EU-geld voor bewijzenbank misdaden Syrië
De Europese Unie draagt 1,5 miljoen euro bij aan onderzoek naar oorlogsmisdaden in Syrië. Het geld wordt gestoken in een zogenoemde bewijzenbank, die moet bijdragen aan de vervolging van daders van ernstige mensenrechtenschendingen in het Syrische conflict, ongeacht van welke partij.
De Verenigde Naties besloten in december tot het oprichten van zo’n databank, waarin het nu versnipperde bewijsmateriaal van in Syrië gepleegde misdaden centraal wordt verzameld. Nederland was een van de drijvende krachten achter het nieuwe VN-mechanisme, dat jaarlijks 13 miljoen euro kost, en stelde 1 miljoen euro beschikbaar. Liechtenstein, Qatar, België, Luxemburg en Hongarije hebben ook geld toegezegd.
Als oorlogsmisdaden onbestraft blijven, blijft vrede buiten bereik, zo motiveert EU-buitenlandchef Federica Mogherini de financiële bijdrage. „Gerechtigheid voor de slachtoffers is essentieel voor een effectief verzoeningsproces in Syrië. Daarom is het noodzakelijk dat degenen die verantwoordelijk zijn voor oorlogsmisdaden zo snel mogelijk terechtstaan.”
„De oprichting van de bewijzenbank is een broodnodig lichtpunt in de duistere situatie in Syrië”, aldus minister Bert Koenders van Buitenlandse Zaken. „Met de steun van de internationale gemeenschap kan de waarheid zo goed mogelijk aan het licht worden gebracht en kunnen we daders ter verantwoording roepen.”
Onder meer Syrië, Rusland en Iran stemden tegen het oprichten van de bewijzenbank.