Pianodocent Lennart Morée kijkt vaak in de spiegel
„Mooi gedaan. Ik zou de basnoten wat losser spelen.” Er wordt intensief gewerkt tijdens de pianoles die Laurènce Fierens van Lennart Morée krijgt. „Wat schort er aan je Bachinterpretatie?” wil de docent weten. „Mijn aanpak is te romantisch”, vermoedt Laurènce. „Inderdaad, het mag een stuk sterieler.”
Morée (28) kauwt niet alles voor, maar zet zijn leerling ook aan het denken. Laurènce (18) stelt voor een stabieler tempo te kiezen. Zijn docent adviseert hem daarnaast het pedaal van de piano zo weinig mogelijk te gebruiken.
De twee zitten in de muziekkamer van het ouderlijk huis van Morée in het buitengebied van Piershil, onderdeel van de Zuid-Hollandse gemeente Korendijk. Laurènce begint opnieuw met de preludium van Bach. Na twintig maten onderbreekt Morée zijn spel. „Sommige kwartnoten bind je, andere niet. Maak ze allemaal los én geef ze evenveel aandacht en lengte.”
Een hernieuwde poging stelt de docent grotendeels tevreden. Daarom ‘eist’ hij even de pianokruk op om te laten horen wat hij bedoelt. Iets wat vaker gebeurt tijdens het lesuur. „Ik heb op het conservatorium zelf ervaren hoe inspirerend en uitdagend het kan zijn als een docent iets voorspeelt”, legt Morée desgevraagd uit. „Daarnaast is het soms goed om te ervaren waar een leerling tegenaan loopt of om een vingerzetting te testen.”
Potlood
Het voorspelen heeft effect. „Schitterend nu, die articulatie”, complimenteert de docent. Tegelijkertijd blijft hij kritisch. Hij wijst met zijn potlood: „Dat lijntje in de linkerhand moet je duidelijker laten horen. Nee, het tempo is hier veel te beweeglijk. Bach is geen romantiek. Ja, mooi zo. Top!”
Even later: „Je voelt daar terecht dat de harmonieën om extra nadruk vragen. Je kunt hier een crescendo suggereren door de linkerhand steeds wat sterker te laten klinken en met de rechterhand subtiel te blijven spelen.”
Om een voorstel over het leggen van accenten te verduidelijken, zingt Morée de passage voor. „Táridari-táridari in plaats van tátátátá-tátátátá.” Laurènce pikt de aanwijzingen snel op en geniet zichtbaar van de verdiepingsslag die zijn docent maakt. „Gaaf, hoe je dat decrescendo aan het eind van elke passage vormgeeft. Maar let op, de muziek mag op dergelijke punten niet stil blijven staan. Ik herken de neiging om dat te doen.”
Morée legt ook de vinger bij het toucher. „Speel deze passage dieper in de toetsen. Je doet nu alsof de toetsen onder stroom staan. Daardoor gaat er energie verloren. Houd goed contact met de toetsen.”
Verschillende technieken
Na 25 minuten wordt Bach ingeruild voor Beethoven. Morée vindt het belangrijk dat leerlingen met muziek uit diverse stijlperiodes bezig zijn. Bach en daarnaast iets uit de klassieke periode, de romantiek en de twintigste eeuw. „Dit dwingt hen verschillende technieken toe te passen.”
Morée rondde in 2012 zijn masterstudie piano af aan het Rotterdams conservatorium. Begin deze maand behaalde hij zijn bachelor geschiedenis, een studie die hij uit interesse deed. Hij gaat zich nu weer volledig richten op muziek. Op het lesgeven, het componeren en het begeleiden van koren en instrumentalisten.
De musicus heeft op dit moment tien pianoleerlingen en één orgelleerling. „Iedereen is welkom, beginners en gevorderden. De praktijk wijst uit dat vooral gevorderden aankloppen. Soms komen er collega’s langs voor een les van een paar uur. Ook dat is genieten.”
Compliment
Laurènce heeft de afgelopen weken zijn tanden in het derde deel van Beethovens ”Sonate Pathétique” gezet. Hij speelt het stuk met verve. Dat levert hem een compliment op.
Morée blijft scherp: „Ook hier geldt: niet vertragen of versnellen als de componist dat niet voorschrijft. Mij vielen wat onregelmatigheden in je tempo op. Herken je dat?” Laurènce knikt.
„Let op, dat loopje is onderdeel van één lange lijn”, vervolgt Morée. „Yes, prachtig. Zou je die versieringen subtieler kunnen laten klinken? Ja, dát bedoel ik. Je tempo is gaaf.”
Laurènce krijgt nog meer ideeën aangereikt. „Dat motiefje kun je wat losser spelen. Doe daar net alsof de piano even een fagot is.” Iets later: „Dit gedeelte vraagt om meer dramatiek. Je mag ervoor zorgen dat mijn gezicht betrekt.”
Meer genieten
Lesgeven geeft veel voldoening, ervaart Morée. „Het is heerlijk om samen met leerlingen na te denken over de interpretatie en over de opbouw van een stuk. Een les is voor mij geslaagd als muziek meer voor hen gaat leven, als ze er nog meer van genieten.”
Doceren is geen eenrichtingsverkeer. „Als docent kijk ik vaak in de spiegel, want leerlingen dwingen mij voortdurend over mijn eigen aanpak na te denken.”
Vrijwel altijd bepaalt Morée welke werken zijn leerlingen onder handen nemen. „Een stuk moet passen bij iemands niveau en hem voldoende uitdaging bieden. Bij beginners gebruik ik altijd Alfred’s pianomethode. Leerlingen hebben snel de indruk dat ze wat kunnen, omdat ze al vlug leuk in het gehoor liggende stukjes in de vingers hebben. Dat stimuleert hen om piano te blijven spelen.”
Gewicht
De docent preekt natuurlijk voor eigen parochie als hij aangeeft dat iemand die piano wil leren spelen het beste les kan nemen. „Mensen leren het zichzelf soms aan met behulp van filmpjes op YouTube. In mijn ogen is de inbreng van een docent echter onmisbaar voor een goede ontwikkeling. Bijvoorbeeld op het vlak van speltechniek en interpretatie.”
Met Laurènce steekt Morée graag af naar de diepte. „Dat akkoord klinkt alsof je een kogel afvuurt. Probeer daarentegen je gewicht in de toetsen te leggen.” Laurènce doet een poging. Met succes. „Ja, mooi! Het mag nog iets steviger.”
Romantische bril
Laurènce Fierens (18) uit Hendrik-Ido-Ambacht studeert politicologie in Leiden. Hij heeft sinds tien jaar pianoles, het laatste jaar bij Lennart Morée. „Ik leer veel van hem op het gebied van interpretatie en techniek.”
Laurènce probeert minstens vijf uur per week te studeren. „Ik geniet ervan. Ook om mij te verdiepen in de tijd waarin de muziek is ontstaan.” Voordat hij een werk beetpakt, luistert Laurènce eerst naar de interpretatie van zijn drie favorieten: Vladimir Horowitz, Maria João Pires en Krystian Zimerman. „Ik speel graag Beethoven en Chopin. Bij Bach zet ik vaak onbedoeld mijn romantische bril op. Het is een uitdaging ook zijn muziek stijlgetrouw uit te voeren.”
Sinds hij in 2015 het Nederlands Première Concours won, wordt Laurènce regelmatig gevraagd voor koorconcerten. Inmiddels is hij vaste begeleider van vijf koren. „Dat is een leuke uitdaging. Het lukt mij gelukkig snel om al die verschillende koorstukken in mijn vingers te krijgen.”
Improviseren
Marieke den Boer (34) werkt op een advocatenkantoor in haar woonplaats Oud-Beijerland. In haar vrije tijd speelt ze graag piano. Eerder was de gitaar haar instrument. Ze heeft inmiddels zo’n twaalf jaar pianoles. Sinds anderhalf jaar staat ze ten minste één keer per maand bij Lennart Morée op de stoep. „De piano is een prachtig instrument. Ik kan er goed mijn gevoel in kwijt dankzij de vele nuancemogelijkheden.”
De leerlinge probeert minstens drie keer per week achter haar instrument te zitten. Om literatuur te studeren en te improviseren. „Ik vind dat een leuke combinatie. Het ene moment buig ik mij over Bach of Mozart en even later improviseer ik over een lied dat voor mijn neus staat. Ik ben vooral bij Lennart gaan lessen omdat hij zo goed kan improviseren. Wat ik bij hem leer qua improviseren, probeer ik soms toe te passen. Onder andere als ik speel tijdens de maandelijkse zondagavondzang in de hervormde kerk in Heinenoord.”
Dit is het eerste deel in een serie over de lespraktijk van een muziekdocent. Op 29 juli in de papieren krant deel 2: fluitiste Daniëlle van Laar uit Gouda.