Europese beurzen overwegend in het groen
De Europese aandelenbeurzen krabbelden woensdag weer wat op na twee verliesdagen op rij. In Spanje werd de worstelende bank Banco Popular gered door branchegenoot Banco Santander en in Frankfurt waren de Duitse energieproducenten in trek na een positieve uitspraak over de belasting op kernenergie.
De AEX-index in Amsterdam noteerde rond het middaguur 0,6 procent hoger op 524,58 punten. De MidKap steeg 0,4 procent tot 803,02 punten. De CAC40-index in Parijs won 0,4 procent. De FTSE-index in Londen klom 0,2 procent voorafgaand aan de Britse parlementsverkiezingen op donderdag. De DAX in Frankfurt bleef achter met een min van 0,1 procent.
Sterkste stijger in de AEX was verzekeraar NN Group met een winst van 2 procent. Digitaal beveiliger Gemalto was de grootste daler met een min van 1 procent.
Van Lanschot Kempen klom bij de kleinere fondsen op het Damrak meer dan 2 procent. De vermogensbeheerder neemt de Nederlandse vermogensbeheeractiviteiten van de Zwitserse bank UBS over. Analisten van Theodoor Gilissen en ING zijn positief over de aankoop.
In Madrid zakte Banco Santander ruim 2 procent. De grootste bank van Spanje neemt zijn in financiële problemen geraakte branchegenoot Banco Popular over voor een symbolisch bedrag van 1 euro. Wel haalt Santander voor circa 7 miljard euro aan extra kapitaal op. De handel in het aandeel Banco Popular, dat sinds vorige week zo’n 60 procent aan beurswaarde zag verdampen, is stilgelegd.
In Frankfurt stegen de energieproducenten E.ON en RWE respectievelijk 4,4 en 3,8 procent. Het Duitse Federale Constitutionele Hof heeft de belasting op kernenergie, die de energiebedrijven van 2011 tot 2016 moesten betalen, onwettig verklaard. De Duitse staat moet nu mogelijk miljarden terugbetalen aan de energieproducenten.
Covestro daalde 4,5 procent. Het Duitse chemieconcern Bayer (min 1,4 procent) heeft het belang in zijn voormalige divisie, die vorig jaar onder de naam Covestro naar de beurs werd gebracht, verder verkleind naar 44,8 procent.
De euro was 1,1272 dollar waard, tegen 1,1265 dollar bij sluiting van de Europese beurshandel op dinsdag. Een vat Amerikaanse ruwe olie zakte 0,3 procent in prijs tot 48,06 dollar. Brentolie werd 0,4 procent goedkoper op 49,93 dollar per vat.