Boze pulsvisser Cas Caljouw: Geen pluim, maar straf
„Zeer verontrustend.” Zo noemt de Zeeuwse visser Cas Caljouw de beslissing van de Europese Raad, donderdag, om de pulsvisserij aan banden te leggen.
„Dit besluit voelt zeer onrechtvaardig”, aldus Caljouw vanmorgen. Hij is eigenaar van de Arnemuidense ARM 25 Deo Volente, een van de 84 Nederlandse kotters die sinds enkele jaren de pulskortechniek gebruiken. Daarbij schrikken stroomstootjes bodemvissen (zoals tong en schol) op, zodat die omhoog zwemmen en in het net belanden.
De Nederlandse autoriteiten zijn voorstander van de pulsvisserij. De techniek bespaart nogal wat brandstof. Anders dan bij de traditionele boomkorvisserij wordt de zeebodem een stuk minder omgewoeld.
Daarom ook is Caljouw ontstemd over het besluit van de Europese Raad van visserijministers. „Pulsvisserij is duurzaam en milieuvriendelijk. Brussel geeft de Nederlandse vissers echter geen pluim, maar straf. We zouden de Nobelprijs voor duurzaamheid moeten krijgen.”
Met name Frankrijk en Denemarken drongen aan op een ban op de pulsvisserij. Volgens de Franse minister Royal (Milieu) zijn de ecologische gevolgen van de nieuwe vistechniek op de lange termijn onduidelijk. „Als Frankrijk stelt dat er nog geen wetenschappelijk onderbouwd rapport uit Nederland ligt over de gevolgen van de pulsvisserij, heeft dat land een puntje. Nederland zou er meer werk van moeten maken om met feiten aan te tonen dat pulsvisserij goed is voor het milieu. Daar staat wel tegenover dat zo’n wetenschappelijk onderzoek nu eenmaal tijd vergt. Dat doe je niet binnen twee jaar.”
De werkelijke reden voor Frankrijk om dwars te liggen, is „pure jaloezie”, denkt Caljouw. „Nederlandse vissers zijn veel ondernemender dan hun Franse collega’s. Nederlanders proberen voortdurend door innovatie het hoofd boven water te houden. Lukt iets vandaag niet, dan misschien morgen.”
Fransen zijn bang dat Nederlanders de vis voor hun neus wegkapen, zegt Caljouw. Voortdurend zijn er spanningen als Hollanders hun geluk in Franse wateren beproeven. „We durven daar haast niet meer te komen. Controleurs vinden altijd wel iets om je te pakken. Ze zoeken spijkers op laag water.”
Met stijgende verbazing volgde Caljouw gisteren achter de pc het debat tussen Europese visserijministers. Het is hem een „doorn in het oog” dat ook bewindslieden uit landen die niet aan de Noordzee grenzen, meebeslissen over de toekomst van pulsvisserij op die zee. „Neem Griekenland, dat aan de leeggeviste Middellandse Zee ligt. Ik vind het nogal wat dat een minister uit zo’n land beslist over ons bestaan. Voor de Noordzee geldt een ander verhaal: het is de vruchtbaarste zee ter wereld.”
Caljouws investering van tonnen voor de pulsvisserij dreigt teniet te gaan. Toch houdt hij moed. „Ik hoop dat lobbyisten Europese politici ervan overtuigen dat pulsvisserij toekomst heeft.”