteindelijke meerderen naar voren kwamen. Pure manipulatie.”

Hoewel Justice zich geen ”new calvinist” wil noemen, erkent hij zonder meer dat hij de bekende vijf punten van het calvinisme van harte onderschrijft. „De mens is zo diep verdorven dat hem niet alleen de kracht, maar vooral de wil ontbreekt om het goede te kiezen. Daardoor is het totaal onmogelijk om zelf in actie te komen. Alleen Gods verkiezing en Gods genade redden hem.”

De emeritus predikant uit Kansas City noemt het ook schadelijk voor de „zaak van Christus” dat veel mensen die gekozen hebben voor Jezus „binnen de kortste keren” weer terugkeren naar de wereld. Hij noemt het voorbeeld van een evangelisatiebijeenkomst in Oklahoma City, waar 47 mensen hun leven aan Jezus zeiden te geven. „Een paar weken nadien belde ik de predikant van deze gemeente en vroeg hoeveel mensen er nog naar de kerk kwamen. Vijf, en twee hadden zich laten dopen. De wereld lacht bij zo’n resultaat.”

Aaron Menikoff, baptistenvoorganger in Sandy Springs (Georgia), stopte –net als Justice– onder invloed van het lezen van Calvijn met de praktijk. Zijn kritiek is scherp. „De altar call doet meer kwaad dan goed. Een predikant misleidt mensen als hij onmiddellijk nadat zij naar voren zijn gekomen zegt dat hun zonden zijn vergeven zijn. Dat kan hij niet. Maar als hij het al zou kunnen, heeft hij niet eens beproefd of hun keus wel oprecht is. Dat is echt is niet wijs. Haastige spoed… Maar dat niet alleen. Het is schandalig. Terwijl de Heere Zelf zegt dat de poort eng is en de weg nauw, hebben wij mensen de poort wijd en de weg breed gemaakt. Misschien met de beste bedoelingen geven predikanten die de altar call gebruiken zondige mensen het idee dat ze gered zijn, terwijl ze Jezus niet echt kennen. Daarmee laden deze voorgangers een grote schuld op zich.”

Justice en Menikoff staan niet alleen. „Er is bij baptisten een kentering. Een groeiende groep voorgangers voelt zich bezwaard of is gestopt mensen uit te nodigen om naar voren te komen om hun leven aan Jezus te geven”, zegt Jusitice. „Dat is inderdaad een gevolg van de toenemende belangstelling voor de reformatorische theologie.”

Menikoff wijst erop dat de altar call pas in de negentiende eeuw in gebruik raakte door het werk van de opwekkingsprediker Charles Finney en later vooral gepromoot is door evangelisten als Dwight Moody, Bill Sunday en Billy Graham. „Zij spraken de mensen vaak maar één keer toe. Daarom drongen ze aan op spoed. „U moet nu beslissen. De zaak heeft haast. Wacht niet tot morgen.” Dat argument gebruiken evangelisatiepredikers ook nu nog als ze op conferenties pleiten voor handhaving van de altar call. Maar grote predikers als Whitefield en Spurgeon hebben deze methode nooit gebruikt. En hun werk werd bijzonder gezegend.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer