Limburg vreest intocht „braboboer”
De provincie Limburg wil voorkomen dat Brabantse veehouders de provinciegrens oversteken en zich in Limburg gaan vestigen. Dit als gevolg van de strengere regels voor de intensieve veehouderij in Brabant.
Als enige regio in ons land roept Brabant een halt toe aan de verdere uitdijing van de intensieve veehouderij. Limburg vreest een waterbedeffect.
In een brief aan staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken dringt het IPO, het Interprovinciaal Overleg, erop aan een scherpe lijn te trekken tussen Limburg en Brabant waar het gaat om het verplaatsen van de intensieve veehouderij. Zuidoost Brabant en Noord-Limburg vallen namelijk binnen eenzelfde ‘compartiment’ waarbinnen verplaatsing van intensieve veeteelt mogelijk is. Als het aan Limburg ligt wordt deze grens met Brabant gesloten.
Een beter milieu in Brabant mag niet ten koste van Limburg gaan, aldus de Limburgse gedeputeerde Hubert Mackus.
Anders dan Brabant ziet Limburg niets in een beperking van de intensieve veehouderij. De provincie ziet meer in verbetering van allerlei schone technieken om de uitstoot van ammoniak, fijnstof en stank terug te dringen. Ook zou er een soort APK moeten komen, waarbij bedrijven verplicht worden investeringen in de modernste technieken te doen. Nu gelden vergunningen voor boerenbedrijven soms dertig jaar of langer.
De Brabantse belangenbehartiger van de boeren, de ZLTO, snapt de zorgen van Limburg. „Het is voor te stellen dat varkens- en kippenboeren verkassen naar Limburg, maar hoe ga je dat tegenhouden? Mag een boer uit Gelderland wel naar Limburg en Brabantse boer niet? Zo’n verbod is volgens ons niet juridisch houdbaar”, zegt Johan Boonen van de ZLTO.