Cultuur & boeken

Een optelsom van kleine missers

Titel:

Henk Heiden
25 February 2002 17:19Gewijzigd op 13 November 2020 23:26

”Tragedie op Tenerife. De grootste luchtramp, optelsom van kleine missers”
Auteur: Jan Reijnoudt en Niek Sterk
Uitgeverij: Kok, Kampen; 2002
ISBN 90 435 0452 1
Pagina’s: 208
Prijs: € 13,50. Op 27 maart 1977, nu bijna 25 jaar geleden, boorde een KLM-vliegtuig zich op Tenerife in een toestel van Pan American. De Spaanse onderzoekscommissie legde de schuld voor de ramp hoofdzakelijk bij de KLM-gezagvoerder. Die begon namelijk zonder toestemming aan de start. In ”Tragedie op Tenerife” stellen de RD-journalisten Jan Reijnoudt en Niek Sterk dat de rol van deze vlieger echter onevenredig veel nadruk kreeg en dat het beeld daarom om bijstelling vroeg.

Trieste balans van de ramp met de twee Boeings 747: 583 doden; alle 248 inzittenden van het KLM-vliegtuig en 335 van de 396 inzittenden van het Amerikaanse toestel. Het boek is geschreven als een monument voor ’Tenerife’. „Een gedenkteken voor hen die omkwamen en een document voor allen die nog terug kunnen kijken.” De auteurs geven terecht aan dat het onderwerp niet opwekkend is. Het hoofdstuk over de identificatie van de Nederlandse lichamen op Tenerife is het minst opbeurend. „In een brand als deze verdwijnen het eerst de handen en de voeten, daarna armen en benen. Niemand is herkenbaar.” In een historisch document -en zo is dit boek ook bedoeld- is dit verslag echter wel op zijn plaats.

De invloed en de gevolgen van de ramp voor de nabestaanden zijn belicht via gesprekken die onder meer met de weduwe van KLM-gezagvoerder Veldhuyzen van Zanten en een weeskind zijn gevoerd. Het ongeval heeft heel diepe wonden geslagen. Zelfs na 25 jaar wilde nog niet iedere betrokkene aan een interview meewerken. Dit lijkt het geval met „het zusje van Marthe”, zoals ze in het hoofdstuk ”Losgerukt van alle wortels” alleen maar wordt genoemd. Deze kinderen (11 en 15 jaar) verloren bij de vliegramp hun ouders die een week alleen op vakantie gingen. Alleen de jongste doet haar verhaal. Het tekent mede de sfeer waarin het boek is geschreven. Zonder opsmuk en met inachtneming van zo veel mogelijk privacy worden alle feiten over de aanloop en (financiële) afwikkeling van de ramp en persoonlijke omstandigheden van nabestaanden weergegeven.

Herdenkingsdiensten
Nogal wat aandacht is besteed aan de herdenkingsdiensten die naar aanleiding van de ramp zijn gehouden. Tekstgedeelten die de verschillende (kerkelijke) voorgangers hun gehoor voorhielden, zijn uitgebreid vermeld. Deze aandacht is te verklaren uit het feit dat de vrouw en kinderen van de gezagvoerder kerkelijk trouw meelevend zijn. Indertijd getuigde mevrouw Veldhuyzen van Zanten al van haar geloof in God. „We ervaren veel steun van de Heere.”

In een enkel hoofdstuk wordt kort verhaald hoe enkele bemanningsleden en passagiers van het Pan Am-vliegtuig het er levend vanaf brachten. Hoewel het begrijpelijk is dat de auteurs zich toespitsen op de zaken en mensen aan Nederlandse kant, is het jammer dat er nauwelijks iets over Pan Am-stewardess Dorothy Kelly is vermeld. Zij speelde namelijk een heldenrol door steeds weer naar het vliegtuig terug te keren om verdwaasde mensen aan te sporen bij het toestel weg te gaan dat op ontploffen stond.

Belangrijke schakels in het geheel van de ramp zijn uiteraard de KLM-vliegers. Veldhuyzen van Zanten bestuurt het toestel en vertrekt zonder toestemming, uiteraard zonder dat hij dat beseft. Eerste officier Meurs leest tijdens de start een routeklaring aan de verkeersleiding terug (die geen startklaring is), terwijl de gezagvoerder tijdens die procedure al van start gaat. Verwarrend is, dat de auteurs Meurs op verschillende plaatsen twee duidelijk verschillende dingen laten zeggen. Eerst wordt hij in het Nederlands aangehaald met: „We zijn nu, eh, aan het vertrekken.” In het Engels zou dat zijn: „We are now, eh, taking off.” Later melden ze dat de eerste officier in het Engels zei: „We are now, eh, at take-off.” Dat laatste betekent: „We zijn nu op de plaats van vertrek.” De Spaanse verkeersleider zegt het laatste te hebben gehoord en dat hij, mede vanwege het Engelse ’at’ als plaatsbepaling, derhalve geen enkele reden had aan de stationaire toestand van het KLM-toestel te twijfelen.

Geen hoofdschuldige
Nieuwe feiten zijn niet naar voren gebracht. Voor degenen die de geschiedenis kennen, inclusief de weergave van de cockpit- en verkeersleidergesprekken, was al duidelijk dat de ramp is veroorzaakt door, zoals de auteurs zeggen, een optelsom van kleine missers. Met, hoe je het ook wendt of keert, uiteindelijk toch een KLM-start waarvoor door de verkeersleiding geen toestemming was verleend.

Los van de interessante historische context van het boek hebben Reijnoudt en Sterk met dit boek wel hun vingers op enkele zere plekken in het onderzoek van de Spaanse onderzoekers gelegd. Deze betreffen onder meer de aan storing onderhevige communicatie tussen cockpit en verkeerstoren en het door het Pan Am-toestel missen van een afslag. Als de juiste afslag was genomen, had de botsing waarschijnlijk niet plaatsgehad. Merkwaardig is, dat de Pan Am-bemanning geen enkele verklaring voor die misser heeft en dat de Spanjaarden daar heel gemakkelijk aan voorbijgaan. De auteurs komen zelf wel met een verklaring voor het doorrijden van het Pan Am-vliegtuig.

Alle zaken op een rij zettend, komen ze tot de eindconclusie dat er geen hoofdschuldige is. Verder geven ze nog aan dat deze geschiedenis niet vergeten mag worden, omdat de kans op „een soortgelijk ongeval met vergelijkbare oorzaak ook in 2002 nog levensgroot is.” In hun boek geven ze daar enkele voorbeelden van. Hopelijk draagt dit document ertoe bij dat de luchtvaartautoriteiten uit de Tenerife-ramp hernieuwde lering trekken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer