Comey: Trump ergerde zich aan Ruslandonderzoek
De voormalige FBI-directeur James Comey heeft tijdens een hoorzitting van de inlichtingencommissie van de Amerikaanse Senaat verklaard dat er geen twijfel over bestaat dat de Russische regering heeft geprobeerd de presidentsverkiezingen te beïnvloeden. Toen Comey nog aan het hoofd stond van de federale recherche, liep er echter geen onderzoek naar de mogelijke betrokkenheid van president Donald Trump.
Trump ontsloeg Comey vorige maand. De gewezen FBI-baas denkt dat de president zich ergerde aan de wijze waarop hij het Ruslandonderzoek uitvoerde. Dat onderzoek richtte zich onder meer op voormalig nationaal veiligheidsadviseur Michael Flynn, die moest opstappen nadat hij in opspraak was geraakt vanwege zijn contacten met Russische functionarissen. De president zou er bij Comey op hebben aangedrongen dat onderzoek stop te zetten.
Volgens de voormalige FBI-chef moet uit het onderzoek blijken of Trump op enige wijze was betrokken bij de inmenging in de verkiezingen. Comey stelde tijdens de hoorzitting dat Trump hem in elk geval niet met zoveel woorden heeft bevolen het onderzoek naar Flynn stop te zetten. „Ik hoop dat je dit kan laten gaan”, zou Trump hebben gezegd. Comey erkende dat wel degelijk als een bevel te hebben opgevat, maar er geen gehoor aan te hebben gegeven.
Comey zei verder dat hij verward was door de redenen die aanvankelijk werden aangevoerd voor zijn ontslag. „De regering koos ervoor om mij en de FBI te belasteren door te zeggen dat het een puinhoop was bij de organisatie. Dat de FBI slecht werd geleid en dat de medewerkers het vertrouwen kwijt waren in hun leider”, zei Comey. „Dat waren leugens. En het spijt me dat de FBI-medewerkers die moesten horen.”
De hoorzitting werd in de VS met grote belangstelling gevolgd. Toch waren de ogen van veel Amerikanen ook gericht op de Twitteraccount van president Trump, die zich echter koest hield op sociale media. Hij sprak aan de andere kant van Washington aanhangers toe. Zij kregen te horen dat hun beweging „onder vuur” ligt. „Maar wij zullen daar groter en beter en sterker dan ooit uit komen”, zei de president.