Garagehouder vrijuit na doodslag
De rechtbank in Den Haag heeft de 71-jarige Leidschendammer C. G. donderdag ontslagen van rechtsvervolging wegens doodslag.
Volgens de rechtbank is bewezen dat de garagehouder op 15 december een 24-jarige Hagenaar heeft doodgeschoten, maar handelde de man uit noodweer. G. schoot op een groep overvallers op het terrein van zijn bedrijf, waardoor een van hen om het leven kwam.
G. was de afgelopen jaren het slachtoffer van nog eens drie overvallen en negen inbraken. Tijdens de overval in december zou hij in paniek hebben geschoten. De rechtbank oordeelde dat de garagehouder in de lucht had kunnen schieten, maar de man was bevangen door angst en paniek. De man, die invalide is en aan keelkanker lijdt, zegt dat hij niet wist dat hij een overvaller dodelijk had verwond.
Wel rekende de rechtbank het hem aan dat hij al enkele jaren, sinds een overval in 1999, dagelijks een doorgeladen pistool bij zich droeg. Daarvoor werd de man veroordeeld tot een onvoorwaardelijke celstraf van acht maanden. Hiervan heeft hij er vier in voorarrest doorgebracht.
G. ontkende aanvankelijk dat hij een schot had gelost. Ook meldde hij zich na de schietpartij niet direct bij de politie. Het lichaam van de doodgeschoten overvaller werd enkele uren na het incident op straat gevonden. De Leidschendammer zei dat hij de politie niet had gebeld, omdat hij daarin geen vertrouwen meer had.
Een groep indringers overviel de autohandelaar half december vroeg in de ochtend. Toen G. van de brievenbus naar zijn kantoortje liep, doken de overvallers plotseling op. Volgens de rechter is tijdens het proces duidelijk geworden dat G. de confrontatie niet zelf heeft opgezocht. Omdat hij werd aangevallen, moest hij zich wel verdedigen. Hij kon door zijn lichamelijke toestand niet wegrennen. Om hulp roepen had op het afgelegen terrein ook geen zin. Maar door van dichtbij op een van de overvallers te schieten heeft G. wel een grens overschreden, concludeerde de rechter.
In maart is de ondernemer even vrij geweest, omdat hij geopereerd moest worden. Zijn advocaat, P. Hoogendam, vroeg de afgelopen maanden diverse malen om G.’s vrijlating wegens diens slechte gezondheid. De rechter bepaalde echter dat de garagehouder tot aan de uitspraak in het huis van bewaring moest blijven.
G. komt door de uitspraak vrij, omdat de rechtbank hem geen straf heeft opgelegd voor doodslag. Wanneer de Leidschendammer de cel in moet voor illegaal wapenbezit, is nog onduidelijk. Advocaat Hoogendam reageerde uitgelaten op het vonnis. „Hier waren we voor gekomen”, zei hij.