Eis Bouterse in zaak Decembermoorden verwacht
Naar verwachting zal het Openbaar Ministerie (OM) woensdag de gelegenheid krijgen het requisitoir en de strafeis uit te spreken in de zaak van de Decembermoorden, waarvoor de Surinaamse president Desi Bouterse als hoofdverdachte terechtstaat. De Surinaamse krijgsraad heeft de zaak voor woensdagmiddag op de rol gezet.
Het proces tegen Bouterse en andere verdachten lag sinds begin februari stil nadat het OM via hoger beroep had geprobeerd een einde aan het strafproces te maken. Voortgang zou de staatsveiligheid in gevaar brengen, vond de aanklager. Maar op 11 mei wees het Surinaamse Hof van Justitie het verzoek van het OM af en verwees de zaak terug naar de krijgsraad.
Het is niet zeker of het OM, in de persoon van de auditeur-militair, woensdag zijn voordracht en eis zal uitspreken. Hij is daartoe niet verplicht. Voor de krijgsraad is dit geen probleem. De raad kan ook zonder motivatie van het OM een straf opleggen.
Het proces draait om de moorden op vijftien vooraanstaande Surinamers en tegenstanders van het toenmalige militaire regime van Desi Bouterse, gepleegd op 8 december 1982. Bouterse is hoofdverdachte in de rechtszaak, maar intussen ook de president van het land.
In de afgelopen negen jaar heeft Bouterse vaker geprobeerd het proces te dwarsbomen. Zo gebood hij het OM in juni vorig jaar het strafproces stop te zetten. Bouterse gebruikte hiervoor artikel 148 van de grondwet. Dit artikel geeft hem als staatshoofd de ruimte zo’n opdracht te geven als de staatsveiligheid in gevaar is.
Bouterse moest deze noodsprong maken omdat de krijgsraad in juni 2016 besloot de omstreden amnestiewet niet van toepassing te verklaren op de Decembermoorden en dus door te gaan met het strafproces. Ook deze amnestiewet, door het Surinaamse parlement aangenomen in 2012, had als doel het proces stop te zetten.