Koninklijk Huis

Oranjewoud

Op Oranjewoud vond ”Marijke-Meu” –prinses Maria Louisa– rust. Ze verbleef vaak op de Friese buitenplaats nadat haar jonge echtgenoot, stadhouder Johan Willem Friso, bij Strijensas was verdronken. Als gevolg van zijn overlijden werd het paleis nooit voltooid. Het landschap herinnert ruim drie eeuwen later echter nog altijd aan het vorstelijk verleden.

L. Vogelaar
3 July 2017 11:48Gewijzigd op 16 November 2020 10:57
Grand canal op Oranjewoud. beeld RD
Grand canal op Oranjewoud. beeld RD

Oranjewoud ligt dicht bij de snelweg en dicht bij de stad Heerenveen. Maar het is er stil. Lange lanen, statige bomenrijen, hier en daar een oud gebouw.

Eerst is daar het dorpje Oranjewoud. Een pleintje, vrijstaande huizen, bijna allemaal nieuw. Alle straten dragen een naam van vorstelijke herkomst. Voorbij de bebouwde kom volgt het bord ”Parklandschap Oranjewoud”. Hier, tussen Brongerga en Oudeschoot, stichtte Albertine Agnes –weduwe van de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau– in 1676 buitenplaats Oranjestein. Het huis werd omringd door plantsoenen en vijvers. Het bijbehorende bos, afgewisseld door akkertjes, kreeg de naam Oranjewoud toebedeeld.

Johan Willem Friso, de stadhouder die in het Hollandsch Diep verdronk, was de kleinzoon van Albertine Agnes. Hij wilde van Oranjestein een paleis maken. Er kwam een halfronde toren en er werden twee vleugels bijgebouwd onder leiding van hofarchitect Daniël Marot. De precieze afmetingen zijn niet bekend gebleven, maar groot was het allemaal wel. En groot –de naam zegt het– was ook het ”grand canal” dat Marot in het park liet graven. Het bestaat nog steeds.

En toen kwam de onheilstijding dat het lichaam van de 23-jarige stadhouder levenloos uit het water was gehaald nadat zijn boot kapseisde. In de annalen werd het genoteerd: „Onkosten voor het vischen, balsemen, transporteren van het Furstel. Lijk, so van Dorth na Oranjewout, als vandaer nae Leeuwarden en ’t bewaecken van ’t selve op Oranjewout tot aen de Begrafenis.”

Maria Louisa van Hessen-Kassel (1688-1765), eveneens 23 jaar jong en in verwachting van haar tweede kind, nam de taak van haar man over. Marijke Muoi, noemden de Friezen haar. Ze verbleef veel op Oranjewoud. Er werden tuinen aangelegd, met kassen en een oranjerie. Er was ook een kasteeltje, Carolineburg, waarschijnlijk vernoemd naar Carolina van Oranje-Nassau, dochter van Willem IV.

Maar het verloor allemaal steeds meer zijn functie toen de Friese stadhouder in alle gewesten aan het bewind kwam en voortaan in Den Haag resideerde. De Franse overheersing betekende het einde: het paleis werd verbeurd verklaard en verkocht. De ene vleugel werd in 1803 afgebroken, de andere in 1805. Later gingen ook de bossen en tuinen in de verkoop. Hans Willem de Blocq van Scheltinga liet een landhuis bouwen op het terrein van het afgebroken paleis. De Oranje-Nassaus kwamen er weer terug, nu als logé. De tuin is vrij toegankelijk.

Er werden meer buitenhuizen gebouwd, maar de meeste zijn verdwenen. Logeren op het landgoed kan nog steeds: in hotel Tjaarda is het goed toeven. De omgeving leent zich voor lange fiets- en wandeltochten. Langs Oranjewoud, Oranjestein, Oranjehoeve en de Princenhof.

>>rd.nl/oranjespoor voor meer foto’s.

Agenda

l In de omgeving van Den Haag heeft vrijdag 7 juli de jaarlijkse fotosessie plaats die voorafgaat aan de zomervakantie van het koninklijk gezin.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer