IGZ waarschuwt Westfriesgasthuis
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft het Westfriesgasthuis in Hoorn op de vingers getikt. Het ziekenhuis liet volgens de dienst steken vallen bij de aankoop en het gebruik van medische apparatuur en krijgt een half jaar de tijd om de problemen op te lossen.
De IGZ bracht begin juni onaangekondigd een bezoek aan het ziekenhuis, dat daarop een waarschuwing (‘aanwijzing’) kreeg. Zo bleek onder meer dat de procedures voor de aanschaf van medische technologie „onsamenhangend en onvolledig” zijn, meldde de inspectie in een maandag gepubliceerd rapport.
„In de aanschafdossiers ontbreken voor patiëntveiligheid essentiële onderdelen waaronder een risicoanalyse voorafgaande aan toepassing van medische technologie”, concludeerden de onderzoekers. Verder bleek het ziekenhuis niet goed bij te houden welke medewerkers bevoegd waren om bepaalde apparatuur te gebruiken.
De inspectie trof ook apparatuur aan waarop „door middel van een sticker kenbaar was dat het onderhoud was verlopen”. Het personeel zou echter niet hebben ingegrepen. Ook was er intern te weinig zicht op de onderhoudsstatus van verschillende apparaten.
Het ziekenhuis is volgens de IGZ „langdurig in gebreke gebleven”: het Westfriesgasthuis voldeed niet aan het zogeheten Convenant Veilige toepassing van medische technologie in de medisch specialistische zorg. „Dit had na 1 januari 2016 wel het geval moeten zijn”, aldus de inspectie. Het ziekenhuis heeft inmiddels een actieplan opgesteld om orde op zaken te stellen.
Het Westfriesgasthuis benadrukt in een reactie direct aan de slag te zijn gegaan met verbeteringen. „We zijn daar volop mee bezig. Al sinds begin juni”, stelt een woordvoerster, die benadrukt dat er „geen calamiteiten zijn geweest waarbij dit een rol heeft gespeeld” of waar het mee in verband gebracht kan worden. „Onze mensen zijn gewoon bekwaam. De technologie is goed”, aldus de zegsvrouw.