Dat stelde de voorzitter van de Regieraad Bouw, dr. J. C. M. Hovers, maandag tijdens de presentatie van het actieplan van de raad. Aannemers moeten het voordeel dat ze kunnen behalen niet in zijn geheel doorberekenen naar de klant, maar gebruiken om de kwaliteit van hun product te verbeteren. Opdrachtgevers, waaronder overheden, moeten volgens Hovers leren niet alleen naar de prijs te kijken, maar vooral duurzaamheid van aannemers eisen.

De Regieraad Bouw is begin dit jaar ingesteld door de ministers van Economische Zaken, VROM en Verkeer en Waterstaat. Het doel is om de verstoorde relatie tussen overheid en bouwsector, die door de bouwfraudeaffaire danig is verstoord, te herstellen.

Als de overheid zich meer richt op kwaliteit en duurzaamheid is er volgens de raad minder aanleiding voor de aannemers om de markt onderling te verdelen. Hovers vindt dat er in de bouw sprake van verstarring. Door innovatie is veel meer te bereiken. De bouw gebruikt op dit moment slechts 0,5 procent van de omzet om te vernieuwen. Als voorbeeld noemde Hovers, die oud-president commissaris is van Stork, de zware industrie. Door vernieuwing en innovatie is de concurrentiekracht van deze sector in de afgelopen twintig jaar sterk verbeterd.

Hoovers deelde mee dat topman Hazewinkel van bouwer KWS nauw samenwerkt met de regieraad. Hij is voorzitter van een commissie die streeft naar proces- en systeeminnovatie (PSIB). Hazewinkel stapte drie maanden geleden met Van der Bruggen (installatiebedrijf Imtech) uit de regieraad vanwege betrokkenheid bij schaduwboekhoudingen.