Preses ds. Oosterhuis: Synodeleden GKV hebben hun geweten gevolgd
Met de besluiten om vrouwen toe te laten tot de ambten en om aan te sturen op hereniging met de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK), hakte de generale synode 2017 van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) knopen door in twee gevoelige dossiers. Synodepreses dr. M. H. Oosterhuis blikt terug op de kerkvergadering, die vrijdag voorlopig voor het laatst vergaderde.
Was in de discussie over de toelating van vrouwen tot de ambten, de uitkomst geboden dat de ambten zouden worden opengesteld?
„De synode heeft het Woord van God als uitgangspunt genomen. Op basis daarvan hebben we ons afgevraagd: „Is het klip en klaar dat de ambten zoals we die in de kerk hebben, wel of niet geopend kunnen worden voor vrouwen?” Het deputatenrapport dat we behandeld hebben concludeert dat de Bijbel het niet categorisch verbiedt om vrouwen in ambten aan te stellen.
Als preses heb ik benadrukt dat de synode niet tot een besluit moet komen op grond van wat nuttig, handig of strategisch is. Synodeleden hebben op grond van het lezen van de Bijbel hun geweten gevolgd en daaraan consequenties verbonden. Als daar uitkomt dat de Bijbel niet zo klip en klaar spreekt over vrouw in ambt als we dachten, dan hebben we geleefd bij een schijnwaarheid. Je mag de ander niet verplichten om daarnaar te handelen.”
Op welke manier heeft de synode rekening gehouden met verschillen van inzicht in de GKV over de vrouw in het ambt?
„Het is aan de plaatselijke kerken om te bepalen of ze de synodebesluiten overnemen en hoe er dan mee wordt overgegaan. Dat geeft aan dat we het kunnen volgen dat er in de kerk mensen zijn die in gewetensnood komen als ze verplicht worden vrouwen in de ambten aan te stellen.”
Bezwaarde kerkleden zouden kunnen denken dat de synode wel erg hard van stapel is gelopen?
„Je kunt ook zeggen: We hebben duidelijkheid gegeven. Ik ben er lang voorstander van geweest om de volgende synode, in 2020, een definitief besluit te laten nemen over de vrouw in het ambt. Tot ik mij realiseerde: Dat komt de bezwaarden niet wezenlijk tegemoet. Ze kunnen zich er ook door misleid voelen. Anderzijds schep je onnodig verwarring bij voorstanders, die ernaar uitzien dat de positie van de vrouw in de kerk geherwaardeerd wordt.”
Buitenlandse zusterkerken verbreken mogelijk de banden met de GKV. Is het ‘vrouwenbesluit’ dat waard?
„De Australische en Canadese kerken zijn we misschien kwijt als zusterkerk. Daarmee zijn die kerken wat ons betreft niet meteen buiten beeld. We willen ze blijven bezoeken en informeren. Maar relaties met andere kerken zullen misschien meer op maat gesneden worden. Het doet wel pijn dat onze predikanten niet meer als vanzelf bij emigrantenkerken, die eigenlijk dochterkerken zijn van de GKV, op de kansel worden toegelaten. Maar er blijven relaties, al was het alleen maar vanwege de vele familiebanden.”
Het ‘vrouwenbesluit’ komt de synode inmiddels op kritiek te staan. De hersteld hervormde predikant ds. M. van Reenen vroeg zich af wat binnen de GKV nog de betekenis is van de man als hoofd van de vrouw, en of het zicht op Christus niet verdwijnt.
„Als ik zo’n opmerking lees ben ik geneigd dat direct vanuit het verstaan van de Schrift en de exegese te beantwoorden. Dan zie ik dat Paulus de verhouding van man en vrouw in huwelijk en ten opzichte de kinderen aan de orde stelt. In dat plaatje past ook 1 Timotheüs 2, waar verwezen wordt naar de schepping: Adam is niet in zonde gevallen maar Eva. Dat is een tekst waarover heel veel misverstanden zijn. Dit tekstgedeelte wordt betrokken op de positie van mannen en vrouwen in de kerk en het optreden van vrouwen in de gemeente. Maar het gáát over het huwelijk, daarin is de man het hoofd van de vrouw.”
In De Saambinder, het kerkelijk weekblad van de Gereformeerde Gemeenten, concludeert ds. W. Silfhout dat de GKV meegaan in „het dogma van gelijkberechtiging” van de moderne cultuur en dat er sprake is van aanpassing aan de wereld op allerlei gebied.
„Dan heeft hij blijkbaar het deputatenrapport niet goed gelezen. In elk geval heeft hij nog geen kennis genomen van het synodebesluit, want het argument van de cultuur komt daarin niet voor. En als het gaat om verwereldlijking: die ontwikkeling gaat ook de orthodoxere gereformeerde kerken niet voorbij.”
Dus hij moet eerst maar eens naar zichzelf kijken?
„Ik doe een waarneming dat de secularisatie over de volle breedte van de gereformeerde orthodoxie doordringt.”
Waarom is het besluit om aan te sturen op hereniging met de Nederlands Gereformeerde Kerken historisch te noemen?
„Omdat we na de breuk die vanaf 1967 ontstond, steeds meer tot de ontdekking zijn gekomen dat onze wegen niet uit elkaar hadden mogen gaan. Na de breuk werd de verwijdering aanvankelijk steeds groter. De NGK kregen een kerkorde met een beetje een independentistisch karakter, in reactie op de strakke binding binnen de GKV aan het ondertekeningsformulier. Daarna gingen we op een parallel spoor verder en ontstonden gesprekken over hoe wel elkaar konden vinden.
De GKV-synode van 1996 in Berkel en Rodenrijs zette de deur voor gesprekken op een kier. Dat leidde in 2014 ertoe dat de synode in Ede concludeerde dat er geen verhindering was om te gaan samenspreken. Dat heeft tot mooie resultaten geleid. We hebben een reëel beeld over binding aan de belijdenis en kerkelijk leven bij de NGK. Diegenen die vijftig jaar geleden de breuk hebben meegemaakt, danken God dat we elkaar weer gevonden hebben. Er is nu niets meer dat rechtvaardigt dat we blijven verkennen. We moeten zo gauw mogelijk tot eenheid komen.”
Betekent dat ook dat de synode, met het besluit om aan te sturen op hereniging, uitspreekt dat ze betreurt dat de breuk in 1967 en de jaren daarna heeft plaatsgehad?
„Dat mag je zo wel zeggen. Niet voor niets krijgt het deputaatschap dat nu verdergaat met de uitwerking van deze besluiten ook de opdracht om plaatselijke kerken te stimuleren elkaar te zoeken. Daarbij moet ook de mogelijkheid onder ogen worden gezien zien dat er spijtbetuigingen plaatsvinden over en weer. Daar blijkt wel uit dat dit besluit impliciet ook zegt: die breuk had er nooit moeten komen. Historisch gezien waren er allerlei aanleidingen toe, maar achteraf rechtvaardigen die niet wat er toen gebeurd is.”
De synode had deze week de besluiten over deelname aan de Gereformeerde Theologische Universiteit definitief willen maken. Dat is uitgesteld omdat de Christelijke Gereformeerde Kerken pas in oktober verder spreken over hun deelname daaraan. Wat zou u de synodeleden van deze kerken willen meegeven?
„Ik vertrouw er op dat het uitstel van de besluitvorming als achtergrond heeft dat er zorgvuldig aandacht wordt gegeven aan de vragen die gesteld zijn in de synode. Dat geeft me vertrouwen dat de christelijk gereformeerden op de goede weg zijn. We hopen op een positief besluit.”