„De Heere heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb ik U gegenereerd.”

”Heden” is een tijdsaanduiding. Het geeft aan: vandaag. Maar waarom spreekt David hier dan niet over ”de dag”? De dag is eigenlijk een onderbreking van de tijd. Daarom spreekt hij dus over heden.

Waarom zegt de Heere tegen Hem: „Heden heb Ik U gegenereerd”? Dat is blijkbaar gezegd over het feit dat Hij Christus geboren deed worden in onze tijd, een gebeurtenis die door Gods alwijze bestuur heeft plaatsgevonden. Want over dat geboren worden zonder begin heeft David zelf gezegd: „Uit de baarmoeder heb Ik U voortgebracht voor de dageraad” (Psalm 110:3). Hij wordt echter heden gegenereerd, het begin van Zijn bestaan niet ontlenend aan de geboorte, maar komend voor de aanneming van het mens-zijn, overeenkomstig Gods bestuur aangaande Zijn vleeswording. Al wie van Hem macht ontvangt om een zoon van God te worden, die wordt dit wanneer hij tot zoon wordt gemaakt in de wedergeboorte door de doop. Maar Hij Die toch al ‘iets’ was voordat Hij Zoon werd, werd op dat moment als zodanig geopenbaard.

Men zegt dat de eigenlijke betekenis van de Hebreeuwse tekst is: „Ik heb gebaard.” Maar de apostel heeft, hoewel hij deskundig in het Hebreeuws was, in de brief aan de Hebreeën gebruikgemaakt van de Griekse Septuagintvertaling. Het wordt echter zo verklaard dat al deze woorden in onze Verlosser Jezus Christus vervuld zijn.

Eusebius van Caesarea, bisschop van Caesarea

(”Commentaar op Psalm 2”, geschreven rond het jaar 330)