Het radioactieve materiaal is afkomstig uit meer dan honderd kernreactoren van meer dan vijftig onderzeeërs. De afgelopen 35 jaar lag het opgeslagen op een marinebasis aan de Andrejevbaai, bij de Barentszzee. De basis ging in 1992 dicht, kort na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.

Vanuit de Andrejevbaai wordt het kernafval eerst op een speciaal uitgerust schip vervoerd naar de noordelijke havenstad Moermansk. Van daaruit gaat het naar een opwerkingsfabriek in Tsjeljabinsk, in de Oeral.

Het opruimen van het kernafval, dat wordt gezien als een groot risico voor het milieu, vindt plaats in internationaal verband. De Europese Unie, enkele afzonderlijke EU-landen en Canada hebben er vooralsnog 165 miljoen euro voor beschikbaar gesteld. De veilige verwerking van de 22.000 splijtstofstaven neemt waarschijnlijk meerdere jaren in beslag.