In de dertien pagina’s tellende brief van vorige maand staat dat pistolen, dempers, richtmiddelen en scherpschuttersgeweren niet goed functioneren of te oud zijn. Nachtkijkers zijn er onvoldoende, of zijn er niet goed genoeg. Radioapparatuur is te oud om commando’s hiermee op operaties uit te sturen.

De toestand van materiaal en middelen heeft ernstige gevolgen voor de operationele inzetbaarheid, schrijven de commando’s. De situatie is „onwerkbaar” geworden. „Wij geloven niet dat we op dit moment in staat zijn om al onze taken te kunnen uitvoeren”, staat in de brandbrief. Er zijn niet alleen problemen met de wapens, ook is er volgens hen een tekort aan trainingsfaciliteiten.

Minister Jeanine Hennis van Defensie kende naar eigen zeggen de brandbrief niet en reageerde geërgerd. Als er echt zoveel verkeerd gaat, zoals met ondeugdelijke wapens, dan had Hennis dit volgens haar aan de meldingen van incidenten kunnen zien. „Ik heb precies zicht op hoeveel ongevallen daar plaatsvinden”, aldus Hennis. Dat er binnen de complete krijgsmacht beperkingen bestaan in de inzetbaarheid, is volgens haar al jaren bekend.

Ze hamerde erop dat de commando’s gewoon veilig op missie kunnen en op hun taken zijn berekend. Volgens haar ontstaat door de publicaties het beeld dat militairen met slechte spullen en voertuigen in de woestijn op pad worden gestuurd, maar is daar geen sprake van. Het beeld dat het een,armetierig zootje’’ is bij de elite-eenheid klopt volgens de minister ook niet.

Enkele uren later liet KCT-commandant Jelte Groen weten „diep geraakt” te zijn door de berichtgeving. In navolging van minister Hennis zei hij zich „niet in het geschetste beeld te herkennen”. Kolonel Groen doelde daarbij niet op de inhoud van de brandbrief, maar op bijvoorbeeld een geïnterviewde commando die over de problemen zei: „,Het is zelfs crimineel als je het mij vraagt, omdat je weet wat de risico’s zijn voor mensen die op missie gaan.”