Muziek

Column: Vliegeren bij tegenwind

Vliegeren op het strand van Scheveningen was misschien wel een van de laatste dingen die ik als kind met mijn jongste broer Pieter deed toen hij nog gezond was. Niet dat het ons gemakkelijk afging. Maar denk niet dat we ons best niet deden, want die vlieger gaat niet op.

Boudewijn Zwart
30 June 2017 11:32Gewijzigd op 16 November 2020 10:56
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

Als kind klaagde Pieter voortdurend over hoofdpijn. Oorzaak bleek een hersentumor, die operatief moest worden verwijderd. Vanwege blijvende hersenbeschadiging bleef hij zowel lichamelijk als geestelijk in zijn leerontwikkeling achter.

Ik vraag me regelmatig af wat er van Pieter terecht zou zijn gekomen als hij gewoon gezond was gebleven. Misschien was hij wel de muzikaalste uit ons gezin. Terwijl hij later als schoonmaker in verzorgingshuizen zijn brood verdiende, bleek muziek toch zijn grote passie. Als koorlid van maar liefst vier oratoriumkoren zong hij de moeilijkste koorpartijen: eerst als jongenssopraan, daarna als tenor en ten slotte als countertenor bij de alten. Hij volgde zanglessen, speelde dwarsfluit en leerde zichzelf pianospelen.

Helaas bracht zijn handicap met zich mee dat hij in alle opzichten slechter werd. Vooral zijn gehoor liet het al snel afweten. De koorleden hoorden hem vaak harder zingen dan bekoorlijk was. Wat een verdriet toen hij niet meer mee mocht zingen. Een wereld van zangplezier en sociale contacten stortte in een vicieuze cirkel dwarrelend als een vlieger neer. Pieter voelde zich niet begrepen, trok zich terug en bekeek met zijn opvliegende karakter de boze wereld alleen nog vanuit zijn eigen perspectief. Het werd hem bovendien steeds moeilijker zijn eigen vlieger in de lucht te houden.

Gelukkig mogen mijn vrouw en ik hem daar nu mee helpen. Dan stel je nieuwe prioriteiten en besluit je bijvoorbeeld geen columns meer te schrijven voor deze krant. Het is nu immers eerst zaak de lijntjes van Pieters vlieger strak te houden en niet met elkaar te laten verwarren.

Hartverwarmend hoe muziek hem dikwijls weer even een hoogvlieger laat zijn. Het muzikale geheugen beklijft lang in het menselijk brein. Alleen al bij het zien van mijn cd-kast noemt hij alle oratoria op die hij gezongen heeft: Messiah, Elias, Matthäus Passion, ga maar door. Hoewel hij niets meer kan horen, kan hij nog wel voelen. Als ik op zijn arm het ritme tik van het openingskoor uit Bachs Johannes Passion, verandert zijn gelaatsuitdrukking in een brede glimlach en begint hij te zingen: „Herr, unser Herrscher, dessen Ruhm in allen Landen herrlich ist.” Die Heer en Heiland, van Wie hij zo veel heeft mogen zingen, houdt hem vast. Dat gelooft hij als een kind. En ja, dan blijft het voor Pieter en voor ons weliswaar nog steeds echt balanceren geblazen, maar een vlieger stijgt nu eenmaal nooit op zonder tegenwind.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer