Het virus dook vorig jaar voor het eerst op grote schaal in Nederland en België op. De afgelopen weken zijn er weer meldingen van dode of verzwakte merels bij Vogelbescherming Vlaanderen en vrijwilligersorganisatie Natuurpunt binnengekomen, maakten ze woensdag bekend.

In Nederland duikt het virus sinds afgelopen april ook weer op, maar volgens Sovon Vogelonderzoek Nederland is hier geen sprake van een alarmerende situatie. „We monitoren dode merels en zijn alert op de situatie”, aldus een woordvoerder.

Het virus komt oorspronkelijk uit Afrika. Vermoedelijk is het via trekvogels naar Europa overgebracht, waar het in 2001 in Oostenrijk arriveerde. Via Duitsland heeft het in augustus 2016 het oosten van Nederland bereikt.

Een besmette merel is vaak gemakkelijk te herkennen. Ze zien er ongezond en verzwakt uit en sterven binnen twee tot drie dagen. Ook huismussen en uilen zijn er volgens de Vlaamse natuurverenigingen niet tegen opgewassen.