”Blauwe Engel” in herdenking bankroof
De trein Blauwe Engel gaat zijn plek in het Spoorwegmuseum in Utrecht verlaten om een rol te spelen bij een theaterstuk over de grootste bankroof ooit in Nederland: die in 1944 in Almelo.
Met de productie ”Het Verzet Kraakt” roepen de initiatiefnemers een grootse verzetsdaad in herinnering, samen met de plaatselijke gemeenschap. Zo doen harmonieën uit Twente mee.
In 1944 wilde de Nederlandse regering in Londen het spoorwegvervoer platleggen door een staking. Om de stakingskas te financieren keurde zij overvallen op Nederlandse instellingen goed.
Knokploegen uit Olst, Nijmegen, Utrecht en Rotterdam overvielen onder meer het hoofdkantoor van de NS en maakten hierbij achtereenvolgens 12.000, 100.000 en 1 miljoen en 1,2 miljoen gulden buit. Dit was echter onvoldoende.
Daarom werd een overval op een filiaal van De Nederlandsche Bank in Almelo voorbereid. Dat gebeurde op 15 november 1944, om halfzes ’s avonds. Even leek de overval mis te gaan. In het donker kwam een colonne Grüne Polizei aan marcheren. Herman Höften wees hen met een knijpkat op de werkzaamheden. „Achtung, Geldtransport!” riep hij. Ze marcheerden door.
De buit was 46,15 miljoen gulden, nu zo’n 20,9 miljoen euro. De Duitsers wisten echter later toch het geld in handen te krijgen. Zes van de acht verzetslieden moesten hun actie met de dood bekopen in concentratiekampen.
Het verhaal is niet zo bekend. „We hebben gesproken met de bevolking en geprobeerd uit te vinden waarom er zo is gezwegen over de overval. Die werd niet ervaren als een heldendaad. Ze voelden zich jongens van dertien in een dozijn en het moest gewoon gedaan worden”, vertelt producent Gerard Cornelisse.
De Blauwe Engel is weliswaar uit 1954, maar kan volgens Peter-Paul de Winter van het Spoorwegmuseum prima doorgaan voor een trein uit de oorlog. In de zes gemeenten waaruit de verzetsstrijders kwamen komen ook exposities over deze helden.