Ds. Meeuse op bezinningsavond Goes: McCheyne verwachtte bekering Joodse volk
„Bij de Schotse predikant Robert Murray McCheyne leefde een diepe indruk van een heerlijke toekomst voor de kerk, als het Joodse volk de Messias zou kennen.” Dat zei ds. C. J. Meeuse zaterdag tijdens een bezinningsavond op het Calvijn College in Goes. „Zijn reis naar Israël toonde een blijde verwachting dat de bekering van Israël aanstaande was.”
Ds. Meeuse sprak op een bijeenkomst op het Calvijn College in Goes, georganiseerd door de stichting Bezinningsavonden Zeeland. Maandelijks organiseert deze interkerkelijke stichting avonden waarbij principiële, actuele en pastorale onderwerpen aan de orde komen. Ds. Meeuse, predikant van de gereformeerde gemeente in Goes en voorzitter van het deputaatschap voor Israël van zijn kerkverband, hield voor zo’n zestig belangstellenden een lezing over ”Robert Murray McCheyne en het Joodse volk”.
Onvervulde beloften
Uitgangspunt voor ds. Meeuse was deze avond Romeinen 11, dat spreekt over de onvervulde beloften die er liggen voor de „beminden om der vaderen wil.” „De tekst spreekt van een beeld van een olijfboom van Gods verbond, die wortelt in het Goddelijk welbehagen.” Dat verbond kreeg gestalte bij Abraham, Izak en Jacob, waaruit het Joodse volk voortkwam. „Paulus spreekt hier van Gods heilsplan met Zijn volk, een verborgenheid die geopenbaard is aan Paulus.”
Paulus spreekt over de natuurlijke takken –de Joden– die uitgehouwen worden en hoe de wilde takken –de heidenen– worden ingeënt in de olijfboom, aldus ds. Meeuse. „Nu gaat Paulus beschrijven hoe God de natuurlijke takken weer gaat inenten. Als de volheid van de heidenen zal ingegaan zijn, dan zal Israël zalig worden. In dat vertrouwen leefden McCheyne en de Schotse kerk.”
Veel zegen
De Schotse predikant heeft veel zegen in zijn bediening ontvangen, zei ds. Meeuse. Hoe dit kwam? „Al was hij zeer kunstzinnig –hij heeft mooie gedichten geschreven en hij kon boeiend en beeldrijk spreken–, zijn zegen kwam vooral doordat hij zo op zijn Meester leek. In zijn bediening had hij veel ernst en liefde.”
McCheyne werd, samen met zijn vriend en predikant Andrew Bonar en twee anderen, op een verkenningsreis gestuurd naar Palestina. Zij kregen de opdracht om te gaan kijken of de tijd rijp is voor het Joodse volk, aldus ds. Meeuse. „Of God nu werkzaamheden zou geven zodat de Joden de Messias zouden kennen.” Deze reis is beschreven in een boek met als titel ”De zendingsreis van R. M. McCheyne”.
Het doel van de reis was voor McCheyne om mensen te bewegen tot wenen, vasten en bidden om de bekering van het Joodse volk. Ds. Meeuse: „Hij besefte dat het werk onder het Joodse volk gedragen moet worden, het moet leven in de kerk.”
Toen McCheyne tijdens zijn reis naar Israël een Joodse man een Nieuw Testament overhandigde, zei de man tegen McCheyne: „Als u een Jood wilt winnen, behandel hem dan als een broeder.” Volgens ds. Meeuse ligt daar ook een les in voor ons. „We moeten niet boven de Joden gaan staan, maar hen ootmoedig benaderen. Opdat ze hun Messias zouden zoeken en kennen.”
Hoewel er in die tijd weinig Joden in Palestina woonden, kon McCheyne bij hen wel het Woord kwijt, hij had daar ingang, aldus ds. Meeuse. Omdat McCheyne de taal niet spraak van de Arabieren, kon hij niet met de Arabieren spreken. „Daar had hij veel verdriet over.”
Vergeten missie
Bij zijn terugkeer in Schotland preekte McCheyne over Romeinen 1:16: „Eerst den Jood, en ook den Griek.” „De boodschap van McCheyne was dat de zending voor het Joodse volk –als eerste volk– vergeten was.” Vrucht van het werk van McCheyne was de organisatie Christian Witness to Israel (CWI), een stichting waar het deputaatschap van de Gereformeerde Gemeenten mee samenwerkt. Een opmerkelijke vrucht van het werk van McCheyne is ook dat zijn preken nu ook vertaald worden in het Arabisch, aldus ds. Meeuse. „Dan kun je zien dat het gebed van McCheyne, dat Arabieren ook zijn boodschap mochten horen, verhoord is.”
Tijdens de vragenronde kwam de vraag naar voren hoe ds. Meeuse aankijkt tegen het gedeelte uit Romeinen 11 waar staat dat geheel Israël zalig zal worden. Hoewel Calvijn stelt dat het hier over de kerk gaat, pleit ds. Meeuse voor de lezing van de kanttekeningen dat het hier gaat over het volk Israël. „Dit zijn niet al de Joden, net zoals in de kerk ook niet allen echt wedergeboren worden. Zij moeten net als wij gerechtvaardigd worden door het geloof. Maar het zal wel een zeer grote menigte zijn.”