Vertrouwen in onlineshoppen in EU stijgt
Europese consumenten hebben steeds meer vertrouwen in onlineshoppen. Vooral buitenlandse webwinkels schrikken niet meer af. Het vertrouwen dat het goed komt met een boek, kledingstuk of andere spullen die via internet in een ander EU-land worden besteld, is in twee jaar met een vijfde gestegen tot bijna 60 procent.
Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd ‘scorebord’ van de Europese Commissie dat het consumentenvertrouwen in de digitale markt in 2016 in de EU meet. Het vertrouwen in onlineaankopen in eigen land blijft hoger (72,4 procent) dan internetshoppen op buitenlandse sites. In Nederland ligt dat percentage met 80 nog iets hoger dan het EU-gemiddelde.
De koopvoorwaarden in noordelijke en westelijke EU-lidstaten zijn doorgaans beter dan in Zuid- en Oost-Europa, meldt de commissie. En er gaat ook wel eens iets mis. Zo ondervond in 2016 een op de tien consumenten dat zijn betaling in het buitenland werd geweigerd.
Veel winkeliers zijn terughoudend om over de grens te verkopen, blijkt ook uit het onderzoek. Ze zijn bang voor fraude en wanbetalers. Maar ook verschillende btw- en andere regels weerhoudt ze ervan hun online activiteiten uit te breiden. Slechts vier van de tien online-ondernemingen zegt volgend jaar over de grens te zullen aanbieden.
Winkeliersorganisatie Detailhandel Nederland noemt als voorbeeld Belgische regels die verbieden dat producten met Engelse namen worden aangeduid. Daardoor kan een Nederlandse webwinkel daar geen lipstick verkopen tenzij die als lippenstift staat omschreven.
De branchevereniging dringt al langer aan op harmonisering van Europese regels. „Dat leidt tot meer concurrentie en daardoor tot een groter en beter aanbod tegen scherpere prijzen. De consument is dan de grote winnaar”, zegt secretaris Joran Frik.