’Al meer dan 5500 Irakezen gedood’
In Bagdad en drie Iraakse provincies zijn in de afgelopen twaalf maanden meer dan 5500 Irakezen gedood. Het dodental door politiek geweld en criminaliteit ligt daarmee beduidend hoger dan voor de oorlog in Irak. Dat heeft The Washington Times maandag gemeld, aan de hand van gegevens van lijkenhuizen.
De lijkenhuizen in Bagdad en de provincies Karbala, Kirkuk en Tikrit telden 5558 doden door geweld sinds 1 mei 2003. Toen verklaarde de Amerikaanse president Bush de oorlog in Irak geëindigd en begon de Amerikaanse bezetting.
Het dodental valt mogelijk nog hoger uit omdat de gegevens van de Washington Times geen betrouwbare cijfers over de doden in de steden Fallujah en Najaf bevatten. Daar laaide het geweld begin april op. Het Iraakse ministerie van Gezondheid meldde maandag echter dat er sinds 5 april van dit jaar meer dan 1000 Irakezen om het leven zijn gekomen bij gewelddadigheden tussen coalitietroepen en verscheidene rebellengroeperingen. Hierbij zijn wel de slachtoffers in Fallujah en de sjiietische steden zoals Najaf meegerekend.
Volgens de Amerikaanse autoriteiten zijn tijdens het bewind van Saddam Hussein 300.000 Irakezen vermoord. Mensenrechtengroepen houden het op een half miljoen.