Tjeenk Willink: Altijd de rechtsstaat als kompas
Voor de derde keer in zijn carrière mag minister van staat Tjeenk Willink een vastgelopen formatie uit het slop halen. Insiders zijn ervan overtuigd dat hij het kan.
Langzaam maar zeker kwam de stemming erin, daar op 1 juli 2010 in de achtertuin van Herman Tjeenk Willink. Het weer was zomers, er waren koekjes en wijn en Tjeenk Willink had voor afhaalpizza’s gezorgd.
De kabinetsformatie, volgend op de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni, was in een impasse beland. Diverse mogelijke regeringscoalities waren al verkend door VVD-senator Rosenthal; zonder resultaat. Ook paars plus, een combinatie van VVD, PvdA, D66 en GroenLinks, bleek geen reële optie. Rosenthals poging om de leiders van de vier partijen te laten onderhandelen, ketste af op een breekpunt van VVD-leider Rutte. Hij wilde per se dat er in de financiële bijlage van het akkoord minimaal een bezuiniging van 18 miljard euro zou worden ingeboekt.
Net zoals ze dat deed in 1994 wendde koningin Beatrix zich daarop in 2010 opnieuw tot Tjeenk Willink. Hij kreeg Rutte (VVD), Cohen (PvdA), Pechtold (D66) en Halsema (GroenLinks) wel om de tafel. Na een etentje in zijn achtertuin, zo schetst Halsema in haar vorig jaar verschenen memoires.
Ook dezer dagen zijn er meerderheidscoalities te bedenken die recht doen aan de verkiezingsuitslag –VVD, CDA, en D66 met GroenLinks, ChristenUnie of SP– maar die tegelijkertijd stuitten op forse bezwaren van de onderhandelende partijen. Tjeenk Willink is opnieuw degene die moet laten zien hoe hij de boel weer in beweging krijgt. Aan vaardigheden ontbreekt het hem niet, blijkt uit Halsema’s boek. Ze tekent op hoe de informateur, in zijn tijd als vicevoorzitter van de Raad van State ook wel de onderkoning van Nederland genoemd, haar en D66-leider Pechtold de ruimte geeft om hun enthousiasme voor paars plus over te brengen. „In de loop van de avond neemt het optimisme toe, de volgende dag gaat het licht op groen.”
Ook Tjeenk Willinks partner Quintus Marck, juridisch adviseur bij de beroepsvereniging van notarissen, draagt bij aan de sfeer. Aanvankelijk is hij in zijn atelier bezig met zijn grote hobby: tekenen en schilderen. Later op de avond grapt hij dat hij het opvallend vindt dat Rutte niet veel zegt, „maar zichtbaar van de gezelligheid en de koekjes geniet.”
Stekels
„Ik zie het helemaal voor me, dat beraad in die achtertuin”, lacht mr. Arnold Weggeman. Hij was jarenlang Tjeenk Willinks naaste medewerker bij de Raad van State in de tijd dat de huidige informateur daar de scepter zwaaide als vicepresident. Weggeman is er niet verbaasd over dat zijn voormalige chef opnieuw te hulp wordt geroepen. „De onderhandelaars hebben hun stekels opgezet bij de meest gevoelige dossiers, zoals migratie en voltooid leven. Er is even geen oog meer voor het langetermijnperspectief.”
Tjeenk Willink kan helpen om daar verandering in te brengen, vervolgt Weggeman. „Hij zoekt altijd de horizon op. Als het migratiedossier weer ter sprake komt, zal hij de onderhandelaars ongetwijfeld vragen welke ontwikkelingen er volgens hen op Nederland afkomen en hoe ze daarmee denken om te gaan. Welk voorstel er ook wordt geopperd, zoals het openbreken van het VN-vluchtelingenverdrag of het sluiten van overeenkomsten met Afrikaanse landen, steeds zal Tjeenk Willink benadrukken dat het rechtstatelijk uitvoerbaar zal moeten zijn. De rechtsstaat is zijn vaste kompas. Onderhandelaars die met een voorstel komen, zal hij prikkelen om concreet te maken hoe ze de uitwerking daarvan voor zich zien.”
Of de formatie na deze tussenverkenning spoedig is beklonken, is nog maar de vraag. De paarspluscombinatie die Tjeenk Willink in 2010 adviseerde, kwam er na zestien dagen onderhandelen onder leiding van Rosenthal en PvdA’er Wallage uiteindelijk toch niet. Met één alternatief hield Tjeenk Willink destijds zelf al rekening: een kabinet met bewindspersonen van VVD, PvdA, CDA, D66 en GroenLinks, zonder nauwe binding met de Kamer. Sterker nog, hij nam er alvast een voorschot op door in een bijlage bij zijn eindverslag te schetsen welk beleid de vijf zouden kunnen volgen ten aanzien van de EU.
Ook zette hij uiteen hoe zo’n vijfpartijenkabinet recht zou kunnen doen aan de inbreng van de oppositiefracties. „Waaronder die van de grootste winnaar van de verkiezingen”, voegde hij eraan toe. Daarmee doelde de informateur overduidelijk op de PVV.
De ophef die een woedende PVV-leider Wilders over de bijlage veroorzaakte, was groot. Zo groot dat Tjeenk Willink besloot zich niet beschikbaar te stellen om de mogelijkheid van zijn vijfpartijenkabinet actief te verkennen, blijkt uit ”Het slagveld. De lange weg naar het kabinet-Rutte” van journalist en historicus Bert Bukman. Vanuit Paleis Noordeinde werd in allerijl een vervanger aangezocht, oud-premier Lubbers. Hij plaveide de weg naar het door de PVV gedoogde minderheidskabinet van VVD en CDA; iets waar de voormalige CDA-leider later zelf diep ongelukkig over was.
Van een betrokken partijgenoot kreeg Tjeenk Willink later ook nog het verwijt dat hij een middenkabinet van VVD, PvdA en CDA als alternatief onvoldoende had verkend. „Ik had best om de tafel gewild, maar de informateur heeft mij er nooit naar gevraagd”, zei PvdA-leider Cohen.
Onorthodox
Hoe dan ook, feit is dat de voormalige ‘onderkoning’ voor de derde keer aan de slag is gegaan om een vastgelopen formatie los te trekken. Hij kan dat doen op een tamelijk onorthodoxe manier, roept parlementair historicus dr. Alexander van Kessel in herinnering. „Nadat er in 1994 anderhalve maand vruchteloos was onderhandeld over een PvdA/VVD/D66-kabinet en alternatieven met het CDA werden geblokkeerd, probeerde Tjeenk Willink iets te forceren met het voorstel om een prominente VVD’er een proeve van een regeerakkoord te laten schrijven. Dat advies aan de koningin was toen zeer opmerkelijk.” Uiteindelijk nam in 1994 een prominente PvdA’er, Wim Kok, de pen ter hand. „Kok was demissionair minister van Financiën en er moest gewerkt worden aan een rijksbegroting voor het volgende jaar”, weet Van Kessel. „Je zou kunnen zeggen dat Tjeenk Willinks advies toen voor de helft is opgevolgd.”
Klopt het beeld dat Tjeenk Willink in 1994 tactvoller en effectiever opereerde dan in 2010? „Historici hebben geen morele oordelen”, grapt Van Kessel, „en een informateur heeft niet altijd greep op de politieke dynamiek die tijdens een formatie kan ontstaan. Uiteindelijk gebeurt er wat de fractievoorzitters willen. Ook in 2010 was het Tjeenk Willinks opdracht om de zaak weer in beweging te krijgen. Daarin slaagde hij. Rutte zag er eerst niets in om met PvdA, D66 en GroenLinks te gaan onderhandelen. Tijdens Tjeenk Willinks tussentijdse verkenning kwam hij daarop terug.”
Terug naar 2017, naar de vraag wat dezer dagen het effect van Tjeenk Willinks optreden zou kunnen zijn. Van Kessel: „Toen CDA-leider Verhagen in 2010 wilde gaan onderhandelen met VVD en PVV kreeg hij zijn fractie onder meer over de streep met het argument: het is informateur Lubbers, minister van staat en oud-premier, die het ons verzoekt. Zo’n verzoek kunnen we niet zomaar naast ons neerleggen. Dit keer zijn Rutte of Pechtold mogelijk bereid om eerder afgebroken onderhandelingen te hervatten. Met de toelichting: een verzoek van Tjeenk Willink kun je niet weigeren.”
D66 en ChristenUnie die alsnog samen om de tafel gaan; zit dat er nog in? „Ik sluit dat niet uit”, zegt Weggeman nadenkend. „Het debat over een voltooidlevenwet moet daarvoor uit de verkrampte sfeer worden gehaald. Tjeenk Willink is daartoe zeker in staat.”
Schippers ontvangt naast lof ook kritiek
Oud-informateur Schippers kreeg eerder deze week van vrijwel alle fracties in de Tweede Kamer uitbundig lof toegezwaaid over de manier waarop ze de afgelopen weken de onderhandelingen voerde. Wie zijn oor te luisteren legt in de wandelgangen, hoort echter ook kritische geluiden.
GroenLinksfractievoorzitter Klaver, die bijna twee maanden onder haar leiding met VVD, CDA en D66 overlegde, stak dinsdag zijn waardering niet onder stoelen of banken: „Ik wil mijn bijdrage beginnen met de informateur van harte te danken voor de tijd die zij heeft gestoken in het zoeken naar werkbare meerderheden. Aan haar heeft het niet gelegen.”
Ook D66-voorman Pechtold sprak zijn complimenten uit: „Ik dank haar voor de niet-aflatende inzet en betrokkenheid. Aan de gesprekken onder haar leiding bewaar ik de beste herinneringen.”
Maar in de wandelgangen klinkt ook kritiek. Zeker als betrokkenen weten dat niet in de krant komt van welke partij ze zijn. De meesten maken verschil tussen de eerste ronde van besprekingen met GroenLinks en de korte tweede ronde met de ChristenUnie.
Over de eerste ronde bestaat in zijn algemeenheid veel waardering. Een enkele scepticus wijst er wel op dat Schippers in het begin vrij koel en zakelijk was. „Later investeerde ze meer in relaties. Dat is positief.”
Kritischer zijn de reacties op Schippers’ optreden in de tweede ronde, waaruit moest blijken of VVD, CDA en D66 met de ChristenUnie onderhandelingen zouden kunnen starten. Allereerst had Schippers D66-voorman Pechtold tijdens zijn gesprek met Segers moeten afkappen toen hij de CU-voorman een soort examen af ging nemen. „Schippers had tijdens dat gesprek onvoldoende de regie. Dat is een misser, want daardoor is de mogelijkheid dat de ChristenUnie deel zou nemen aan de onderhandelingen, in een te vroeg stadium geblokkeerd.”
Wellicht zou D66-voorman Pechtold na een paar weken onderhandelen hetzelfde hebben geconcludeerd als na een gesprek van enkele uren, maar volgens een zegsman maakte „Edith het Alexander zo wel heel erg makkelijk.” Nu kwam het uiteindelijk niet tot onderhandelingen: „Had Schippers niet gewoon een gesprek tussen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie moeten afdwingen?”
In haar eindrapport adviseert de oud-informateur haar opvolger Tjeenk Willink oriënterende gesprekken te voeren met fractieleiders van partijen die samen een meerderheid vormen in de Tweede Kamer. Dan zouden VVD, CDA, D66 nogmaals met GroenLinks om de tafel moeten. Maar de drie eerstgenoemde partijen zouden ook moeten overleggen met de ChristenUnie. „Waarom heeft Schippers die combinaties zelf niet om de tafel geroepen?” zo valt in de wandelgangen te beluisteren.
Bij de christelijke fracties klinkt het verlangen terug naar een rol van de koning in het formatieproces. „Schippers had als informateur een te sterk partijpolitiek profiel. Ze kon daardoor onvoldoende afstand nemen. In zekere zin kan ze daar zelf weinig aan doen, want ze was en is immers een liberaal politica die ook de scepter zwaait op het ministerie van Volksgezondheid. Maar het hinderde haar wel. Het is wel knap dat ze dat zelf inzag en daarom een man als Tjeenk Willink naar voren schoof. Die is niet eens lid van haar partij, de VVD, maar van de PvdA.”
Volgens een betrokkene heeft de Kamer zichzelf met deze twee rondes „in de voet geschoten. De formatie is gebaat bij een zekere afstand tot het dagelijkse politieke proces. Dat was nu niet het geval. We moeten terug naar de situatie waarin het staatshoofd de informateur benoemt.”
Levensloop Tjeenk Willink
Herman Tjeenk Willink (1942) kreeg vooral bekendheid toen hij in 1991 de voorzittershamer van de Eerste Kamer ging hanteren. Daarvoor bouwde de PvdA’er gezag op als topadviseur van diverse minister-presidenten. Van 1997 tot 2012 was Tjeenk Willink vicepresident van de Raad van State. Hij verwierf daardoor de bijnaam ”onderkoning van Nederland”. In die tijd was hij een van de vaste adviseurs van koningin Beatrix bij kabinetsformaties. Zelf was hij informateur in 1994 en 2010. In 1999 lijmde hij het tweede paarse kabinet, nadat dat ten val kwam na de nacht van Wiegel.