Hoogeveense officieel oudste mens op aarde
„Ik word er verwaand van”, peinst de oudste mens ter wereld over alle aandacht die ze maandag kreeg. „Al geniet ik er stiekem ook wel een beetje van. Daar ben ik heel eerlijk in!”
Al urenlang wordt de deur van haar kamer in het verzorgingstehuis in Hoogeveen platgelopen door alle media. Radio, televisie, internet; allemaal uitvindingen die op haar geboortedag in juni 1890 nog niet bestonden. „Wat heb ik nou helemaal gedaan om dit te bereiken? Ik haal adem, meer niet. Dat is toch niet zo’n prestatie?”
De 113-jarige Hendrikje van Andel-Schipper uit Hoogeveen is sinds zaterdag officieel de oudste mens ter wereld. Ondanks haar leeftijd is ze nog ontzettend pienter. Twee blauwe pretoogjes staren het bezoek aan. „Geef eens een stevige hand, zeg! Als ik ergens niet tegen kan, is het van die slappe handjes. Vroeger werd dat nog gewoon op school geleerd, hoe je goed diende voor te stellen.” Het praten gaat nog uitstekend, maar horen en zien is wat lastiger voor de Hoogeveense.
Het hoogtepunt uit haar leven? Toch het huwelijk met haar man, Dick van Andel. Twintig gelukkige jaren beleefde zij met hem, tot hij in 1959 stierf. Hendrikje was toen 69. „Het was zo’n lieve man: een fijnere echtgenoot had ik me niet kunnen wensen.” Hij stierf aan de gevolgen van kanker, had z’n hele leven gerookt. Haar ogen dwalen weg als ze aan hem denkt. Ze slikt even, haar perkamenten keel beweegt zachtjes.
„Dat is ook het beste advies dat ik mensen kan geven wanneer ze vragen hoe je 113 wordt. Niet roken, en niet teveel alcohol drinken. Alleen een advocaatje met slagroom op zon- en feestdagen, dat mag wel natuurlijk.” En je moet in beweging blijven, adviseert Van Andel. Zij heeft veel gefietst vroeger: duizenden kilometers legde ze af door de Drentse natuur. „En dansen natuurlijk! Ik was vroeger een walskoningin: de jongens vochten echt om met mij de dansvloer op te mogen.”
Die tijden zijn nu echter voorbij. Zitten is alles wat de oudste mens ter wereld tegenwoordig nog doet. Meer kan ze met haar versleten lichaam ook niet eigenlijk. „Zitten, zitten, en nog eens zitten. De hele dag door. En ik vind het heerlijk! Al die mensen die zo haasten en jagen en druk doen de hele tijd. Ik ben blij dat ik eindelijk eens tijd heb om uit te rusten.” Iets te wensen heeft de vrouw niet meer trouwens. Ze heeft ook geen naaste familieleden, al wordt ze gekoesterd door al het personeel in verzorgingstehuis De Westerkim.
Zo leeft ze van dag tot dag. Of eigenlijk meer van verjaardag tot verjaardag. 29 juni is het weer zover, dan hoopt ze 114 te worden. Wanneer ze sterft, wil ze in elk geval geen ziekbed. „Ik heb niet 113 jaar overleefd om zachtjes weg te teren in m’n bed. Mijn man heeft maandenlang geleden voordat hij opgaf: zo’n lijdensweg wens je niemand toe. Ik wil net zo rustig en tevreden kunnen sterven als ik de afgelopen jaren ook heb geleefd.”