Per trein voorbij het IJzeren Gordijn
In, maar vooral uit Oost-Duitsland komen was ooit ontzettend lastig. Nu is dat veel gemakkelijker. Met de trein zoef je vanuit Nederland binnen een paar uur de vroegere ijzeren grens over.
Terwijl de westkant van het IJzeren Gordijn profiteerde van de modernisering die West-Europa bood, bleef het oosten van het land na de Tweede Wereldoorlog flink achter. Maar juist doordat het oosten qua techniek en infrastructuur achterbleef, kreeg de natuur veel meer ruimte. Een treinreis van Utrecht naar Thüringen laat dat duidelijk zien.
De internationale trein snelt vanaf de Nederlandse grens door grote steden zoals Düsseldorf, Keulen en Frankfurt. Veel beton, fabriekspijpen en een compleet leger aan tunnels onderweg. Twee, drie, vier uren gaan voorbij zonder dat er veel beschrijvingswaardigs te zien is vanuit de coupé. Na tunnel nummer 642 is er ineens een explosie van groen. Bossen strekken zich uit tot aan de horizon, bruine koeien waggelen door heldere weides. Thüringen, het groene hart van Duitsland, wacht.
De gangen van Erfurt
Het geeft wel iets meer gedoe om met de trein te reizen dan met de auto. Je moet immers naar een station waarvandaan de Duitse trein vertrekt. Maar eenmaal aan boord kun je gelijk ontspannen. De plekken in de trein van Deutsche Bahn zijn ruim, er is elektriciteit aan boord en in Duitsland heb je gratis wifi. De Duitse ICE’s hebben ruime bagagevakken in de tussencoupés.
Eten kan onderweg. En na een uur of zes na vertrek in Utrecht sta je al in Erfurt.
Erfurt is de hoofdstad van de deelstaat Thüringen en is een goede uitvalsbasis voor een reis in het oosten van Duitsland. Slapen kun je in het gastenverblijf van het evangelische augustijnenklooster uit 1277, waar Maarten Luther ooit als monnik door de gangen wandelde. De zon straalt door de bomen in de kloostertuin.
Het centrum van Erfurt is dichtbij: een stad van kerken en andere middeleeuwse gebouwen. De gigantische domkerk en de elegante Severikerk op het Domplein zijn publiekstrekkers van jewelste. Maar eigenlijk is het leuker om te wandelen langs de kades van de rivier de Gera, die dwars door het centrum stroomt. De rivier trekt je als het ware langs de bezienswaardigheden van Erfurt. Af en toe kun je een flankerend straatje induiken, naar de Alte Synagoge of richting de Anger: Erfurts grote winkelgebied.
Het volgende doel van de reis is Weimar, per regionale trein. Onderweg weer groene velden en bossen, weinig fabrieken, maar wel roestige ijzeren bruggen, vervallen rangeerstations met kapotgeslagen ramen en autowrakken die haast compleet overwoekerd zijn met klimplanten en boterbloemen. Het contrast met de binnenkant van de moderne trein, met stopcontacten onder iedere stoel, schone stoelbekleding en een glimlachende conducteur, is groot.
Vreemde gedachte dat hetzelfde spoor waarover deze trein rijdt nog maar zeventig jaar geleden een rol speelde in de verwoesting van de levens van vele duizenden mensen.
Het litteken van Weimar
Midden in de dichte bossen in de buurt van Weimar stichtten de nazi’s in 1937 een concentratiekamp. Een kamp dat aanvankelijk niet bedoeld was om gevangenen in te vermoorden, maar waar ze te werk werden gesteld. Desondanks stierven er meer dan 56.000 mensen. Dat alles gebeurde op nog geen 15 kilometer van het centrum van Weimar, waarvan veel inwoners altijd volgehouden hebben niets van de verschrikkingen af te hebben geweten. Met de bus is het slechts zo’n twintig minuten naar het concentratiekamp.
De panden in het stationsgebied hebben strakke gevels met ornamenten en sommige daken dragen een sierlijk torentje. Dat beeld verandert drastisch met elke kilometer die de bus richting de stadsrand aflegt. Hier staan enkel blokken beton met vierkante gaten als ramen. De muren van de appartementengebouwen zijn beschilderd met felle kleuren. En dan het bos. De lente is begonnen, maar de bomen zijn kaal. Alsof de verschrikkingen van het verleden de ziel uit de natuur getrokken hebben.
Nadat de geallieerden Konzentrationslager Buchenwald in 1945 bevrijdden, werden de inwoners van Weimar naar het kamp gebracht. Niet om hen op te sluiten, maar om te laten zien welke vreselijke toestanden er onder hun neus hebben plaatsgevonden. De prikkeldraadhekken van toen omringen net als de wachttoren nog steeds het voormalige concentratiekamp. En midden op het terrein staat een klein bakstenen gebouwtje met een hoge schoorsteen. Achter een piepende houten deur staan twee enorme verbrandingsovens. Een groepje scholieren luistert met grote ogen naar hun gids. „Hieronder was de wurgkelder. Zowel Joden als krijgsgevangenen werden aan grote ijzeren haken aan de muur opgehangen en op die manier gewurgd. Via een lift kwamen de opgestapelde lichamen naar boven en verdwenen in de ovens”, vertelt de gids.
In complete stilte wandelen de scholieren het crematorium uit. Sommigen wrijven over hun blote armen om de kilte van de kelder op de een of andere manier kwijt te raken. Een goed moment om richting de uitgang te gaan. Maar wacht, moest je hier geen entreeticket kopen? Toch maar even langs het informatiecentrum. Een glimlachende medewerker stelt gerust: „Maakt u zich geen zorgen: alles ist frei.”
Het sprookje van Eisenach
Volgende halte in Thüringen is Eisenach. Een klein uurtje doet de trein over de rit vanaf Weimar. Voor in het treinstel staat aan elke zijde een lange rode treinbank met daarboven een enorm panoramaraam. Even achterover zitten, terwijl de weilanden voorbij zoeven. Het glas versterkt de warmte van de door het raam schijnende lentezon. „Warm, nicht?” zegt een conductrice die met een zakdoek het zweet van haar rode voorhoofd veegt. „Vroeger konden de raampjes nog open, maar deze grote natuurlijk niet meer. Gelukkig zijn we zo bij de volgende halte, kunnen we even in de wind staan”, lacht ze.
De trein passeert een glinsterende waterstroom die richting een dorpje kabbelt. Een oude watermolen schept in een traag tempo het glanzende water omhoog. In de verte rent een groep herten dwars door de weilanden, van bosrand naar bosrand. Het is haast jammer dat de trein al na een uur Eisenach binnenrolt. Maar dat gevoel verdwijnt snel weer op het perron van de stad. Hier in Eisenach zou ergens een sprookjesachtig kasteel moeten staan, maar waar?
Twee personen staan centraal in Eisenach. De eerste is componist Johann Sebastian Bach (1685-1750), die er geboren werd. De tweede is Maarten Luther (1483-1546). In Eisenach vertaalde hij het Nieuwe Testament in het Duits. Zijn voormalige woning, een smetteloos wit en tevens het oudste vakwerkhuis van de stad, is tegenwoordig een museum waar enkele van zijn originele teksten te bewonderen zijn. Maar het echte pronkstuk van Eisenach is de Wartburg. Met een taxi moet die snel te vinden zijn, want het wordt al langzaam donker.
Een vrolijke Duitse rijdt voor. „U bent precies op tijd! Straks gaat de zon onder en heeft u een geweldig uitzicht vanaf de Wartburg”, zegt ze, terwijl ze haar taxi steil en kronkelend richting de top van een hoge heuvel stuurt. Voor het gevoel nog slechts op de helft van de af te leggen afstand houdt ze halt. Verder kan ze niet. „Dat wordt stevig lopen meneer: dat wandelpad stijgt 11 procent!”, grinnikt de chauffeuse. Gelogen heeft ze niet. Pijnlijke kuiten moet je op de koop toe nemen.
Het sprookjeskasteel doemt boven de heuvelrand op, wakend over de machtige wouden van Thüringen. Zo, midden in de avondschemer, heerst de stilte. Vogels fluiten hun afscheidslied naar de rode ondergaande zon. In de verte brult een edelhert. Zijn echo weerklinkt over de groene heuvels waar koningen eeuwenlang over vochten.
De stellingen van Wittenberg
De volgende halte is de Lutherstadt Wittenberg. Om er te komen, kun je via Leipzig reizen. De industriële stationshal van Leipzig met veel glas en metersdikke ijzeren steunbalken is enorm, maar toch erg overzichtelijk. Vanaf de bijna twintig sporen vertrekken treinen naar Hamburg, Berlijn, Wenen, München. En naar Wittenberg. Daar kom je met de sneltrein, een luxe van Deutsche Bahn. Een medepassagier snurkt.
Vanaf het bescheiden station van Wittenberg is het een paar kilometer lopen naar het met vier kerken gekroonde centrum. Twee verdienen speciale aandacht: de Stadtkirche en de Evangelische Slosskirche.
De tweelingtorens van de Stadtkirche steken fier de lucht in en ze springen direct in het oog zodra je de Collegienstrasse inwandelt. In de Stadtkirche preekte zowel Maarten Luther als zijn metgezel Johannes Bugenhagen (1485-1558) en werd voor het eerst de mis in het Duits in plaats van het Latijn opgedragen.
Het is druk op het grote marktplein. Toeristen drommen rondom het beeld van de reformator, die trots in de verte tuurt. De klinkerstraat loopt vanaf de Markt af in een smaller wordende driehoek. In de punt: de Slosskirche, waar Maarten Luther in 1517 zijn 95 stellingen op de deur timmerde. Helaas: de originele houten deuren zijn bij een brand verwoest. Maar op de precieze plek zijn nieuwe deuren geplaatst. Voor de deuren staat nu een ijzeren hek, zodat de locatie gemakkelijk te herkennen is.
Dan is het tijd om weer in de trein te stappen. Terug naar het klooster in Erfurt. Het gesnurk van de medepassagier lijkt ineens niet zo gek meer. De trein wiegt langzaam heen en weer. Erfurt is een uurtje weg: genoeg tijd voor een dutje. Die trein, die rijdt wel door.
Treinreiswinkel
Treinreiswinkel.nl biedt georganiseerde meerdaagse treinreizen inclusief overnachtingen aan van Nederland naar de voormalige DDR. Alle treintickets worden inclusief de treintijden en wat handige tips over de bestemming in een envelop opgestuurd naar de klant. Opstappen kan op ieder station in Nederland. In Utrecht staat de Internationale trein van Deutsche Bahn klaar. Na een overstap in Frankfurt sta je zo’n zes uur na vertrek in het centrum van Erfurt. Behalve Eisenach, Erfurt en Lutherstadt Wittenberg staat ook het stadje Eisleben, waar Maarten Luther geboren werd, op het reisprogramma. Voor een bezoek aan Weimar, Buchenwald of een andere stad is er de optie om een extra dag bij te boeken, mocht je Oost-Duitsland op een nog ontspannender tempo willen ontdekken.
Thüringencard
Veel bekijken en beleven tijdens een reis in Thüringen? Dan is de Thüringencard wellicht een idee. De kaart geeft gratis toegang tot meer dan 200 bezienswaardigheden en attracties voor zowel kinderen als volwassenen in de hele deelstaat. Daarnaast kun je per dag 50 kilometer vrij reizen met de lokale bussen, trams en treinen. Een 24 uur geldige kaart kost 18 euro voor volwassene en 13 euro voor kinderen tussen de 5 en de 14 jaar. Met de kaart krijg je bijvoorbeeld vrije entree voor het Thüringer Zoopark in Erfurt, een rondleiding in de Wartburg in Eisenach en toegang tot de meeste musea in het hele Bondsland. De kaart is een stuk voordeliger dan overal apart kaarten voor kopen, maar alleen als je er meer keren per dag gebruik van maakt.