Dat er in Nederland sprake is van een vijfde colonne, een groep samenzweerders die met hulp van gelijkgezinden uit het moederland de macht wil grijpen, was maandagavond een door Leefbaar Rotterdam (14 van de 45 raadszetels) opgeworpen stelling waar 150 deelnemers over debatteerden.

Een hier geboren en getogen generatie jongeren heeft meer op met het land van haar voorouders dan met Nederland, aldus LR-raadslid Hoogwerf, initiatiefnemer van het debat. Als na de mislukte coup in juli 2016 in Turkije, Turks-Nederlandse jongeren in Nederland met vlaggen zwaaien en openlijk hun steun aan president Erdogan betuigen, roept dat bij veel autochtone Nederlanders prangende vragen op: Willen Turkse jongeren hier nog wel zijn? Waarom zijn ze nog hier en niet daar?

Gediscussieerd werd er in een theaterzaaltje in de Rotterdamse wijk Katendrecht. Buiten stonden enkele demonstranten, sommigen van hen kwamen naar binnen. Zowel buiten als in de zaal hielden politie en beveiligers een oogje in het zeil. „We voeren een discussie met respect voor elkaars meningen, zonder te schreeuwen”, aldus LR-voorman en wethouder Eerdmans. Niettemin ging het er soms heftig aan toe.

Volgens AD-journalist Wierd Duk zoeken niet-westerse migrantenjongeren steeds vaker hun heil in de islam en tonen ze weinig binding met Nederland. „Deze jongeren worden steeds religieuzer en vervreemden zich van onze seculiere rechtsstaat.” Meer islam leidt volgens hem tot meer vervreemding van westerse waarden.

Publicist Cemil Yilmaz stelde dat de bekritiseerde jongeren worden gedemoniseerd. Niettemin gaf hij toe dat er veel fout gaat met de integratie.

Wat columniste Annabel Nanninga betreft „moeten we de beruchte lange arm van Erdogan doorbreken.” Nederlandse Turken die oproepen om op president Erdogan te stemmen en met vlaggen zwaaien, vormen volgens haar een vijfde colonne.

Voor Wierd Duk zijn die Turken niet geïntegreerd „Hoe kunnen we hier een eind maken aan de lange arm van Erdogan? Jonge Turkse Nederlanders vielen in maart bij een verboden bezoek van een Turkse minister de politie aan. Als dat geen vijfde colonne is.”

”Moslims horen erbij”, was de stelling van voorman Nourdin el Ouali van de islamitische partij NIDA (twee zetels). Zowel voor hem als voor prof. dr. Leo Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis, is de stelling dat Turken de vijfde colonne vormen historisch onjuist. Die aanduiding gold voor NSB’ers, voor wie de vrees bestond dat zij als een soort vijfde colonne de macht zouden grijpen.

Wie moeten er integreren? vroeg Yilmaz. „Witte Rotterdammers of allochtonen?” De vraag aan wie Turkse jongeren loyaal moeten zijn, vindt El Ouali onzinnig. „Ik ben loyaal aan mijn principes, de grondwet en de rechtsstaat.”