Wetenschap & techniek

De noodklok luidt voor IJslandse gletsjers

De IJslandse gletsjers slinken in rap tempo; zo snel dat deskundigen zich ernstige zorgen maken. „De theorie lijkt door de realiteit te worden ingehaald.” Guðfinna Aðalgeirsdóttir, hoogleraar glaciologie van de universiteit van IJsland, luidt de noodklok.

Pieter Bliek
7 June 2017 09:49Gewijzigd op 16 November 2020 10:43
Duidelijk is de markering te zien van de oude sneeuwlaag van het voorgaande jaar op 12,40 meter diepte. beeld Pieter Bliek
Duidelijk is de markering te zien van de oude sneeuwlaag van het voorgaande jaar op 12,40 meter diepte. beeld Pieter Bliek

De grootste ijskap van IJsland, de Vatnajökull, is in twintig jaar 4 procent van zijn volume kwijtgeraakt. Aðalgeirsdóttir: „De snelheid waarmee mensen bereid zijn te stoppen met de uitstoot van broeikasgassen bepaalt de snelheid van het wegsmelten.”

Wanneer het volume van alle IJslandse gletsjers van voor het jaar 2000 over de gehele oppervlakte van Nederland zou worden uitgespreid, zou ons land bedekt zijn met een laag van 75 meter ijs. In 2017 is die vergelijkbare laag geslonken naar 72 meter dikte; 3 meter ijsverlies dus in zeventien jaar tijd.

IJsland telt tal van gletsjers. De vier grote ijskappen, Mýrdalsjökull, Langjökull, Hofsjökull en Vatnajökull, liggen in het zuiden, aan de zuidoostkust en in het binnenland. „De reden dat die hier liggen, is het feit dat de sneeuwval in de winter hoofdzakelijk vanuit het zuiden komt en deze gletsjers voedt”, verklaart Aðalgeirsdóttir.

De Vatnajökull is met een oppervlak van 8000 vierkante kilometer de grootste gletsjer van Europa. Daarnaast telt IJsland 13 kleinere ijskappen en ongeveer 200 piepkleine gletsjertjes, voornamelijk gelegen in het bergachtige noorden en de noordwestelijke fjorden.

In totaal bedekt het ijs ongeveer 11 procent van IJsland. „Maar we zien de gletsjers de laatste decennia sneller slinken, in zowel volume als in oppervlakte”, zegt Aðalgeirsdóttir bezorgd.

Sneeuwboringen

Na dik twee uur rijden vanuit de hoofdstad Reykjavik komt het onderzoeksteam aan bij de voet van de Mýrdalsjökull aan de zuidkust. Met jeeps en sneeuwscooters is het nog een uur naar boven ploegen voordat de eerste sneeuwboring op 1300 meter kan worden uitgevoerd (zie ”Meten aan de ijskap”).

Afgelopen seizoen is er meer sneeuw dan gemiddeld gevallen boven op de Mýrdalsjökull. Op twee meetpunten is er tot wel 12,4 meter diep geboord. „Gewoonlijk zijn we er al na een meter of 10, 11”, zegt glacioloog Finnur Pálsson, die het team vrijwilligers van de glaciologische vereniging Jöklarannsóknafélag Íslands onder zijn hoede heeft.

Het winterseizoen op de gletsjer duurt van oktober tot halverwege mei. In deze maanden valt er sneeuw die blijft liggen en zich laag voor laag opstapelt. In het korte smeltseizoen, van eind mei tot begin oktober, slinkt de sneeuwlaag iets. Gemiddeld met 1 tot 3 meter. Tijdens een warme zomer smelt er meer dan in een koel seizoen.

Op de Mýrdalsjökull blijft de meeste sneeuw liggen. De gletsjer bevindt zich op 1400 meter, waar de temperatuur in de zomer niet veel warmer is dan enkele graden boven het vriespunt.

Kleine ijstijd

Uit historische gegevens blijkt dat de IJslandse gletsjers groeiden tijdens de zogenoemde kleine ijstijd in de late middeleeuwen. Rond 1890 waren ze op hun grootst. Vanaf die tijd begonnen ze te slinken.

Sinds het einde van de negentiende eeuw tot aan de millenniumwisseling hebben de IJslandse gletsjers 2000 vierkante kilometer aan oppervlakte verloren. Gemiddeld ongeveer 18 vierkante kilometer per jaar sinds de smelt rond 1890 begon.

In de periode van 1930 tot 1940 smolten de gletsjers rap weg, in het snelste tempo van de twintigste eeuw. „Toen was het erg warm”, verklaart Aðalgeirsdóttir. Tussen 1970 en 1995 kwam het afsmelten nagenoeg tot stilstand. „Bij een aantal gletsjers waren sneeuwval en afsmelten in balans, en sommige groeiden toen zelfs een klein beetje. Maar na 1995 begonnen de gletsjers zich opnieuw terug te trekken.”

Dat smelten gaat steeds sneller. Sinds het begin van deze eeuw zijn de gletsjers met in totaal 600 vierkante kilometer afgenomen. Dat is gemiddeld een verlies van 35 vierkante kilometer per jaar. De laatste paar jaren is het totale jaarlijkse verlies echter zelfs opgelopen tot 40 vierkante kilometer.

Zonne-energie

Ook bij de afzonderlijke gletsjers is deze trend duidelijk te zien. In 1993 en 1994 groeide IJslands grootste gletsjer, de Vatnajökull, nog een beetje. Maar na 1995 sloeg de massabalans door naar de negatieve kant. Sinds dat jaar heeft deze gletsjer gemiddeld 15 meter aan ijsdikte verloren. De Langjökull raakte in twintig jaar tijd zelfs 25 meter aan dikte kwijt.

In 2010, toen de roemruchte vulkaan onder de Eyjafjallajökull-gletsjer uitbarstte, smolt er ’s zomers vier keer zo veel sneeuw als gemiddeld. „Dit kwam doordat de as van de uitbarsting op de gletsjers de zonne-energie absorbeerde in plaats van reflecteerde”, legt Aðalgeirsdóttir uit.

Uitzonderlijk

De periode van de zomer van 2014 tot de zomer van 2015 ging echter de boeken in als een uitzonderlijk positief jaar. „Er was toen 20 procent meer aangroei door sneeuwval op de gletsjers en de zomer was nogal koel. Dit resulteerde in een licht positieve massabalans.” Maar het jaar daarna was de massabalans weer negatief en verloren de gletsjers gemiddeld een halve tot een hele meter in dikte.

Het smelten van de gletsjers volgt vertraagd de opwarming van de aarde. „Bij de huidige klimatologische omstandigheden zouden de gletsjers eigenlijk veel sneller moeten smelten. Maar tegen de tijd dat ze die smeltsnelheid hebben bereikt, is het klimaat alweer verder opgewarmd”, zegt Aðalgeirsdóttir.

Het smeltproces begint ongemerkt. Eerst smelt de gletsjer in dikte, terwijl de oppervlakte in eerste instantie gelijk blijft. Pas later begint de gletsjer in oppervlakte te slinken. Het eerste is dat zichtbaar aan de randen en de gletsjertongen in de lager gelegen gebieden.

De responstijd –de tijd die verloopt tussen de opwarming van de aarde en de reactie van de gletsjers– is afhankelijk van de jaarlijkse sneeuwval, het weer, de oppervlakte en dikte van het ijs, de locatie en de hoogte. „Wanneer we nu zouden stoppen met het uitstoten van broeikasgassen, dan zou het nog jaren duren voordat de gletsjers stoppen met smelten”, aldus de hoogleraar glaciologie.

Smeltwater

Het smelten van de IJslandse gletsjers levert qua zeespiegelstijging geen reëel gevaar op voor Nederland (Zie ”Stijgende zeespiegel”). Maar voor IJsland is het dramatisch. Aðalgeirsdóttir: „Het landschap verandert drastisch en de toeristen die speciaal voor onze gletsjers komen, zullen wegblijven.”

Toch heeft het smelten ook een ‘positief’ effect. Van de toename van het smeltwater wordt gebruikgemaakt door energiebedrijven die hun waterkrachtcentrales in de rivieren hebben uitgebreid met extra turbines. De voorspelling is dat er de komende vijftig tot zeventig jaar meer smeltwater naar beneden komt, waarvan energiebedrijven zullen profiteren.

Aðalgeirsdóttir staat daar niet bepaald bij te juichen. De hoeveelheid smeltwater zal na verloop van tijd drastisch afnemen, doordat de meeste gletsjers dan gesmolten zijn.

De Deense promovendus Louise Steffensen Schmidt doet onder supervisie van Aðalgeirsdóttir onderzoek naar de toekomstige snelheid waarmee de Vatnajökull zal smelten. Zij schat dat tegen het einde van de 21e eeuw nog slechts 40 procent van IJslands grootste gletsjer zal zijn overgebleven.


Meten aan de ijskap

Het meten van de jaarlijks gevallen sneeuwlaag op de IJslandse gletsjers is een zware, tijdrovende klus. Die wordt al decennialang overgelaten aan de vrijwilligers van de Jöklarannsóknafélag Íslands. Deze IJslandse glaciologische vereniging telt tal van enthousiaste vrijwilligers, die sinds de oprichting in 1950 jaarlijks vele metingen voor de glaciologen, de gletsjerdeskundigen van de universiteit van IJsland, hebben verricht.

„Door al deze data zijn wij nauwkeurig in staat in kaart te brengen wat de effecten van de opwarming op de gletsjers zijn. Wat wij in IJsland al jaren constateren, moet de wereld wakker schudden”, aldus Guðfinna Aðalgeirsdóttir, hoogleraar glaciologie aan de universiteit van IJsland.

De grote Vatnajökull-gletsjer telt zestig meetpunten. De veel kleinere Mýrdalsjökull slechts zeven. Met een handbediende elektrische boormachine die door een generator op benzine wordt aangedreven, wordt er meter voor meter in de sneeuwlaag geboord. Na elke meter wordt de holle boorkop gevuld met sneeuw met veel spierkracht naar boven gewrikt.

De opgeboorde sneeuwkolommen worden langs een ijzeren meetlat gelegd en gewogen op een digitale weegschaal. Op deze manier bepaalt het team vrijwilligers de dichtheid van de sneeuwlaag.

Na elke meter wordt er vervolgens een verlengpijp aan de boorkop bevestigd. Zo kan er telkens meter voor meter dieper worden geboord.

Een vrijwilligster: „Wanneer er in de boorkern een stuk compact donker ijs zit, is dit het teken dat op deze diepte de eerste sneeuw van het afgelopen seizoen is gevallen. Zo kunnen we exact bepalen hoeveel meter er gedurende deze winter bij gekomen is en wat het volume hiervan is.”

Om precies te kunnen nagaan hoeveel meter sneeuw er in het korte zomerseizoen smelt, wordt er een lange pvc-buis met een zendertje in het boorgat geplaatst. Begin oktober, vlak voordat de eerste sneeuw valt, wordt de pvc-buis opgespoord en gemeten hoeveel meter deze boven de sneeuw uitsteekt. Zodoende kan precies berekend worden met hoeveel meter de sneeuwlaag van het voorgaande winterseizoen ‘s zomers is gesmolten.

Dit getal wordt vervolgens afgetrokken van de hoeveelheid sneeuw die ’s winters is gevallen. Tezamen met de dichtheid van de sneeuw die met behulp van de gewogen opgeboorde sneeuwkolommen is bepaald, plus de compensatie van het opeenpersen van de sneeuwlaag (met ongeveer 2 meter) die er ook van af wordt getrokken, kan exact het volume van de aangroei van sneeuw op de gletsjer van dat jaar worden berekend.


Stijgende zeespiegel

Het laaggelegen Nederland hoeft zich geen zorgen te maken wanneer alle IJslandse gletsjers zouden smelten. „De zeespiegel zou daardoor slechts met 1 centimeter stijgen”, zegt Guðfinna Aðalgeirsdóttir, hoogleraar glaciologie aan de universiteit van IJsland, geruststellend.

Ter vergelijking: wanneer de gehele Groenlandse ijskap smelt, stijgt de zeespiegel met 7 meter. Wanneer de gehele Antarctische ijskap verdwijnt, levert dat 65 meter zeespiegelstijging op. Wanneer alle gletsjers ter wereld behalve de IJslandse, Groenlandse en Antarctische ijskappen zouden smelten, zou de zeespiegel met een halve meter stijgen. „Dit geeft een indruk van de verhoudingen”, legt Aðalgeirsdóttir uit.


Nationale luchtvaartmaatschappij

Icelandair, de nationale luchtvaartmaatschappij van IJsland, vliegt vanuit onder meer Amsterdam en Brussel naar IJsland en via IJsland door naar achttien bestemmingen in Noord-Amerika. Passagiers kunnen zonder toeslag op de ticketprijs een stop-over op IJsland maken van maximaal zeven dagen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer