Tegenvallers begroting, maar overschot blijft
Het kabinet moet forse tegenvallers op de begroting incasseren, maar er blijft volgend jaar en de jaren erna een begrotingsoverschot. Dat heeft minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën woensdagochtend benadrukt. „We bereiken dit jaar al een mooi overschot en dat loopt de komende jaren behoorlijk op”, zei Dijsselbloem.
Hij veegde de vloer aan met berichten dat het overschot zou omslaan in een tekort. Wie „dit verhaal heeft verspreid heeft geen verstand van begrotingen”, zei hij. „Ja, er zijn tegenvallers. En die zullen in de voorjaarsnota worden gepresenteerd. Maar die vallen echt in het niet bij de gunstige ontwikkeling.”
Voor verpleeghuizen is volgend jaar 200 miljoen euro extra nodig. In 2021 kost deze zorg zelfs 2,1 miljard extra. Maar volgens staatssecretaris Martin van Rijn (Volksgezondheid) mag dat geen onaangename verrassing heten. Nagenoeg alle politieke partijen willen de verpleeghuiszorg verbeteren en dat kost nu eenmaal geld, aldus Van Rijn. Haast iedere partij heeft dat volgens hem in haar verkiezingsprogramma al onder ogen gezien.
Het kabinet heeft afgesproken kwaliteitsnormen op te stellen waar de verpleeghuizen aan moeten voldoen. Omdat die eisen bindend zijn, kan het kabinet niet onder de hogere kosten uit die daarvoor moeten worden gemaakt.
Vanaf 2019 is er bij het ministerie van Volksgezondheid bovendien een tegenvaller van ongeveer 600 miljoen.
Ook de uitgaven van het ministerie van Onderwijs vallen een paar honderd miljoen hoger uit dan begroot, bevestigt Financiën. Minister Jet Bussemaker had eigenlijk afgesproken wat te bezuinigen, maar de Tweede Kamer stak daar een stokje voor. Daardoor moeten er echter wel extra miljoenen naar dat departement. Bovendien zijn er volgens ingewijden meer leerlingen en studenten dan het ministerie verwachtte en ook dat kost extra geld.