Regering Kosovo naar huis gestuurd
De regering van Kosovo is woensdag na een motie van wantrouwen door het parlement naar huis gestuurd. De motie tegen de regering van premier Isa Mustufa kreeg steun van 78 van de 120 parlementsleden. Daardoor zijn nieuwe verkiezingen nodig, ruim een jaar voor het aflopen van de reguliere regeerperiode.
De bijna uitsluitend door Albanezen bewoonde voormalige Servische provincie is onafhankelijk sinds 2008. Het land is inmiddels door meer dan 110 landen volkenrechtelijk erkend.
Het voortijdig einde van de coalitieregering van Mustafa’s LDK-partij en de PDK van parlementsvoorzitter Kadri Veseli is het gevolg van een maandenlange politieke impasse. De regering kreeg onvoldoende steun in het parlement voor een aantal belangrijke projecten, zoals een grenswijziging met buurland Montenegro, de staatsrechtelijke regeling van de Servische minderheid en de invoering van een leger.
Het kleine Kosovo met twee miljoen inwoners, geldt ondanks financiële steun van de Verenigde Staten en de Europese Unie en de aanwezigheid van een door de NAVO geleide veiligheidsmacht als een van de meest corrupte en achtergebleven landen in Europa. Gedurende vele jaren heeft Brussel zich tevergeefs hard gemaakt voor een verzoening tussen Kosovo en Servië, dat het vroegere landsdeel terug wil.