De vader van het jongetje was naar de rechter gestapt om alsnog behandeling af te dwingen. Hij heeft ernstige twijfel bij de constatering die een psychiater deed dat zijn zoontje wilsbekwaam is. Volgens het hof heeft hij te weinig argumenten aangevoerd om de conclusies van de psychiater in twijfel te trekken. Omdat het jongetje wilsbekwaam is, moeten zijn wensen worden gerespecteerd, aldus het hof.

Het jonge patiëntje werd eind vorig jaar zes weken lang dagelijks bestraald vanwege een hersentumor. Hij had in maart met een vervolgbehandeling in de vorm van een chemokuur moeten starten, maar wilde dat zelf niet. Toen de vader daar tegen in het geweer kwam, stuitte hij op weerstand bij stichting De Jeugd- en Gezinsbeschermers in Alkmaar. Die heeft toezicht op het kind en wilde niet tegen de conclusies van de psychiater ingaan. Het hof oordeelde dinsdag net als de rechtbank in Alkmaar dat de stichting daarmee in haar recht stond.

Medici die het jongetje in het ziekenhuis behandelden, schatten de kansen op zijn genezing zonder verdere behandeling fiftyfifty en bij een vervolgbehandeling 75 tot 80 procent.

De ouders van de jongen zijn gescheiden. Hij woont bij zijn moeder, die zich niet verzet tegen haar zoons wens. Zij ziet meer in alternatieve geneeswijzen en weigerde in eerste instantie zelfs mee te werken aan behandeling in het ziekenhuis. Daarop werd de jongen onder toezicht geplaatst.

Het jongetje verklaarde bij de psychiater dat hij „enorm opzag” tegen de bijwerkingen van de chemokuur en vooral bang was voor verlies van zijn gezichtsvermogen, zijn gehoor en misselijkheid. „Hij heeft een sterke wil om te leven, maar kan ook nadenken over de dood”, concludeerde de psychiater.